Later - Didactiek
36 belangrijke vragen over Later - Didactiek
Activerende didactiek heeft ook veel te maken met samenwerken en de verschillende vormen hiervan.
Manieren waarop je dit in kunt zetten zijn:
- Het stellen van verschillende soorten vragen, zoals openvragen, doordenkvragen, oorzaak -gevolgvragen
- Afwisselende opdrachten geven aan de kinderen waarmee ze (buiten) aan de slag kunnen gaan.
- Vertellen waarom ze de opdracht gaan doen.
- Vragen naar de voorkennis.
Activerende didactiek heeft ook veel te maken met samenwerken en de verschillende vormen hiervan.
Manieren waarop je dit in kunt zetten zijn:
- Het stellen van verschillende soorten vragen, zoals openvragen, doordenkvragen, oorzaak -gevolgvragen
- Afwisselende opdrachten geven aan de kinderen waarmee ze (buiten) aan de slag kunnen gaan.
- Vertellen waarom ze de opdracht gaan doen.
- Vragen naar de voorkennis.
Er bestaan veel didactische werkvormen waarmee je kinderen kunt stimuleren.
In deze module worden er activerende werkvormen verdeeld over vijf onderwerpen besproken. Welke?
- Interactievormen
- Opdrachtvormen
- Samenwerkingsvormen
- Spelvormen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Er bestaan veel didactische werkvormen waarmee je kinderen kunt stimuleren.
In deze module worden er activerende werkvormen verdeeld over vijf onderwerpen besproken. Welke?
- Interactievormen
- Opdrachtvormen
- Samenwerkingsvormen
- Spelvormen
Instructievormen:
Instructie is iets wat bij iedere les terugkomt. Welke zeven instructievormen zijn er beschreven?
- Een gesprek over het onderwerp> Kinderen onderling met elkaar in gesprek
- De nieuwe regel voordoen> leerkracht doet het voor bijv. Nieuwe som
- Een tekst over het onderwerp> leestekst voorgelezen of kinderen lezen de tekst zelf voor.
- Een stapsgewijze instructie>stapsgewijze uitleg bij reken of taalmethode
- Film- of luistermateriaal> laat leerkracht filmpje zien of luisterfragment.
- Een onderzoekje>Kinderen gaan zelf op zoek naar informatie over onderwerp
Interactievormen: is tussen twee of meer kinderen.
Deze interactie tussen kinderen kan waardevol zijn bij het aanleren van nieuwe lesstof en vaardigheden.
Kinderen leren bijvoorbeeld overleggen, vragen stellen en naar elkaar luisteren.
Wat voor interactievormen zijn er?
- Brainstorm> kinderen vrij reageren op een probleem of stelling.
- Kringgesprek> hierbij mogen kinderen per toerbeurt hun mening laten horen over een onderwerp.
Als kinderen zich het geleerde eigen willen maken, krijgen ze te maken met een opdrachtvorm.
Hoe werkt dat?
Bij activerende didactiek komen er ook andere opdrachtvormen aan te pas.
Het maken van een muurkrant,
mindmap
of een belangstellingscirkel
of het samenstellen van een tentoonstelling over het onderwerp.
Vaak kan voor een opdrachtvorm als deze ook een samenwerkingsvorm ingezet worden.
Samenwerkingsvormen zijn manieren om kinderen te laten samenwerken, bijvoorbeeld als er een nieuw onderwerp aan bod komt. De kinderen leren allerlei vaardigheden, zoals aanpassen, betrokkenheid, interactie en verantwoordelijkheidsgevoel.
Voorbeelden zijn:
Denken - delen - uitwisselen: in tweetallen, denken ze eerst zelf na over het antwoord. Daarna bespreken ze het met elkaar en daarna met de klas.
Woord web: vormen kinderen groepjes van 4 kinderen en schrijft iedereen rondom het woord dat in het midden staat woorden op die ermee te maken hebben. Dit doen de kinderen in verschillende kleuren.
Individuele verantwoordelijkheid binnen de samenwerkingsvorm?
Positieve wederzijdse afhankelijkheid binnen de samenwerkingsvorm?
Simultane activiteit binnen de samenwerkingsvorm?
Spelvormen: Kinderen houden over het algemeen van spelletjes doen en door te spelen kun je leren. Het kan stimulerend werken door de lesstof in spelvormen te verwerken.
Voorbeelden:
Hinkelen met letters
Bingo
Spelvormen: Kinderen houden over het algemeen van spelletjes doen en door te spelen kun je leren. Het kan stimulerend werken door de lesstof in spelvormen te verwerken.
Voorbeelden:
Hinkelen met letters
Bingo
Onverwachte situaties:
Bepaalde situaties kunnen voor sommige kinderen bedreigend zijn en kinderen kunnen dan soms onverwacht reageren.
Bij wat voor situaties?
De structuur van de dag wordt dan even doorbroken, er is een vrij moment en niet alle kinderen kunnen daar door mee omgaan.
Onverwachte situaties:
Bepaalde situaties kunnen voor sommige kinderen bedreigend zijn en kinderen kunnen dan soms onverwacht reageren.
Bij wat voor situaties?
De structuur van de dag wordt dan even doorbroken, er is een vrij moment en niet alle kinderen kunnen daar door mee omgaan.
Onverwachte situaties:
Bepaalde situaties kunnen voor sommige kinderen bedreigend zijn en kinderen kunnen dan soms onverwacht reageren.
Bij wat voor situaties?
De structuur van de dag wordt dan even doorbroken, er is een vrij moment en niet alle kinderen kunnen daar door mee omgaan.
Als er een ruzie ontstaat in een pauze dan is het belangrijk dat de aanwezige volwassene de twee vechters direct uit elkaar haalt en op een rustige plek laat 'afkoelen'.
Pas als ze rustig zijn kan erover gesproken worden.
Hoe ziet het stappenplan ruzie oplossen eruit?
- Erachter proberen te komen wat de aanleiding van de ruzie is, desnoods door te laten tekenen of uitbeelden.
- De oplossing vanuit de kinderen zelf laten komen en vragen of iedereen het eens is met deze oplossing.
- Bespreken wat de kinderen de volgende keer kunnen doen als dit weer gebeurt.
Als er een ruzie ontstaat in een pauze dan is het belangrijk dat de aanwezige volwassene de twee vechters direct uit elkaar haalt en op een rustige plek laat 'afkoelen'.
Pas als ze rustig zijn kan erover gesproken worden.
Hoe ziet het stappenplan ruzie oplossen eruit?
- Erachter proberen te komen wat de aanleiding van de ruzie is, desnoods door te laten tekenen of uitbeelden.
- De oplossing vanuit de kinderen zelf laten komen en vragen of iedereen het eens is met deze oplossing.
- Bespreken wat de kinderen de volgende keer kunnen doen als dit weer gebeurt.
Als er een ruzie ontstaat in een pauze dan is het belangrijk dat de aanwezige volwassene de twee vechters direct uit elkaar haalt en op een rustige plek laat 'afkoelen'.
Pas als ze rustig zijn kan erover gesproken worden.
Hoe ziet het stappenplan ruzie oplossen eruit?
- Erachter proberen te komen wat de aanleiding van de ruzie is, desnoods door te laten tekenen of uitbeelden.
- De oplossing vanuit de kinderen zelf laten komen en vragen of iedereen het eens is met deze oplossing.
- Bespreken wat de kinderen de volgende keer kunnen doen als dit weer gebeurt.
Om activerende didactiek toe te passen maak je gebruik van materialen.
Welke?
- potloden, werkboeken, schriften, rekenrekjes, dobbelstenen, spelmateriaal.
Om activerende didactiek toe te passen maak je gebruik van materialen.
Welke?
- potloden, werkboeken, schriften, rekenrekjes, dobbelstenen, spelmateriaal.
Voor activerende werkvormen worden ook materialen gebruikt.
In de kleutergroepen wordt veel ontwikkelingsmateriaal gebruikt voor bijvoorbeeld reken- en taallessen. Hierbij komen de materialen voor de fijne motoriek, techniek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Veel materialen zijn natuurlijk voor meerdere doelen inzetbaar.
Zoals?
Klei kan je bijvoorbeeld inzetten als motorisch materiaal, maar ook voor rekenoefeningen en rollenspel.
Voor activerende werkvormen worden ook materialen gebruikt.
In de kleutergroepen wordt veel ontwikkelingsmateriaal gebruikt voor bijvoorbeeld reken- en taallessen. Hierbij komen de materialen voor de fijne motoriek, techniek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Veel materialen zijn natuurlijk voor meerdere doelen inzetbaar.
Zoals?
Klei kan je bijvoorbeeld inzetten als motorisch materiaal, maar ook voor rekenoefeningen en rollenspel.
Materialen voor groep 3 t/m 8
Naast het verbruiksmateriaal (potloden, gum) worden er ook andere materialen gebruikt zoals educatieve spelletjes, regenwormen, Halli Galli, Kwatro en de cijfermat.
Deze educatieve spellen kunnen op allerlei manieren worden ingezet zoals?
- Als 'tussendoortje' (nog tijd aan het eind van de dag over is)
- Als samenwerkingsvorm
- Als activerende werkvorm
Materialen voor groep 3 t/m 8
Naast het verbruiksmateriaal (potloden, gum) worden er ook andere materialen gebruikt zoals educatieve spelletjes, regenwormen, Halli Galli, Kwatro en de cijfermat.
Deze educatieve spellen kunnen op allerlei manieren worden ingezet zoals?
- Als 'tussendoortje' (nog tijd aan het eind van de dag over is)
- Als samenwerkingsvorm
- Als activerende werkvorm
Kinderen leren allemaal op hun eigen niveau en moeten ook op hun eigen niveau uitgedaagd worden en blijven.
Alleen dan komen kinderen verder in hun ontwikkeling en houden ze plezier in het leren.
De leerkracht moet dan ook differentiëren om alle kinderen tegemoet te komen op hun eigen niveau.
Wat betekent aanpassen op hun eigen niveau.
Ze worden meestal ingedeeld in drie niveaus. Welke?
- Beneden gemiddeld niveau. Vaak is voor deze leerlingen een eigen leerlijn nodig.
- Boven gemiddeld niveau.
De meeste kinderen vallen in de gemiddelde niveaugroep.
Zij moeten wel uitgedaagd blijven.
Beneden gemiddeld presterende kinderen hebben naast moeite met het zich eigen maken van de leerstof, vaak een laag zelfbeeld gecreëerd. Mede doordat de leerstof steeds wat te moeilijk is. (faalangst)
Het belonen van kleine stapjes met succeservaringen kan het zelfvertrouwen weer vergroten.
Kinderen leren allemaal op hun eigen niveau en moeten ook op hun eigen niveau uitgedaagd worden en blijven.
Alleen dan komen kinderen verder in hun ontwikkeling en houden ze plezier in het leren.
De leerkracht moet dan ook differentiëren om alle kinderen tegemoet te komen op hun eigen niveau.
Wat betekent aanpassen op hun eigen niveau.
Ze worden meestal ingedeeld in drie niveaus. Welke?
- Beneden gemiddeld niveau. Vaak is voor deze leerlingen een eigen leerlijn nodig.
- Boven gemiddeld niveau.
De meeste kinderen vallen in de gemiddelde niveaugroep.
Zij moeten wel uitgedaagd blijven.
Beneden gemiddeld presterende kinderen hebben naast moeite met het zich eigen maken van de leerstof, vaak een laag zelfbeeld gecreëerd. Mede doordat de leerstof steeds wat te moeilijk is. (faalangst)
Het belonen van kleine stapjes met succeservaringen kan het zelfvertrouwen weer vergroten.
Kinderen leren allemaal op hun eigen niveau en moeten ook op hun eigen niveau uitgedaagd worden en blijven.
Alleen dan komen kinderen verder in hun ontwikkeling en houden ze plezier in het leren.
De leerkracht moet dan ook differentiëren om alle kinderen tegemoet te komen op hun eigen niveau.
Wat betekent aanpassen op hun eigen niveau.
Ze worden meestal ingedeeld in drie niveaus. Welke?
- Beneden gemiddeld niveau. Vaak is voor deze leerlingen een eigen leerlijn nodig.
- Boven gemiddeld niveau.
De meeste kinderen vallen in de gemiddelde niveaugroep.
Zij moeten wel uitgedaagd blijven.
Beneden gemiddeld presterende kinderen hebben naast moeite met het zich eigen maken van de leerstof, vaak een laag zelfbeeld gecreëerd. Mede doordat de leerstof steeds wat te moeilijk is. (faalangst)
Het belonen van kleine stapjes met succeservaringen kan het zelfvertrouwen weer vergroten.
Wat is 'compacten' van de leerstof?
Hierbij wordt de oefenstof die ze al beheersen overgeslagen en hoeven ze herhalingsopdrachten niet uit te voeren.
Welbevinden is voor deze kinderen noodzakelijk. Het is belangrijk dat deze kinderen zich gezien voelen en veilig voelen in de groep.
Kinderen hebben over het algemeen de behoefte om te weten waarom ze iets leren. Hoe doe je dat?
Hierdoor wordt de intrinsieke motivatie bij kinderen vergroot en stimuleert je ze om hun best te blijven doen.
Tijdens het werk vindt er voortdurend interactie plaats tussen jezelf en de kinderen en tussen de kinderen onderling.
Deze interactie kan op verschillende manieren vorm worden gegeven.
Zoals bij de 6 interactievaardigheden:
- respect voor autonomie> zelf eerst laten proberen (jas dicht)
- structureren en grenzen stellen> conflicten tussen kinderen in goede banen leiden.
- praten en uitleggen> Ingaan op vragen van kinderen en uitleggen waarom.
- ontwikkelingsstimulering> Nieuwe materialen introduceren.
- het begeleiden van interacties> Het versterken of begeleiden van onderling contact bij het zien van interactie tussen twee kinderen.
Tijdens het werk vindt er voortdurend interactie plaats tussen jezelf en de kinderen en tussen de kinderen onderling.
Deze interactie kan op verschillende manieren vorm worden gegeven.
Zoals bij de 6 interactievaardigheden:
- respect voor autonomie> zelf eerst laten proberen (jas dicht)
- structureren en grenzen stellen> conflicten tussen kinderen in goede banen leiden.
- praten en uitleggen> Ingaan op vragen van kinderen en uitleggen waarom.
- ontwikkelingsstimulering> Nieuwe materialen introduceren.
- het begeleiden van interacties> Het versterken of begeleiden van onderling contact bij het zien van interactie tussen twee kinderen.
Een voorbeeld van hoe je interacties in de klas kunt volgen is
School Video Interactie Begeleiding:
Vervolgens wordt er een half uur gefilmd door een collega.
De opname wordt rustig nabesproken met behulp van een kijkwijzer waarop aangegeven kan worden wat goed goed ging tijdens de les en wat anders zou kunnen.
Er wordt een leerpunt gevormd, bij een tweede opname wordt gekeken hoe het leerpunt dan gaat. Tijdens de derde opname volgt een nabespreking en wordt de SVIB afgesloten.
Een voorbeeld van hoe je interacties in de klas kunt volgen is
School Video Interactie Begeleiding:
Vervolgens wordt er een half uur gefilmd door een collega.
De opname wordt rustig nabesproken met behulp van een kijkwijzer waarop aangegeven kan worden wat goed goed ging tijdens de les en wat anders zou kunnen.
Er wordt een leerpunt gevormd, bij een tweede opname wordt gekeken hoe het leerpunt dan gaat. Tijdens de derde opname volgt een nabespreking en wordt de SVIB afgesloten.
Een voorbeeld van hoe je interacties in de klas kunt volgen is
School Video Interactie Begeleiding:
Vervolgens wordt er een half uur gefilmd door een collega.
De opname wordt rustig nabesproken met behulp van een kijkwijzer waarop aangegeven kan worden wat goed goed ging tijdens de les en wat anders zou kunnen.
Er wordt een leerpunt gevormd, bij een tweede opname wordt gekeken hoe het leerpunt dan gaat. Tijdens de derde opname volgt een nabespreking en wordt de SVIB afgesloten.
Welke drie activerende didactische werkvormen zet een leerkracht in tijdens een les begrijpend lezen?
Samenwerkingsvormen
Spelvormen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden