Gedragsbeinvloeding
10 belangrijke vragen over Gedragsbeinvloeding
Binnen de gedragsbeïnvloeding onderscheiden we een aantal aspecten. Een van die aspecten is het gebruik maken van gedragsversterkers. Dit zijn namelijk: materiële, sociale, activiteiten en ruilen. Noem bij elk van deze aspecten een voorbeeld.
Sociale versterker: Samen mogen werken bij goed gedrag
Activiteiten versterker: Kinderen mogen buiten spelen, voorlezen aan de kleuters etc.
Ruil versterker: De kinderen mogen een opdracht overslaan als ze 3 opdrachten goed hebben.
Binnen de gedragsbeïnvloeding onderscheiden we een aantal aspecten. Welke 5 aspecten zijn dit?
* Manieren van leiding geven
* Ik-boodschap
* Feedback geven aan kinderen
* Gedragsversterkers
Binnen de gedragsbeïnvloeding onderscheiden we een aantal aspecten. Een van deze aspecten is de kunst van de pedagogische kwaliteit. Welke drie termen zijn gekoppeld aan de emotionele en communicatieve vaardigheden?
* Responsiviteit (Verbaal en non-verbaal)
* Actief luisteren (Signalen opvangen en hierop reageren)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Binnen de gedragsbeïnvloeding onderscheiden we een aantal aspecten. Een van deze aspecten is de Ik-boodschap van Gordon. Hoe formuleer je een goede Ik-boodschap?
(Ik + eigen gevoel + gedrag + gevolgen)
Een van de belangrijkste taken in het onderwijs is het geven van feedback. Waar moet je op letten bij het geven van feedback?
* Het gewenste gedrag moet benoemd worden
* Belonend zijn
* Gedurende de hele dag gegeven worden
Binnen het vakgebied van onderwijs onderscheiden we een aantal leertheorieën. Een van deze leertheorieën is het behaviorisme. Hoe kenmerkt het behaviorisme zich?
Observeren kan binnen het onderwijs op veel verschillende manieren. Een van deze manieren is middels het ABC schema. Wat wordt er geobserveerd met het ABC schema en wanneer of waarom kan je deze inzetten?
Behaviour (gedrag van de leerling)
Consequentie factoren (consequentie)
In het ABC schema wordt niet alleen het probleem gedrag in kaart gebracht maar ook de situatie waarin de leerling zich bevindt en wat mogelijk uitlokkende factoren zijn geweest. Ook de gevolgen van het gedrag worden beschreven. Door deze wijze van observeren is het vaak beter mogelijk om de zorgbehoefte van de leerling in kaart te brengen en vervolgens een passende aanpak te bepalen.
Binnen de gedragstheorie zijn er drie verschillende uitgangspunten. Welke uitgangspunten zijn dit met betrekking tot gedrag?
* Gedrag wordt afgeleerd door uitdoving en/of straf
* Kenmerken van stimulussituatie (antecedente factoren) kunnen de kans dat bepaald gedrag ontstaat of voorkomt, vergroten
Binnen het beïnvloeden van gedrag maken we gebruik van interventie technieken om gedrag te laten verminderen of te laten verdwijnen. Welke 5 interventie technieken kennen we om dit plaats te laten vinden?
* Prijzen als de leerling ander positief gedrag laat zien
* Straf (Het liefst zo weinig mogelijk, let liever op goed gedrag en versterk dat)
* Uitdoving (Negeren van negatief gedrag en versterken van positief gedrag)
* Time-out (Afzondering)
Binnen de gedragsbeïnvloeding kan je er voor kiezen om leerlingen te belonen of te straffen. Welke van deze technieken geniet de voorkeur?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden