OHC Niet-achterhoofdsligging a terme - Aantekeningen

19 belangrijke vragen over OHC Niet-achterhoofdsligging a terme - Aantekeningen

Wat is de incidentie van:
  1. hoofdliggingen
  2. stuit liggingen
  3. dwars en overige liggingen

  1. 96%
  2. 3%
  3. 0,5%

Wat is de incidentie van:
  1. hoofdliggingen
  2. stuit liggingen
  3. dwars en overige liggingen

  1. 96%
  2. 3%
  3. 0,5%

Een vorm van een achterhoofdsligging is een hoge rechtstand. Er is hier onderscheid te maken in twee soorten. Welke?

Voorste hoge rechtstand en achterste hoge rechtstand.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

  1. Wat is de definitie van een hoge rechtstand?
  2. En hoe ziet dit eruit in een plaatje met een bekken? Beeld dit in voor alle 2 de soorten hoge rechtstanden.
  3. Wat voor interventies kan je bij deze liggingen inzetten?

Definitie: een achterhoofdsligging, maar bij H1 - H2 al Aav of Aaa.

Zie afbeelding. Links = voorste hoge rechtstand en rechts = achterste hoge rechtstand.

Bij een Aaa ligging --> houdingsveranderingen: all fours (zwaartekracht)
Bij een Aav ligging --> bewegen (goed husselen/dansen)

Wat is gunstiger; een voorste of achterste hoge rechtstand? En waarom?

Een voorste hoge rechtstand is gunstiger. Het voorhoofd zit hier tegen promotorium en draait bij voldoende weeën naar A.a.l.v of A.a.r.v. En later terug naar A.a.v.
Bij een achterste hoge rechtstand stagneert vaak het hoofd op de symfyse.

Wat is de definitie van een diepe dwarsstand? En wat voel je dan bij een vaginaal toucher?

Een achterhoofdsligging, waarbij er sprake is van verminderde flexie. Bij toucher zijn beide fontanellen te voelen en ligt de pijlnaad (nagenoeg) dwars met het hoofd op de bekkenbodem.

Wat is lastig aan een diepe dwarsstand? En welke vier interventies kan je (dan) inzetten?

Bij een normaal bekken kan de spildraai, al dan niet na weeënstimulatie, vaak alsnog spontaan plaatsvinden en kan het kind in achterhoofdsligging geboren worden. Bij bekkenvernauwing (androïd bekken) is er geen ruimte voor spildraaien en zal het hoofd niet kunnen indalen.

Interventies zijn:
  • Weeënstimulatie
  • Zijligging van de moeder aan de zijde van de rug van het kind: voor bevorderen flexie
  • Digitale correctie (tijdens wee, met twee vingers aan de zijkant van het hoofd, deze flecteren/roteren)
  • Vacuümextractie     

Wat zijn de 5 mogelijke schedelmaten waarin een foetus in geboren kan worden? Benoem bij elk nummer in de afbeelding:
  1. de foetale schedel maat
  2. de doorsnede in cm
  3. bij wat voor ligging deze schedelmaat hoort.

Betekenis begrippen:
  • Occiput - achterhoofd
  • Mento - kin
  • bregmatica - grote fontanel
  • fronto - voor
  • sub - achter

Afbeelding:
  1. Distantia suboccipito bregmatica - 9,5 cm - achterhoofdligging met maximale flexie
  2. Distantia suboccipito frontalis - 10 cm - achterhoofdsligging met normale flexie
  3. Distantia fronto occipitalis - 12 cm - kruinligging geen flexie of deflexie
  4. Distantia submento bregmatica - 9,5 cm - aangezichtsligging maximale deflextie
  5. Distantia mento occipitalis - 13,5 cm - voorhoofdsligging deflexie  

Wat is belangrijk om te beseffen bij een baring met een kruinligging?

Deze baring duurt meestal langer. Neem dit dan ook mee in je begeleiding!

Asynclitisme is een fysiologisch verschijnsel tijdens het indalen. Wat is hiervan de definitie?

Het niet samenvallen van de pijlnaad in de bekkenas.

Wat houden de volgende begrippen in? En hoe ziet dat eruit?
  • Asynclitisme posterior
  • Synclitisme
  • Asynclisitsme anterior

  • Asynclitisme posterior
    • Achterste wandbeen het diepst % pijlnaad voor de bekkenas
  • Synclitisme
    • pijlnaad loopt door de bekkenas
  • Asynclisitsme anterior
    • Voorste wandbeen diepst & pijlnaad achter bekkenas

Geef in twee woorden de definitie van een wandbeenligging (=pathologie!).

Versterkt asynclitisme.

Er is hierin onderscheid te maken in een voorste en achterste wandbeenligging. Van welk soort asynclitisme (posterior/anterior) is hier sprake en wat voel je bij een VT?

Voorste wandbeenligging:
  • asynclitismus anterior; oortje ligt voor en pijlnaad achter de bekkenas

Achterste wandbeenligging:
  • asynclitismus posterior: oortje ligt achteren de pijlnaad voor de bekkenas

Wat is/hoe heet de doorsnijdende maat en hoe groot is deze bij een voorhoofdsligging? Wat is hiervan het gevolg?

Distantia mento-occipitalis; 13,5 - 14 cm. A terme baring onmogelijk --> SC

Wat is de incidentie van een aangezichtsligging?

0,05 - 0,5%

Wat is de definitie van een aangezichtsligging? En wat moet dit kind NIET gaan doen?

Ultieme deflectieligging. Dit kind moet niet gaan flecteren omdat het anders een voorhoofdsligging wordt.

Waar heb je bij een baring in aangezichtsligging meer kans op dan bij een baring in A.a.v.?

Op een ruptuur van het perineum.
Het hoofd snijdt in met een doorsnede van 9,5 cm. Het achterhoofd maakt echter een enorme flexiebeweging. De doorsnede neemt hiermee toe tot 11,5 cm. Daarnaast is er veel druk op het perineum. Wat maakt dat je eerder perineumletsel heb.

Wat is het verschil tussen voorliggende en uitgezakte kleine delen?

In beide gevallen ligt een klein deel (hand, voet, navelstreng) lager dan het voorliggend deel (meestal hoofd).
Bij voorliggende delen staan de vliezen nog. Bij uitgezakte delen zijn de vliezen gebroken.

Wat betekend het als er een nevenliggend klein deel is?

Een hand, voet, navelstreng ligt naast het voorliggend deel. Als het voorliggend deel dieper komt blijft het handje echter op dezelfde plaats, waardoor het probleem is opgelost.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo