Vertelsituatie en identificatie - Jose Sanders, perspectief en vocalisatie in dagbladen, Thema's in taalbeheersing

10 belangrijke vragen over Vertelsituatie en identificatie - Jose Sanders, perspectief en vocalisatie in dagbladen, Thema's in taalbeheersing

5.2 Een probleem met het begrip perspectief is dat er vele uiteenlopende begrippen onder deze term gedefinieerd worden. Wat wordt traditioneel onder de term verstaan?

Een vraag naar het vertel perspectief. Wie is aan het woord?

5.2  In de narratieve tekst onderscheiden we allereerst de  externe verteller. Wat is zijn rol?

Hij kan aanwezig zijn in fictionele teksten als  hij kan toegang hebben tot de gedachten van sommige personages.

De Vocalisatie theorie van Bal en Genette en Caenepeel hoe definieert Bal deze?

Vocalisatie  als de relatie tussen de visie de instantie die ziet en datgene wat gezien wordt. De gene die ziet wordt de focalisator genoemd. Net als de verteller kan deze extern zijn of personage gebonden dus intern.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

5.2 Marie liep naar de keuken. Jan ging koken. Hij pakte  een pan. Marie nam een glas water. Welk perspectief heeft de verteller?

de externe, abstracte verteller wordt verhaald  de op elkaar volgende gebeurtenissen er is geen ingebedde verteller of focalisator.

5.2 Marie liep naar de keuken. Jan was aan het koken. "Wat ruikt dat lekker" zei marie. Duurt het nog lang?

  Marie  is de ingebedde verteller de aanhalingstekens en verschuiving van deïstische vormen naar de verhaal personage zijn signalen voor de directe rede.De externe abstract verteller  verhaald de elkaar opvolgende gebeurtenissen.

5.2 Marie liep naar de keuken. Jan was aan het koken. Marie vroeg of het nog lang duurde. Ze zei, dat ze al trek had.

Marie is de ingebedde verteller. Maar nu  door indirecte rede. Wat zei zegt is  is syntactische ingebed in verteller tekst en de deïstische   vormen gaan uit van de verteller.

5.2  Marie keek in de keuken. Jan was aan het koken. Wat rook dat heerlijk. Zou het nog lang duren ze had nu al trek.

Er is geen ingebedde verteller aan het woord. Nietemin krijgen we de indruk dat wat volgt  na de eerste zin, waarneming en gedachten zijn van Marie. Zonder dat het expliciet vermeld wordt en zonder dat deze zinnen gevocaliseerd zijn. We kijken door de ogen van Marie en krijgen haar subjectieve visie.

Vocaliserende midellen kunnen gedefinieerd worden als

Een vorm van tekstuele perspectivering waarbij de visie van gebeurtenissen en personages niet wordt gegeven door externe objectieve verteller maar door een personage in de tekst.  De subjectieve visie wordt dus ingebed in de externe vocalisatie door de verteller.

5.2 Hoe komt focalisatie presies tot stand?

In de zin  Marie kijk in de keuken zien we een werkwoord van waarnemen( Bal 1990) In het algemeen kunnen werkwoorden van cognitie en perceptie, zoals zien denken, horen  en weten beschouwd worden als vocaliserende werkwoorden. Zij hebben een faciliterend effect  voor perspectief: wat erop volgt kan geïnterpreteerd worden als gedacht of waargenomen door het subject van het vocaliserende werkwoord.

5.2 In de zin Jan was aan het koken speelt het aspect van de zin een belangrijke rol hoe?

Statische zinnen, waar de narratieve tijdlijn  niet voorgaat, maar die descriptief van karakter zijn, zijn perspectietivistische  gesitueerd ( perspectivally situeted) Caennepeel 1989.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo