Samenvatting: Onderzoekspracticum Inleiding Data-Analyse
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Onderzoekspracticum inleiding data-analyse
-
2.2 Verdelingsvormen
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/05/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Als de verdeling 1 top heeft, hoe heet dit dan?
Unimodaal.
Een symmetrische, 1-toppige verdeling heet een Bell-curve. -
Als de verdeling 2 toppen heeft, hoe heet dit dan?
Bimodaal.
Er is dan sprake van 2 subgroepen. -
Als de verdeling meerdere toppen heeft, hoe heet dit dan?
Multimodaal. -
Welke vormen van spitsheid (kurtosis) ken je?
- zeer spits = alle meetpunten dezelfde waarde = leptokurte verdeling
- zeer plat = 50% kop of 50% munt = uniforme verdeling = platykurte verdeling
Beiden komen in de psychologie niet voor. -
Hoe heet een normaalverdeling met een gemiddelde van 0 en een sd=1?
Een standaard normale verdeling of Z-verdeling.
Dit is handig = van elke datapunt is bekend hoever deze van het gemiddelde af ligt. -
Bepaal in onderstaande density plot hoeveel NL's ouder zijn dan 34 jaar
- rechts van de lijn 34 is de oppervlakte 0,6
- Dit betekent dat 60% vd NL's ouder is dan 34.
-
Een andere visuele weergave is de boxplot. Wat zijn de kenmerken?
- Net als bij de Q-Q plot worden kwantielen gebruikt.
- In deze weergave gebruikt men kwartielen (opsplitsen in 4-en) waarvan men de Q1 en Q3 afbeeld.
- Ook worden het minimum en maximum afgebeeld - op deze manier zijn outliers duidelijk zichtbaar.
-
Naast visuele hulpmiddelen kun je ook berekende waarden gebruiken. Welke zijn algemeen bekend?
- Diptest
- Skewness
- Kurtosis
-
2.5 Variabelen
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/05/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn kenmerken van continue variabelen?
- interval niveau : vaste afstand tussen 2 opeenvolgende maten
- ratio niveau : variabelen waar de meeste mensen mee bekend zijn (nulpunt)
- je kunt ermee rekenen
- te talkrijk om zinvol in te delen in categorieën
GRAPPIG: dichotome variabelen zijn ook interval variabelen want er is 1 interval.... wordt meestal toch onder de categorische variabelen geschaard (bestaat uit 2 categorieën). -
Kiezen voor een categorisch meetniveau, terwijl een continu meetniveau aanwezig is, kan schadelijk zijn
- voor een lager meetniveau zijn altijd meer deelnemers nodig (een verband aantonen tussen 2 continue variabelen vereist minder deelnemers dan wanneer een van de variabelen categorisch is, laat staan als ze dit beiden zijn)
- de meeste variabelen zijn simpelweg continu. Vaak worden groepen min of meer arbitrair ingedeeld. Categorische operationalisaties zijn meestal niet valide.
- Het is altijd mogelijk om van continue meetwaarden terug te gaan naar categorische, maar andersom kan niet
- mensen bestaan vaak niet uit duidelijk onderscheidbare subgroepen - elke verdeling in categorieën zal een vertekening van de werkelijkheid opleveren (categorisch niveau vereist harde cut-off)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden