Samenvatting: Ons Voedsel / Druk Heruitgave Over Wat Erin Zit, Hoe Het Wordt Gemaakt En Wat Het... | 9789059566323 | Frans de Jong

Samenvatting: Ons Voedsel / Druk Heruitgave Over Wat Erin Zit, Hoe Het Wordt Gemaakt En Wat Het... | 9789059566323 | Frans de Jong Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ons voedsel / druk Heruitgave over wat erin zit, hoe het wordt gemaakt en wat het met ons doet | 9789059566323 | Frans de Jong

  • 0 Proeftentamen

    Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
    Laat hier meer flashcards zien

  • Op een ei staat het cijfer 0, 1, 2 of 3. Leg per cijfer uit wat het betekent en welke twee andere codeser op een ei staan.

    0 = biologisch, 1 = vrije uitloop, 2 = scharrel, 3 = kooi. De andere twee codes zijn een landcode, bijv.
    NL, en een veehouderijcode.
  • Wat is de THT (tenminste houdbaar tot datum)?

    De garantie dat het product nog niet in kwaliteit achteruit is gegaan.  Vlees en melk kun je beter niet na deze datum eten.
  • Zuurkool is een gefermenteerd product. Benoem van welke koolsoort zuurkool wordt gemaakt. Geef eenkorte definitie van fermenteren en benoem drie stappen in het fermentatieproces van zuurkool.

    Zuurkool wordt gemaakt van witte kool. Fermenteren is een proces waarin via chemische omzettingen
    van het uitgangsproduct met behulp van micro-organismen een product ontstaat met een andere
    smaakgewaarwording. Stappen in het fermentatieproces zijn:
     creëren van een zuurstofarm milieu en zout toevoegen waardoor de bacteriegroei wordt
    geremd;
     omzetting van suiker in melkzuur door zouttolerante bacteriën waardoor de pH daalt;
     verdere verzuring / pH-daling door melkzuurbacteriën tot 3,5;
     stoppen van de verzuring omdat bij een pH lager dan 3,5 melkzuurbacteriën niet verder kunnen
    werken.
  • waarom staat de THT datum op margarine en niet uiterste consumptiedatum.

    Omdat margarine is uit microbiologisch oogpunt niet zeer bederfelijk. Daarom wordt de THT datum gebruikt. Margarine is namelijk na deze datum nog niet bedorven, alleen de kwaliteit is achteruit gegaan.
  • Na de oogst gaat de voedingswaarde van groente achteruit. Benoem de vitamine waarvan het gehalte ingroente het snelst achteruit gaat. Benoem drie maatregelen die in de industriële bewerking wordentoegepast om de achteruitgang in voedingswaarde tegen te gaan. Benoem drie maatregelen die deconsument thuis kan nemen om de achteruitgang in voedingswaarde tegen te gaan.

    Vitamine C. Maatregelen in de industrie zijn: duur tussen oogst en verwerken is maximaal 1 dag,
    gebruik van scherpe messen waardoor de celstructuur niet wordt aangetast, wassen in ijswater,
    verwerken en verpakken onder een beschermde atmosfeer. De consument kan achteruitgang beperken
    door: groenten met een scherp mes te snijden, gesneden groenten gelijk te verwerken, niet te veel
    water gebruiken bij het koken, op juiste temperatuur en plaats bewaren, niet te lang wassen.
  • Op een stuk kaas staat ‘48+’. Leg uit wat dit betekent.

    Het getal op de kaas betekent dat de droge stof van de kaas voor 48% uit vet bestaat. Omdat bij het
    bewaren het vochtgehalte verandert staat er een + achter om aan te duiden dat het vetgehalte naar
    boven mag afwijken.
  • Leg in ca. drie zinnen uit wat gluten zijn en wat de rol van gluten is in het proces van brood maken.Benoem drie glutenbevattende graansoorten en drie glutenvrije graansoorten.

    Gluten zijn eiwitten in het endosperm van de graankorrel. Gluten zijn verantwoordelijk voor de
    kneedbaarheid en elasticiteit van brooddeeg omdat met name glutamine ervoor zorgt dat de losse
    eiwitten goed aan elkaar blijven plakken. In het deeg vormen gluten vliesjes waarin koolzuur die bij de
    gisting/het rijzen ontstaat niet kan ontsnappen en het deeg uitzet en poreus/luchtig wordt.
    Glutenbevattende granen: tarwe, spelt, triticale, rogge, gerst.
    Glutenvrije granen: boekweit, quinoa, amaranth, haver, rijst, gierst/sorghum, teff.
  • Wat zijn de voor- en nadelen van vis kweken?

    Voordelen:
    • het helpt tegen overbevissing
    • Gekweekte vis is het hele jaar door beschikbaar in elke gewenste grootte
    • Er is geen bijvangst die overboord gegooid moet worden
    • Er hoeven geen schepen die zee op die de oceaan vervuilen
    Nadelen:
    • Vissen zitten met grote aantallen dicht op elkaar gepakt in open zee. Ze vervuilen met hun poepjes de zee
    • Ze verspreiden ziekten en parasieten onder wilde vissen
    • Als kweekvissen ontsnappen en ze paaien met wilde vissen, ontstaan er genetische afwijkingen, waardoor zalm bv zijn migratieroutes niet meer herkent
  • Leg in ca. drie zinnen het principe van genetische modificatie uit. Noem twee argumenten vanvoorstanders van genetische modificatie en twee argumenten van tegenstanders van genetischemodificatie. Beschrijf wat er in de Warenwet staat over etikettering van genetisch gemodificeerdeproducten.

    Bij genetische modificatie worden in de kiemfase één of meer genen uit een DNA-molecuul gehaald of
    er worden genen van een andere organisme aan toegevoegd. Hierdoor ontstaat een organisme met
    méér, minder of andere (gunstigere) eigenschappen. Argumenten van voorstanders: hogere
    landbouwopbrengsten, grotere voedselzekerheid, minder bestrijdingsmiddelen nodig. Argumenten
    tegenstanders: biodiversiteit neemt af, langetermijngevolgen voor gezondheid mens onbekend,
    langetermijngevolgen natuur onbekend. Volgens de Warenwet moet op een etiket melding worden
    gemaakt als er gebruik is gemaakt van genetisch gemodificeerde producten,.
  • Benoem 12 van de 14 allergenen die verplicht op de verpakking moeten staan indien deze in eenproduct zitten en leg uit wat de may contain-toepassing inhoudt.

    Allergenen: ei, melk, pinda, lupine, noten, zwaveldioxide/sulfiet, vis, schaal- en schelpdieren, gluten,
    mosterd, sesamzaad, selderij, weekdieren, soja. De may-contain-toepassing houdt in dat fabrikanten op
    de verpakking zetten dat een product sporen van een allergeen kan bevatten als een product in een
    fabriek worden geproduceerd waar allergenen worden verwerkt, waardoor kruisbesmetting mogelijk is.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart