Niet-gerandomiseerd onderzoek
4 belangrijke vragen over Niet-gerandomiseerd onderzoek
Wat wordt er gezegd over niet-gerandomiseerd onderzoek?
-Als randomiseren niet mogelijk is.
-Causaliteit niet per se vastgesteld hoeft te worden. Dit is bijvoorbeeld bij onderzoek naar prevalentie, dus hoe vaak iets voorkomt.
-Het gebruik van randomiseren afdoet aan externe validiteit en/of constructvaliditeit.
Wat wordt er nog meer verteld over quasi-experimenteel onderzoek?
-Er is sprake van niet-willekeurige toewijzing aan experimentele condities.
-Het doel is wel om een maximale interne validiteit te verkrijgen om zo uitspraken over causaliteit te kunnen doen, net als bij randomisatie.
-Er is een toewijzing aan experimentele condities, dus manipulatie, maar deze toewijzing is niet willekeurig.
-Doordat deze toewijzing niet willekeurig gebeurt, is het niet gerandomiseerd.
Welke moeilijkheden komen bij quasi-experimenteel onderzoek kijken?
-Bedreigingen zoals testing, regressie naar het midden, history, mortality, etc.
-Bedreiging van selectie door de onderzoeker.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat kun je zeggen over groepsverschillen in quasi-experimenteel onderzoek?
-Toevallige groepsverschillen.
-Niet-toevallige groepsverschillen tijdens/na manipulatie
-Niet-toevallige groepsverschillen vooraf, maar bij 'echte' experimenten geldt dit niet
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden