A2. Methoden van onderzoek - Data-analyse - Betrouwbaarheidsinterval
3 belangrijke vragen over A2. Methoden van onderzoek - Data-analyse - Betrouwbaarheidsinterval
Hoe worden de onder- en bovengrens van een betrouwbaarheidsinterval ook wel genoemd?
Welke drie dingen zijn van belang bij het bepalen van de betrouwbaarheidsgrenzen?
- De grootte van de steekproef (hoe meer personen, des te dichter liggen de grenzen bij elkaar en zijn de uitspraken nauwkeuriger)
- De spreiding van waarden in de steekproef (grote spreiding, brede interval)
- De gewenste betrouwbaarheid (hoe groter de betrouwbaarheid, des te breder het interval)
Hoe kun je de betrouwbaarheidsinterval inzetten als een alternatieve manier om de t-toets te beoordelen?
Ligt het betrouwbaarheidsinterval in zijn geheel boven of onder 0 dan wordt de hypothese aangenomen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden