Startpagina / Samenvattingen / Ontwikkeling en ontwikkelingsproblemen van adolescenten / nnsi-zelfmoord-adolescenten

Non-suicidal self injury and suicide

34 belangrijke vragen over Non-suicidal self injury and suicide

Waarom is non suicidal self injury een paradoxaal onderwerp

Omdat mensen een drive hebben voor overleving, maar we doen soms dingen die hier tegenin gaan

Waar leidt het niet kunnen reguleren van hevige emoties en toegenomen impulsiviteit niet te kunnen inhiberen naar

Naar risicovolle gedragingen

Wat is een sterke voorspeller van non suicidal injury (NNSI) en zelfmoord

Interpersoonlijke stress

In welke leeftijdsgroep komt interpersoonlijke stress meer voor

Komt meer voor onder adolescentie, dus niet gek dat NNSI en zelfmoord meer voorkomen tijdens adolecentie

Welke termen horen onder non suicidaal (Zonder intentie om dood te gaan)

Suïcide dreigingen/ gebaren
zelfbeschadigende gedachten
zelfbeschadiging

Wat is de definitie van non-suicidal self injury

is een directe en opzettelijke destructie van het eigen lichaam, zonder suïcidale intenties. Het is dus niet hetzelfde als zelfbeschadiging

Waarom is het binnen de wetenschap belangrijk om een onderscheid te maken tussen gedragingen met suïcidale intentie en gedragingen zonder suïcidale intentie

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen gedragingen met suïcidale intentie en gedragingen zonder suïcidale intentie omdat dit helpt bij het begrijpen en behandelen van suïcidaal gedrag. Door onderscheid te maken, kunnen onderzoekers en zorgverleners effectievere interventies ontwikkelen om mensen in nood te helpen. Het kan ook helpen om risicofactoren te identificeren en preventieve maatregelen te nemen.

Wat zijn voorbeeld van non suicidal self injury

Voorbeelden zijn snijden, branden, krabben, of zichzelf slaan zonder dodelijke bedoelingen; je brengt schade toe aan je eigen lichaa,

Waarom is NNSI gevaarlijk

Omdat het een risicofactor is voor zelfmoord

Waarom is NNSI trans-diagnostisch?

In de DSM werd NNSI eerst omschreven als een symptoom van een andere stoornis (o.a. depressie en borderline), maar het is ook soms gevonden bij individuen zonder een stoornis; het is dus trans-diagnostisch. In de DSM-5 worden daarom criteria voorgesteld voor NNSI op zichzelf.

Wat is de prevalentie van NNSI

In gemeenschap-steekproeven van jongeren; 15 tot 25%

Binnen welke leeftijdsgroep is de prevalentie van NNSI het hoogst

Van 10 - 17 jaar (17,2%) en neemt af als adolescenten ouder worden

In de klinische sample zie je een hoge prevalentie bij NNSi, wat is hierbij de prevalentie

30 tot 82,4%

Waar of niet waar:

De prevalentie van NNSI is gelijk in alle landen -> onafhankelijk van cultuur.

Waar

NNSI wordt uitgelegd in het 4 functie model; het wordt behouden door vier functionele beloningsprocessen. Welke vier beloningsprocessen zijn dit?

1. Automatisch positief
2. Automatisch negatief
3. Sociaal positief
4. Sociaal negatief

Wat zijn sociale risicofactoren (die vaak interacteren met negatieve gevoelens)?

- Proximale factoren: negatieve peer-ervaringen zijn enorm vervelend voor adolescenten -> ze hebben namelijk een erg sterke need to belong. Problemen die kunnen ontstaan: pesten, afwijzing en de afwezigheid van vrienden. Ook de kenmerken van vrienden hebben een invloed op de NNSI. De steun van vrienden en hun NNSI is erg bepalend. Er is sprake van contagion binnen dyadische relaties, vooral voor jonge meisjes
- Distale factoren: mishandeling in de kindertijd. Dit is een sterke predictor van zelfkritiek

Hooley & Franklin (2018) leggen het benefits and barriers model uit. Wat zijn de mogelijke benefits van NNSI?

De mogelijke voordelen die mensen halen uit NNSI zijn: een beter affect (eerder uitgebreid besproken), zelf-bestraffing, sterkere affiliatie met peers (als zij ook aan NNSI doen) + NNSI is soms een communicatievorm (distress/kracht). De affectieve voordelen spelen vaak een kleine rol in het selecteren van NNSI als effectief gedrag, maar ze spelen een grotere rol in het behoud ervan. Niet-affectieve voordelen doen vaak het tegenovergestelde! Alle NNSI-voordelen zijn zwakke voorspellers van NNSI; ze komen alleen naar voren als de NNSI-barrières voldoende verminderd zijn.

Wat moeten clinicus in behandeling bij NNSI

Deze barrieres versterken!! Je ziet vaak dat 50% van de mensen stopt met NNSI na de eerste keer ( waarschijnlijk omdat de barrieres snel weer terugkomen) en 50% komt wel in negatieve spiraal

Waarom is zelfmoord een enorm groot probleem (onderzoek uit Amerika)

: het is de 2 na grootste oorzaak van overlijden onder adolescenten (in Amerika), er zijn 1 miljoen zelfmoorden elk jaar (en dit getal wordt waarschijnlijk ook nog eens onderschat), de kans dat je overlijdt aan zelfmoord is 5x hoger dan dat je overlijdt aan HIV (Amerika), elke 40 seconden neemt iemand zijn eigen leven + meer mensen nemen hun eigen leven dan dat ze anderen vermoorden -> enorm verontrustende cijfers.

Waarom is zelfmoord lang niet onderzocht in de wetenschap

Door taboe maar ook vanwege ethiek ( > je wilt jongeren niet aanmoedigen)

Hoeveel procent van deze adolescente meiden (15%) doet ook daadwerkelijk een zelfmoordpoging

40% van al deze meiden (meer bij oudere meiden)

Hoe werkt ons fysiologische stressreactie

ons lichaam reageert op stress aan de hand van de HPA-as (hypothalamus -> pituitary (hypofyse) -> adrenal (bijnier)), het ANS (autonome zenuwstelsel: parasympatisch en sympathisch) en het immuunsysteem. De hersenen (o.a. de vagus zenuw en PFC) reguleren al deze processen. De HPA-as activeert het stresshormoon cortisol -> dit is een adaptieve reactie op acute stress, omdat je lichaam fight-or-flight activatie krijgt.

Wat gebeurt er als cortisol te lang of hevig aanwezig in ons lichaam

Dan zien we een negatief effect op ons cognitieve functioneren; minder goed zijn in het maken van beslissingen en probleemoplossingen en een beperkte emotionele sensitiviteit > leidt tot minder adaptiviteit

Hoe zien we deze fysiologische stressreacties terug bij adolescenten

Dit zien we duidelijk terug bij adolescenten: een hogere fysiologische reactiviteit tijdens stress en minder goede skills om deze verhoogde signalen flexibel te reguleren. Het stress-systeem is vaak nog minder in balans als er sprake is van psychologische problemen.

Wat werd er in het ARCH project onderzocht (Adolescent relationship, coping and health)

werd onderzoek gedaan naar de fysiologische arousal bij meisjes met een geschiedenis aan mentale stoornissen tijdens de Trier Social Stress Test (het krijgen van negatieve evaluaties van een paar observeerders). Er werden 3 groepen gevonden: 1 met hyperreactieve cortisol-afgifte, 1 met normale afgifte en 1 met hypo-reactieve afgifte. Meisjes met hyperreactiviteit liepen een hoger risico op suïcidale ideation. Dit was dus wel een goede predictor! Ook de hypo-reactiviteit was soms voorspellend.

Wat was de conclusie van ARCH project

à Dus: dis-gereguleerde (hyper-/hypo-) reacties van fysiologische stresssystemen verhogen het risico op zelfmoord tijdens de adolescentie. Dit wijst dus op een biologische kwetsbaarheid voor suïcidaal gedrag. De HPA-as interacteert daarnaast met interpersoonlijke stress. Een minder goede regulatie door het parasympatische deel van het ANS (gemeten door de variabiliteit van de hartslag -> RSA) kan ook samenhangen met zelfmoord -> onderzoek = nodig.

Recent onderzoek kijkt ook naar de samenhang tussen zelfmoord bij adolescenten en epi-genetische mechanisms. Wat wordt hiermee bedoeld

cytokines (leidend tot ontstekingen in het lichaam (en depressie) in reactie op acute stress) + andere genetische markers: polyamines, mt-DNA en DNA-methylation. Hier moet meer onderzoek naar worden gedaan, net als naar de neurale markers van een verhoogd risico op zelfmoord: een slechter werkende hippocampus en cerebellum en verminderde connecties tussen de amygdala en de PFC (meer disregulatie).

Wanneer wordt er overgegaan van suïcidale ideation naar daadwerkelijke gedrag (niet veel voorkomend)

. Het gebeurt meestal alleen bij gebrek aan cognitieve controle (?), angststoornissen, PTSD, drugsmisbruik, gedragsstoornissen en een geschiedenis van mishandeling. Ook NNSI speelt een rol hierbij: 7 keer meer kans op suïcidaal gedrag.

Zelfmoordpogingen zijn sterk afhankelijk van een zogenaamde acquired capability of suïcide, wat wordt hiermee bedoeld

we zijn biologisch gemaakt om bang te zijn voor zelfmoord (self-preservation instinct). Maar: suïcide wordt een aantrekkelijker alternatief bij een hogere tolerantie voor fysieke pijn (verkregen door bijv. NNSI) en minder angst voor de dood (depressie).

Hoe worden adolescenten met een hoger risico voor zelfmoord gescreend

aan de hand van screeningsvragenlijsten (de Columbia Suicide Severity Rating Scale en Ask About Suicide Questionnaire) en aan de hand van machine learning (een algoritme gebruiken om een pc de voorspellingen te laten maken op basis van allerlei factoren).

Tot heel kort geleden was er geen evidence based behandeling voor NNSI en suïcide. Wat hebben ze nu voor therapy

Dialectical behavior therapy van Marsha Linehan

Wat houdt Dialectical behavior therapy in

Deze behandeling vermindert de disregulatie in emoties, interpersoonlijke situaties en gedrag a.d.h.v. een wekelijkse individuele therapievorm (16-24 weken). Ook wordt de hele familie meegenomen en is er telefoon-coaching. DBT-A had veel positievere resultaten in RCT-tests dan gewone zorg.

Hoe moeten mensen met NNSI volgens Hooley & Franklin (2018) behandeld worden

Deze barrières spelen ook een grote rol bij suïcidaal gedrag en ze kunnen dan ook de link tussen NNSI en zelfmoord verklaren. In de behandelingen moet de clinicus de barrières versterken! Je ziet vaak dat 50% van de mensen stopt met NNSI na de eerste keer (waarschijnlijk omdat de barrières snel weer terugkomen) en 50% komt wel in een negatieve spiraal.

Wat is het model van Miller and Prinstein (2015)

Zie afbeelding hiernaast

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Ontwikkeling en ontwikkelingsproblemen van adolescenten

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding