Samenvatting: Onderzoekspracticum Kwalitatief Onderzoek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Onderzoekspracticum kwalitatief onderzoek
-
KO 2
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 13/01/2019
Laat hier meer flashcards zien -
Descartes in ‘discourse on methodology’
Focus op belang van objectiviteit en bewijs in de zoektocht naar de waarheid → wetenschappers moeten afstand nemen van elke invloed die hun analytische capaciteiten kunnen ondermijnen. -
Interpretivisme en de oorsprong van kwalitatief onderzoek.Kant:
Perceptie niet alleen door de zintuigen, maar door de menselijke interpretatie van wat die zintuigen ons vertellen→ kennis is gebaseerd op begrip. -
Interpretivisme en de oorsprong van kwalitatief onderzoek. Dilthey
Belang van ‘verstehen’ (begrijpen)→ bestuderen van ervaringen van mensen binnen een bepaalde historisch en sociale context. Zelfbeschikking en creativiteit spelen een belangrijke rol als leidraad voor onze acties. Onderzoeken van ‘lived experiences’. -
Interpretivisme en de oorsprong van kwalitatief onderzoek.Weber:
Brug tussen interpretivisme en positivisme→ analyse van materiële condities is belangrijk maar niet voldoende om het leven van mensen volledig te begrijpen: onderzoekers moeten de betekenis van sociale acties binnen de context van de materiële condities waarin mensen leven, begrijpen. Twee soorten begrip: (1) direct observationeel begrip en (2) verklarend of motivationeel begrip. -
Ook survey research en andere sociale statistische methoden kwamen op en werden beter, meestal met positivistische principes. Binnen deze context werd kwalitatief onderzoek gezien als ‘soft’ en ‘niet wetenschappelijk’, daarom een poging tot formaliseren van methoden, waarbij vragen oprezen:
* Of het mogelijk is om variabelen te controleren in experimenteel onderzoek met mensen om niet-ambigue resultaten te krijgen.
* Of het elimineren van contextuele variabelen in een experiment geschikt is voor het bestuderen van menselijk gedrag.
* Of het buiten beschouwing laten van betekenis en doel van gedrag geschikt is in experimentele studies.
* Of overkoepelende theorieën en verzamelde data relevant zijn en een toepassing hebben in het leven van mensen.
* Of de nadruk op het testen van hypotheses het belang van ontdekking door alternatief begrijpen negeert -
KO
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/01/2019
Laat hier meer flashcards zien -
Deze is echt superrrr toppie --> 14-01-2019
Zeker weten! -
Twee overkoepelende ontologische posities waarbinnen genuanceerde perspectieven zijn:
Realisme en Idealisme -
Epistemologie 2 manieren om kennis te verkrijgen.
1. Inductieve logica: bottom-up: door observaties een theorie ontwikkelen.
2. Deductieve logica: top-down: start met theorie, van daaruit een hypothese ontwikkelen toegepast op observaties → kan bevestigd of verworpen worden (theorie wordt sterker of zwakker). -
Simplificatie om te zeggen dat kwalitatief onderzoek een inductief proces is, er is geen pure inductie of deductie. Zo wordt ook bij inductie observatie beïnvloed door aannames en overtuigingen en de hypotheses bij deductie komen voort uit inductie. Daarom twee verdere logica van onderzoek geïntroduceerd (Blaikie):
- Retroductieve logica: structuren/mechanismen proberen te identificeren die bepaalde patronen in de data kunnen hebben geproduceerd, verschillende modellen uitproberen voor de beste ‘fit’.
- Abductieve logica: uniek voor kwalitatief onderzoek: van de eigen verklaringen van deelnemers (leken) over hun ervaringen een technische verklaring abduceren, daarbij gebruik maken van categorieën van onderzoekers.
-
15-01-2019 KO
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/01/2019
Laat hier meer flashcards zien -
Kwalitatief onderzoek heeft verschillende ontwikkelingen gehad in de loop van de 20e eeuw en een groot aantal verschillende ‘scholen’ zijn hieruit voortgekomen. De meest vormende hiervan zijn:
* etnografie
* fenomenologie
* etnomethodologie
* symbolisch interactionisme
* grounded theory
* constructionisme
* critical theory
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden