Hypothesetoetsing & t-toetsen

10 belangrijke vragen over Hypothesetoetsing & t-toetsen

Wat zijn drie soorten verdelingen? Licht ze kort toe.


Er zijn een aantal verschillende soorten verdelingen:
  • Frequentieverdeling: een overzicht van de mogelijke scores op variabelen en hoe vaak (=frequentie) die scores voorkomen.
  • Kansverdeling: een overzicht van mogelijke scores op variabelen en de kans op deze scores.
  • Steekproevenverdeling: een overzicht van alle (mogelijke) steekproefgemiddelden en hoe deze verdeeld zijn rondom het populatiegemiddelde.

Wat zijn twee soorten Z-waarden? Licht deze toe.


Er zijn ook verschillende soorten Z-scores:
  • Standaarddeviatie: de maat voor hoe ver een individuele waarneming zich bevindt van het (steekproef)gemiddelde.
  • Standaardfout: de maat voor hoe ver een steekproefgemiddelde zich bevindt van het populatiegemiddelde.

Wat is statistisch toetsen?

Statistisch toetsen is het fitten van modellen op de data.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat betekent "fitten" in de zin "fitten van modellen op de data"?

‘Fitten’ is het minimaliseren van (gekwadrateerde) afwijkingen van het gemiddelde.

Waarom wordt er gebruik gemaakt van intervalschatters in plaats van puntschatters?

Het voordeel van intervalschatters ten opzichte van puntschatters is het rekening houden met betrouwbaarheid (en dus een mate van onzekerheid), waardoor de voorkeur gaat naar intervalschatters.

Wat is het 9-stappenplan van hypothesetoetsing?

  1. Bepaal H0 (= nulhypothese)
  2. Bepaal Ha (= alternatieve hypothese)
  3. Bepaal α (= alfa, hoe betrouwbaar wil je dat jouw uitspraak is)
  4. Kies n (= grootte van de steekproef) en eventueel df (= vrijheidsgraden)
  5. Kies de toetsing
  6. Bepaal de kritieke waarde van je toets
  7. Bereken de toetswaarde
  8. Trek een statistische conclusie op basis van de uitkomst van de toetswaarde
  9. Verwoord de conclusie in algemene woorden

Waarom worden bij statistiek groepen vergeleken en niet een afzonderlijke parameter getoetst? Benoem ook om welke groepen het gaat.

In de statistiek zijn we vaker geïnteresseerd in het vergelijken van groepen (controlegroep en experimentele groep) dan in het toetsen van een afzonderlijke parameter. Dit komt, omdat het populatiegemiddelde vaak onbekend is.

Welke vier aspecten behoren tot de variantie tussen groepen op basis van één kenmerk?

Als de variantie wordt bepaald tussen twee groepen op basis van één kenmerk gelden de volgende aspecten:
  • Trekken van (twee) onafhankelijke steekproeven.
  • Heeft vaak betrekking op verschillen tussen scores van onderzoekseenheden (respondenten /subjecten).
  • Independent measures (between subjects) design.
  • Independent samples t-test.

Welke aspecten behoren tot variantie binnen een groep met bepaalde kenmerken?

Als er wordt gekeken naar variantie binnen een groep met bepaalde kenmerken gelden enkele aspecten:
  • Trekken van een steekproef uit een populatie waarvan 2 (of meer) kenmerken worden gemeten.
  • Heeft vaak betrekking op verschillen tussen scores op kenmerken.
  • Repeated measures (within subjects) design.
  • Paired samples t-test.
  • Vrijheidsgraden: n – 1


(Variantie binnen een groep op basis van bepaalde kenmerken)


Welke nulhypothese en alternatieve hypothese kunnen opgesteld worden als geldt:
  • geen verschil vs elk verschil
  • populatie (pop) 1 = pop 2 vs pop 1 < pop 2
  • pop 1 = pop 2 vs pop 1 > pop 2

Zie afbeelding.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo