Samenvatting: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek

  • 0 Introductie tot de cursus

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
    Laat hier meer flashcards zien

  • 0.1 Tentamen oefening deel 1

    Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Soms worden in een studie meerdere p -waarden berekend, bijvoorbeeld omdat een onderzoeker is geïnteresseerd in meerdere verbanden of effecten.In welk van deze twee scenario’s voert de onderzoeker de analyse op de juiste manier uit?A.De onderzoeker vergelijkt drie behandelingen. Er wordt een eenweg anova uitgevoerd gevolgd door post-hoc toetsen. De p-waarden worden niet gecorrigeerd.B.De onderzoeker vergelijkt vijf behandelingen. Er wordt een eenweg anova uitgevoerd gevolgd door post-hoc toetsen. De p-waarden worden gecorrigeerd met de Bonferroni correctie.


    → Antwoord B.

    ● Bij iedere toets loopt de onderzoeker het risico van 5% op type-I-fout en de kans om op minstens een toets onterecht de nulhypothese te verwerpen neemt bij iedere extra toets toe. Deze toename van type-I-fout wordt kanskapitalisatie genoemd.
    ● Toename type 1 fout oplossen
    1. Het aantal uit te voeren testen verminderen door:
    a. Contrasten op stellen
    b. Omnibus toetsen
    2. De α strenger maken door het kiezen van een post-hoc-correctiefactor. De bekendste hiervan is de Bonferroni: de alpha wordt dan gedeeld door het aantal getoetste vergelijkingen.
  • Kunne verschillen alsnog significant zijn als er gecorrigeerd wordt voor p waarden?


    Ja
  • De aanname bij repeated measures ANOVA is: de residuen dienen normaal verdeeld te zijn.A. De uitspraak is niet correct.B. Deze uitspraak is correct.


    Antwoord B.
    ● Aannames repeated measures ANOVA:
    ○ Onafhankelijkheid.
    ○ Normaalverdeling.
    ○ Sphericity (variantie van de verschillen tussen condities moeten
    gelijk zijn).
  • Wat zegt een significante p-waarde over twee afhankelijke factoren die elkaar beïnvloeden?

    De verschillen in afhankelijke factoren wordt mede bepaald door andere afhankelijke factoren (de situatie), omdat de p waarde significant is. Ze hebben dus invloed op elkaar.
  • 0.2 Tentamen oefening deel 2

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Soms worden in een studie meerdere p-waarden berekend, bijvoorbeeld omdat een onderzoeker is geïnteresseerd in meerdere verbanden of effecten.In welke van deze twee scenario’s voert de onderzoeker de analyses op de juiste manier uit?A. De onderzoeken vergelijkt drie behandelingen. Er wordt een eenweg anova uitgevoerd gevolgd door post-hoc toetsen. De p-waarden worden niet gecorrigeerd.B. De onderzoeker vergelijkt met een eenweg anova twee groepen. De onderzoeker voert post-hoc testen uit en voert geen correctie van de p-waarden uit.

    Antwoord B.
    ● Met een eenweg ANOVA vergelijkt men 2, niet 3 groepen. Deze
    wordt gevolgd door post-hoc toetsen en er is geen correctie op
    de p-waarden.
    ● Een aanname van de eenweg ANOVA is dat
    ○ Residuen onafhankelijk zijn (er zijn geen deelnemers die in beide
    condities tegelijk hebben gezeten)
    ○ Er is een normaalverdeling
    ○ Er is sprake van homogeniteit (als de onafhankelijke variabele
    wijzigt, blijft de variantie van de afhankelijke variabele stabiel.
  • Stel u voor dat een artikel het volgende fragment bevat: ‘Respondenten hadden een positieve attitude (M=5.45, SD=1.25) over de groenevoorlichtingsfolder dan over de blauwe voorlichtingsfolder (M=4.96, SD=1.05). Echter, dit verschil was niet significant, t (98.22)= -1.22, p= .12.Welke stelling is dan juist?A. Er is bij deze t-toets een correctie toegepast voor ongelijke variantie.B. Er is bij deze t-toets geen correctie toegepast voor ongelijke variantie.

    Antwoord A.
    ● Het gaat hier om een onafhankelijke t-toets omdat beide groepen niks met elkaar te maken hebben.
    Zie antwoord vraag 19.

    ● Er is een correctie toegepast omdat de df, vrijheidsgraden tussen haakjes achter de komma een komma getal is. Dat kan alleen als er gecorrigeerd is. Bij niet gecorrigeerd is dit een heel getal, er staat namelijk de grootte van bijvoorbeeld de steekproef. Je hebt geen half proefpersoon.
  • Welke stelling over een eenweg-ANOVAs (one-way ANOVA) is waar?A. Bij een eenweg-ANOVA moet de afhankelijke variabele opnominaal meetniveau gemeten zijn.B. De residuen zijn onafhankelijk.

    Antwoord B.

    Aannames one-way anova:
    Normaalverdeling.
    Homogeniteit: als de ov wijzigt, blijft de
    variantie
    van de av stabiel.
    Onafhankelijkheid: er zijn geen
    deelnemers
    die in beide
    condities tegelijk hebben gezeten.
  • Welke stelling over factoriële ANOVAs is waar?A. Als de hoofdeffecten niet-significant zijn kunnen er geen interactie effecten zijn.B. Factorial designs betreffen ANOVAs met meer dan 1 predictor op nominaal meetniveau.

    Antwoord B.

    ● Er kunnen wel significante interactie effecten gevonden worden terwijl niet-significante hoofdeffecten (denk aan je verslag).
    ● Aannames factoriële ANOVA’s:
    ○ Normaalverdeling.
    ○ Homogeniteit.
    ○ Onafhankelijkheid.
    ○ Factoriële anova bestaat uit 2 onafhankelijke variabele en 1 afhankelijke variabele op interval niveau of hoger.
  • Hoe beoordeel je de Mauchly's w.?

    Je kijkt naar de p-waarde van Mauchly’s w. Deze is significant. Dan kijk je naar de Greenhouse-Geisser als die >.75 is kijk je naar Huynh feldt en bij <. 75 kijk je naar Greenhouse-Geisser. De Huynh-Feldt heeft een p-waarde van 0.055. De p-waarde moet onder de 0.055 zijn om significant te zijn. De p-waarde moet onder 0.05 is die significant. Er is dus geen sprake van een significant effect op geluk.
  • Is een n2 effect van 0.076. klein, triviaal of groot?

    Dit is een klein effect.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart