Samenvatting: Onderzoekspracticum Inleiding Onderzoek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van onderzoekspracticum inleiding onderzoek
-
1 Basis concepten
-
1.1 Thema 1: wetenschappelijk onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn dubieuze onderzoekspraktijken?
de dataverzameling, -analyse en -rapportage gebaseerd is op het verkrijgen van gewenste resultaten in plaats van op het zuiver uitvoeren van onderzoek – ongeacht wat de resultaten zullen zijn -
Wat is pre-registratie en waarom wordt gedaan?
Hetvastleggen van deonderzoeksvraag ,onderzoeksopzet en methode vandataverzameling en -analyse . Om te zorgen datonderzoek nietvervalst wordt. Ook voorkomt ditpublicatie-bias (het alleenpubliceren van goederesultaten ) -
Leg uit hoe publication bias ertoe kan leiden dat een deel van het psychologisch en onderwijskundig onderzoek niet goed repliceerbaar is.
Publication bias verwijst naar het fenomeen dat het gemakkelijker is om onderzoek te publiceren dat wel een effect laat zien dan onderzoek dat geen effect laat zien. Dit komt omdat journals onderzoek dat effecten aantoont interessanter vinden om te publiceren dan onderzoek dat geen effecten laat zien. Onderzoekers zijn zich hiervan bewust en zijn vervolgens geneigd om artikelen die geen effecten laten zien niet eens op te sturen naar een tijdschrift ter publicatie. Publication bias wordt ook wel het file-drawer-probleem genoemd omdat onderzoek dat geen effecten laat zien in de kast blijft liggen. -
1.2 Thema 1: Operationalisaties
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke functies hebben variabelen?
.Variabelen kun je meten -
Wat zijn datapunten en datareeksen?
Datapunt: Een datapunt is dan de waardering én omschrijving van de prestatie.
Datareeks: Verschillende datapunten uit een onderzoek -
1.3 Thema 1: Betrouwbaarheid en validiteit
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een niet systematische meetfout?
Toevallige invloeden die de metingen beïnvloeden. Bijvoorbeeld het weer, hoe goed de test persoon geslapen heeft. -
Hoe wordt de score bepaald uit een meetinstrument?
De score die volgt uit ons meetinstrument wordt dus bepaald door de ‘ware’ score van deze persoon op een bepaald theoretisch construct plus een (onvermijdelijke) meetfout door verstoringen op de testscore. Als er enkel niet-systematische meetfouten zijn (dus alleen toevallige verstoringen), zullen op den duur, bij heel vaak meten, deze (niet-systematische) meetfouten tegen elkaar wegmiddelen en resulteert iemands ware score. -
Waarop is de Empirische evidentie voor constructvalidering gebaseerd?
gebaseerd op de mate van samenhang tussen variabelen en/of items. -
Wat is het voordeel van constructvalidering tegenover de causale opvatting van validiteit?
validiteit relatief gemakkelijk te onderzoeken is. Het is niet nodig uit te zoeken hoe een meetinstrument werkt. Het is voldoende om deelnemers een aantal andere meetinstrumenten voor te leggen en de samenhang tussen de scores op deze meetinstrumenten en het meetinstrument van interesse te bepalen -
Wat is een nadeel van constructvalidering tegenover de causale opvatting van validiteit?
dat deze samenhang met andere testscores of uitkomstmaten geen inzicht biedt in of het meetinstrument daadwerkelijk het construct meet dat het zou moeten meten, of dat het iets anders meet dat toevallig samenhangt met de andere vragenlijsten of uitkomstmaten die zijn onderzocht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden