Het verband tussen twee interval-variabelen - De correlatiecoëfficiënt

3 belangrijke vragen over Het verband tussen twee interval-variabelen - De correlatiecoëfficiënt

40.1 Welke correlatie hoort bij welke figuur?


a  De linkerfiguur representeert een correlatie van r = -.34, de rechterfiguur een correlatie van r = -.74.
b  De linkerfiguur representeert een correlatie van r = -.74, de rechterfiguur een correlatie van r = -.34.

a  De linkerfiguur representeert een correlatie van r = -.34, de rechterfiguur een correlatie van r = -.74.

41.1 In een studie met 1500 deelnemers correleren twee variabelen met -.23 (95% betrouwbaarheidsinterval [-.28; -.18]).

Hoe sterk is dit verband?

a  Dit is een zwakke correlatie.
b  Dit is een triviale correlatie.

a  Dit is een zwakke correlatie.

42.1 Een onderzoekster vindt een Pearson r van .8 (95% betrouwbaarheidsinterval [.72; .86]) tussen Zelfvertrouwen en Sociale isolatie.

Wat kan de onderzoekster nu concluderen?

a  Er is een causaal verband tussen Zelfvertrouwen en Sociale isolatie.
b  Er is een correlationeel verband tussen Zelfvertrouwen en Sociale isolatie.

b  Er is een correlationeel verband tussen Zelfvertrouwen en Sociale isolatie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo