Kinderen en groepen - Wat is een groep? - Theorieën over groepsontwikkeling
16 belangrijke vragen over Kinderen en groepen - Wat is een groep? - Theorieën over groepsontwikkeling
Wat zijn zich herhalende fasetheorieën?
In welke twee vormen kun je de theorieën over groepsontwikkeling scheiden
?
* de opeenvolgende fase theorieën (Moreland&Levine, Worchel, Remmersvaal, Tuckman)
De fases die gehanteerd worden bij de zich herhalende fasetheorieën lopen uiteen. welke hanteert Bion en welke Schutz?
- afhankelijkheid van de leiding
- paarvorming onder de groepsleden voor emotionele steun
- vecht-vluchtreacties op bedreigingen
Schutz:
- problemen van inclusie (wel/niet opgenomen worden in de groep en de vraag of men zich wil inzetten voor de groep)
- Problemen van controle (leiderschapsstrijd/hiërarchie)
- problemen van affectie: emotionele integratie, paarvorming en de oplossing van intimiteitsproblemen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem twee onderschrijvers van de zich herhalende fasetheorie in de groepsontwikkeling en geef beknopt hun visie weer.
* afhankelijkheid van de leiding;
* paarvorming onder de leden (emotionele steun)
* vecht-vluchtreacties op bedreigingen.
Volgens Schutz ontwikkelt een groep zich door :
* problemen van inclusie (acceptatie)
* problemen van controle (leiderschapsstrijd, hiërarchie;
*problemen van affectie (emotionele integratie, paarvorming)
Volgens Worchel kunnen er zes fasen in de groepsontwikkeling worden onderscheiden, welke?
- Een gebeurtenis die de leden samenbrengt
- De leden identificeren zich met de groep
- De aandacht verlegt zich naar de productiviteit van de groep
- De aandacht richt zich op individuele groepsleden die in onderhandeling zijn met de groep
- De groep valt uiteen
Waar richten de zich herhalende fase theorieën in de groepsontwikkeling zich op.
Waar richten de opeenvolgende fase theorieën in groepsontwikkeling zich op.
Een andere opeenvolgende-fasetheorie is die van Tuckman. Hij kenmerkt de volgende fasen:
- Storming
- Norming
- Performing
- Ad-journing
Wat is de meest bekende opeenvolgendefasetheorie in groepsontwikkeling?
* forming --> periode van oriëntatie en testen van elkaar.
* storming --> conflicten, confrontatie
* norming --> een groep bereikt consensus over de rolstructuur en de groepsnormen.
* performing --> optimalisatie in samenwerking om groepsdoelen te behalen.
* adjourning --> het uit elkaar vallen van de groep.
De theorie van tuckman vormt de basis voor de fasering van zowel zowel Brehm als Gielis. Wat is de Nederlandse terminologie die Brehm hanteert voor deze fases?
- bestorming
- normering
- prestatie
- opheffing
Wat zal een volwassene proberen te doen als hij de leiding over de groep heeft (Gielis)?
Volgens Schutz (1958) ontwikkelt een groep zich door en aan welke basisbehoefte (Gielis e.a., 2003) kunnen deze gekoppeld worden?
- problemen van controle (invloed hebben)
- problemen van affectie (persoonlijk contact)
Wat zijn de groepsfases volgens Remmerswaal (2004)?
- oriëntatiefase: groep stelt zich afhankelijk voor begeleiding en programma
- machtsfase : op zoeknaar een passende invloedsverdeling.
- affectiefase: onderlinge verhoudingen centraal accepteren van anderen
- fase van de autonome groep: accepteren van zichzelf in relatie tot de anderen.
- afsluitingsfase :
Geef een korte omschrijving van de door Brehm gehanteerde fasen:
Bestorming: zoektocht naar eigen plek binnen de groep
Normering: ontstaan van de normen binnen de groep
Prestatiefase: waar het echte werken plaats kan vinden.
Opheffing: (bezig gaan met de) afronding van het groepsproces.
Wat is de volgorde van fasen wanneer er wel begeleiding is?
De normering wordt naar voren gehaald en min of meer geïntegreerd in de vormingsfase (gedragingen en duidelijke regels aan het begin).
Wat heeft invloed op de groepsontwikkeling?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden