Kaart 151-200
12 belangrijke vragen over Kaart 151-200
Waaraan herken je schade in de posterieure parietele cortex?
Waaraan herken je schade in de visuele cortex?
Waaraan herken je schade in het supplementaire motorgebied?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waaraan herken je cerebellaire disfunctie?
Noem acht kenmerken van Alzheimer waarvan regelmatig sprake is
2. confabulatie
3. verminderde oriëntatie in ruimte en tijd
4. taalstoornissen, zoals afasie, verarming van taalgebruik, moeite bij het begrijpen van complexe verbale opdrachten, parafrasie, paragrammatisme of echolatie
5. apraxie
6. agnosie
7. gedragsveranderingen, zoals desinteresse, besluiteloosheid, apathie, initiatiefverlies, sociale isolatie en bij confrontatie catastrofale reacties, agressie en/of ontremming
8. head turning sign
Wat is het verschil tussen Alzheimer en frontotemporale dementie?
Wat is het verschil tussen Alzheimer en primair progressieve afasie?
Wat is het verschil tussen Alzheimer en depressie?
Noem de vier uitingsvormen van frontotemporale lobaire degeneratie
2. semantische dementie
3. primair progressieve afasie (ook wel progressieve non-fluente afasie)
4. FTD met motorisch voorhoornlijden (spieren worden niet meer aangestuurd)
Noem zes vormen van slechtziendheid die veel voorkomen op hoge leeftijd
2. seniel cataract
3. glaucoom
4. seniele maculadegeneratie (nat en droog)
5. diabetische retinopathie
6. vasculaire oogheelkundige bloedingen
Noem drie vormen van slechthorendheid die veel voorkomen op hoge leeftijd
2. tinnitus (objectief en subjectief)
3. proppen
Noem vijf functies van een narratief
2. betekenisgeving
3. identiteit en authenticiteit
4. ordening en continuïteit
5. motivatie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden