Introductie - Steinberg (2001)
4 belangrijke vragen over Introductie - Steinberg (2001)
Onderzoek naar de ontwikkeling van adolescenten is de afgelopen 13 jaar sterk uitgebreid sinds de laatste uitgebreide herziening in 1988.
- Vier trends zijn waarschijnlijk verantwoordelijk voor de toegenomen belangstelling:
1. Invloed van het ecologisch perspectief op de menselijke ontwikkeling, waardoor de aandacht wordt gevestigd op perioden van dramatische contextuele veranderingen.
2. Methodologische verbeteringen in het bestuderen van de puberteit maakten het testen van "biosociale" modellen mogelijk.
3. Verschuiving in financieringsprioriteiten voor onderzoek naar toegepaste gebieden zoals sociale problemen die zich voordoen in de adolescentie.
4. Longitudinale studies, gestart in 1980, verschoven de focus naar de adolescentie naarmate de steekproeven volwassener werden.
Geef aan hoe adolescenten tijdens deze periode omgaan met hun leeftijdsgenoten
- Peerculturen vormen geen "generatiekloof" maar beïnvloeden zowel positief als negatief.
- Menigten ontstaan in de vroege adolescentie op basis van reputaties, terwijl kliekjes kleine, op vriendschap gebaseerde groepen zijn.
- Zowel menigten als kliekjes beïnvloeden identiteit en gedrag.
- Populariteit en afwijzing worden beschreven; effecten zijn afhankelijk van andere kenmerken.
- Hechte vriendschappen worden intiemer en ondersteunend.
- Weinig onderzoek naar romantische relaties. (p. 94-98)
Wat is terug te zien in de relatie met broers of zussen bij adolescenten
- Verwantschap tussen broers en zussen is emotioneel geladen met conflicten maar ook met zorg.
- Conflicten nemen toe in de vroege adolescentie en nemen daarna af.
- Kwaliteit van relaties met broers en zussen geassocieerd met voordelen en risico's.
- Verschillende behandeling door ouders in verband met problemen. (p. 100-101)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wordt er bedoeld met behavioral genetics
- Additief model verdeelt variantie in eigenschappen over genetische, gedeelde omgevings- en niet gedeelde omgevingsinvloeden.
- Genetische en niet gedeelde omgevingsinvloeden sterker in adolescentie.
- Genetica sterk gekoppeld aan agressie, antisociaal gedrag, competentie, zelfbeeld, intelligentie.
- Beoordelingen van familiale omgeving kunnen genetica weerspiegelen.
- Sommige invloed van ouderschap kan worden verklaard door genetische overdracht. (p. 98-100)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden