De leerlingen en hun mogelijkheden - Kenmerken van de kleuterleeftijd
6 belangrijke vragen over De leerlingen en hun mogelijkheden - Kenmerken van de kleuterleeftijd
In aanvulling op Venger noemt Podd’jakow (1985) nog een kenmerk van de kleuterleeftijd dat de ontwikkeling beïnvloedt: kleuters beschouwen dingen overwegend op zich zelf, geïsoleerd en brengen ze niet in verband met andere dingen. Ze hebben nog geen ordenende kaders.
Waarom is dit van invloed op de mogelijkheden van kinderen?
Het handelingsrepertoire is daardoor nog geen bewust bezit dat via zelfsturing kan worden ingezet.
Wat heeft zich nog niet ontwikkeld bij kleuters zolang ze gericht zijn op direct resultaat van hun activiteit?
De gerichtheid van kleuters op het aanschouwelijke wil niet zeggen dat kleuters geen abstractie kunnen verwerven.
In hoeverre is het handelingsniveau van kleuters ontwikkeld?
Kleuters hebben een voorkeur voor de waarneembare aspecten van dingen en situaties. Het waargenomene wint het bij kleuters nog van het weten.
Bijvoorbeeld bij het overschenken van water van een hoog naar een breed glas weet het kind wel degelijk de regel dat de hoeveelheid water niet verandert door het overschenken, maar het ziet het vloeistofniveau dalen en zegt daarom dat het minder water wordt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Dat kleuters vooral spelen wil niet zeggen dat ze niets leren, integendeel. Zij doen veel ervaringen op tijdens hun spel, maar dit gebeurt incidenteel en niet intentioneel. Zij leren spelenderwijs.
Wat leren kleuters vanuit hun spel?
Het kind brengt zijn eigen intrinsieke leerordening teweeg, doordat het zijn eigen bezigheden kiest;
sociale en communicatieve vaardigheden, bijvoorbeeld in rollenspellen;
ze leren het standpunt van een ander in kunnen nemen;
ze leren taal te gebruiken als communicatieve functie, maar óók als denkfunctie: daardoor neemt het abstactievermogen toe.
Wat moeten kinderen volgens Venger (1985) rond hun zevende jaar ontwikkeld hebben om de daarop volgende schooljaren met succes te kunnen doorlopen?
- ze graag leren;
- ze steeds beter leren leren;
- ze moeten situaties en opgaven denkend kunnen analyseren;
- ze moeten logisch kunnen redeneren.
Wat zijn de gedragskenmerken van kleuters die niet stroken met de eisen die het schoolonderwijs stelt volgens Venger (1985)?.
- Kleuters zijn vooral bezig met spelactiviteiten: hun dag is vooral gevuld met spelen;
- overwicht van de aanschouwelijke sfeer in het cognitieve functioneren;
- kleuters zijn gericht op direct resultaat, en hebben geen aandacht voor de manier waarop dat moet worden bereikt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden