Beschrijvingsmaten - Verdelingsvormen
5 belangrijke vragen over Beschrijvingsmaten - Verdelingsvormen
15.1 Welke boxplot hoort bij welke Q-Q plot?
a De linker boxplot hoort bij de linker Q-Q plot, en de rechter boxplot hoort bij de rechter Q-Q plot.
b De linker boxplot hoort bij de rechter Q-Q plot, en de rechter boxplot hoort bij de linker Q-Q plot.
16.1 Welke stelling is juist?
a De populatieverdeling bevat alle waarden van alle onderzoekseenheden.
b De populatieverdeling bevat alle datapunten uit de steekproef.
17.1 Een variabele heeft een spitsheid (kurtosis) van -3.53.
Wat impliceert dit over de verdelingsvorm van die variabele?
a Deze variabele is waarschijnlijk platter dan een normaalverdeling.
b Deze variabele is waarschijnlijk bijna normaal verdeeld.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
18.1 Een variabele heeft een scheefheid (skewness) van -3.53.
Wat impliceert dit over de verdelingsvorm van die variabele?
a Deze variabele is waarschijnlijk linksscheef.
b Deze variabele is waarschijnlijk symmetrisch.
19.1 Variabele A heeft een Dip Test uitkomst van 0.22, en variabele B van 0.03.
Wat impliceert dit over het aantal toppen in de verdelingen van die variabelen?
a Variabele A is waarschijnlijk meertoppig, variabele B is waarschijnlijk ééntoppig.
b Variabele A is waarschijnlijk ééntoppig, variabele B is waarschijnlijk meertoppig.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden