Kaart 101-150
3 belangrijke vragen over Kaart 101-150
Welke drie typen spieren zijn er?
1. skeletspieren (motoriek)
2. spieren die de organen en het spijsverteringssysteem controleren
3. hartspier
2. spieren die de organen en het spijsverteringssysteem controleren
3. hartspier
Welke twee types proprioceptoren zijn er?
1. de spierspindel
2. het Golgi tendon-orgaan
2. het Golgi tendon-orgaan
Noem de drie dimensies van visuele informatie
1. amplitude (lichtsterkte)
2. frequentie (golflengte of kleur)
3. polarisatie (trillingsrichting)
2. frequentie (golflengte of kleur)
3. polarisatie (trillingsrichting)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
