Gedragsfenotype
16 belangrijke vragen over Gedragsfenotype
Noem de belangrijkste kenmerken van moleculaire genetica
- herhaling
- chromosomen; 23 paren
- chromatide: korte arm (p) en lange arm (q)
- DNA
- genen
Wat voor soort genetisch onderzoek kan er gedaan worden?
- DNA onderzoek (bijvoorbeeld micro-array, array-CGH, MPS) ; kijken of de structuur in orde is, of er misschien mutaties in zijn opgetreden.
Leg uit wat alle vormen van mutaties inhouden.
- denovo; deze ontstaan spontaan, dus nog niet bij de ouders aanwezig.Deletie: er ontbreekt een stukje van de chromosoom, stukje DNA ontbreekt, dus echt een stukje van de genen. Duplicatie: er is iets dubbel aanwezig, teveel aan materiaal (chromosomen), kan ook leiden tot problemen.- - Inversie: stukje van het chromosoom is gewoon omgedraaid. Meestal levert dit GEEN problemen op in het functioneren.
- - Insertie: stukje omgedraaid, hoeft ook niet altijd tot problemen te leiden, ligt er maar net aan.
- Translocatie: stukje breekt af en gaat dan aan een ander stukje ‘zitten’. Ligt er aan of dit tot problemen leidt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem de belangrijkste punten uit het artikel van Hodapp:
- Belangrijk dat je weet wat de oorzaak van het ID is, zodat je kan inschatten wat de zwakke en sterke kanten van het kind zijn.
- Hier kan dan specifiek en doelgericht op ingezet worden.
- De interventies die zich richten op de verstandelijke beperking zijn helemaal niet evidence-based; het is nog steeds niet bekend dat het zoveel beter is.
- In het artikel worden de sterke en zwakke kanten van het down-syndroom tegen over elkaar gezet.
Hoe veel kinderen worden in NL met het down-syndroom geboren?
Benoem de uiterlijke kenmerken van het down-syndroom
o Kleine oren
o Korte nek met extra huidplooi
o Grote tong
o Kleine schedelomvang
o Vlak gelaat
o Algehele spierslapte (hypotonie)
o Korte, brede handen met dwarse plooi in handpalm
lichte tot matige verstandelijke beperking
Benoem de etiologie van het Williams-syndroom (Williams-Beuren syndroom)
Benoem de preventie van het Williams-syndroom in Nederland.
Uiterlijke kenmerken van het Williams-syndroom
- volle vooruitstekende wangen
- korte omhooggebrachte neus
- forse bovenlip
- brede bovenkaak en mond
- relatief smalle onderkaak en kin
- kleine tanden met enige tussenruimte
- volle lippen
- lage spierspanning (hypotonomie)
- overstrekbare gewrichten
- verhoogde gehoorscherpte (hyperacusius)
- lichte tot matige verstandelijke beperking
- houden ook erg van muziek
Welk stukje bij het Prader-Willy syndroom heb je dubbel? Geef hiervoor ook het begrip.
Benoem de etiologie van het Prader Willy syndroom:
- deletie 15q 11-13 = 70%
- uniparentele maternale disomie = 25-30%
- Imprinting defect of translocatie = 3-5%
Wat is de prevalentie van het Prader-Willy Syndroom? Europa en Nederland.
Benoem de etiologie van het Angelman syndroom.
- deletie van 15q 11-13 (60-65%)
- uniparentele paternale disomie (2-5%)
- imprinting defect (2-5%)
- mutatie in UBE3A gen (10%)
- Onbekend defect (5-26%)
Wat is de incidentie voor het Angelman syndroom?
Bij welke geslachtsgroep komt het Rett-syndroom vooral voor?
Benoem de prevalentie en de incidentie van het RETT-syndroom
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden