Learning disablities

25 belangrijke vragen over Learning disablities

Waar gaat her atikel van Vaugn over?

Er is dus veel aandacht gericht op de academische behoeftes van studenten met beperkingen, waaronder LD. Minder aandacht wordt echter besteed aan de sociale implicaties voor studenten met LD. Het doel van het huidige artikel is om ouders, leraren en anderen kennis te bieden met betrekking tot het sociaal functioneren van studenten met LD. Er wordt gekeken naar dit functioneren in vier belangrijke domeinen.

Hoe doen studenten met ld het in domein 1 sociale skills?

betrekken het vermogen om geschikt te reageren op anderen. Deze zijn een basis voor het maken en behouden van vrienden, en het succesvol interacteren met anderen. Het gaat hierbij om taal, non-verbale reacties, en houdingen die een persoon laat zien. Daarbij is cognitie van belang, wat wordt geuit in het vermogen om te redeneren en beslissingen te maken in sociale interacties.

Wat kwam er uit de meta-analyse over sociale vaardigheden?

Een meta-analyse toonde aan dat ongeveer 75% van de studenten met LD lagere ratings ontvingen van hun sociale skills vergeleken met studenten zonder LD. Studenten met LD die slechte sociale skills vertonen hebben meer kans op afwijzing van klasgenoten dan studenten zonder LD, en worden vaak minder gemogen door hun leraren. Sociaal gedrag van studenten kan echter sterk variëren tussen leeftijdsgenoten en leraren.
  • percepties van leraren
  • percepties van leeftijdsgenoten
  • zelf-percepties 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de verklaringen voor het kleine effect van sociale skills training?

  1. Korte tijdsspan
  2. niet adequaat gevalideerd
  3. niet generaliseren

Welke conclusies heeft onderzoek naar sociale vaardigheden?

 Studenten met LD neigen moeilijkheden te uiten in academisch relevante sociale skills. Leraren moeten daarom steun geven door duidelijke instructies, gestructureerde activiteiten, en frequent monitoren.
 Leraren kunnen klasgenoten zonder beperkingen aanmoedigen om verschillen in sociaal gedrag te tolereren van andere studenten.
 Sociale skills interventies zijn relatief niet geneigd significante verbeteringen uit te lokken in skill niveaus of sociale acceptatie. Er moet hier niet op worden gesteund om de sociale gedragingen van studenten met LD dramatisch te veranderen.
 Samenwerking tussen ouders en leraren kan verbeterende effecten hebben op het succesvol inzetten van sociale skills van studenten in inclusieve settings.

Wat is het effect van interventies op het zelfconcept?

Uit een meta-analyse bleek een gemiddelde effect size van 0.19 voor interventiestudies die zelfconcept onderzochten als een uitkomst voor studenten met LD. Een andere metaanalyse vond een effect size van 0.21 voor de effectiviteit van sociale skills interventies. De interventies die het meeste impact hadden, varieerden met leeftijd. Zo profiteerden basisschoolkinderen met LD meer van academisch georiënteerde interventies, terwijl middelbare scholieren met LD meer profiteerden van counseling-type interventies.

Hoe staat het met de vriendschappen van mensen met LD?

Het blijkt dat 96% van de studenten met LD minimaal één vriend heeft, en 67% heeft zes of meer vrienden. Dit hoge percentage van vrienden is tegenstrijdig met schattingen van sociale status. Zo toonde enkel 40% van de studenten met LD een gemiddelde sociale status in de klas. Een verklaring voor deze discrepantie heeft mogelijk te maken met verschillende contexten waarin sociale status en vriendschappen worden gemeten. Zo hebben ze weinig vrienden binnen de klas, vanwege hun lage academische prestatie. Echter, buiten de klas zouden ze meer vrienden hebben, doordat ze daar meer dingen gemeen hebben.

Hoe zit het met de sociale netwerken?

Uit onderzoek bleek dat studenten met beperkingen wel geïntegreerd waren groepen, maar dat deze minder positief waren dan de groepen van studenten zonder beperkingen. Integratie in een sociale groep die slecht gedrag stimuleert, heeft geen positieve effecten op de sociale ontwikkeling van de student op lange termijn. Dit fenomeen kan plaatsvinden ongeacht de setting (speciaal onderwijs of regulier onderwijs).

Wat laat onderzoek zien over het sociale netwerk?

Positief: studenten met LD hebben de mogelijkheid om wederzijdse vriendschappen te vormen met leeftijdsgenoten en zichzelf te zien als leden van regulier onderwijs.
 Negatief: enkel contact kan lage sociale acceptatie in de reguliere klas niet voorkomen. Daarbij neigen studenten zich te associëren met leeftijdsgenoten die gelijk zijn aan hen zelf. Studenten die niet goed zijn geaccepteerd kunnen daarom vooral contact hebben met klasgenoten die niet de beste rolmodellen voor hen zijn. Op deze manier kan sociaal contact het slechte gedrag van studenten met LD behouden, wat leidt tot meer negatieve sociale en academische gevolgen.

Waar gaat het artikel van Ruijs en Peetsma over?

Een aantal internationale reviews zijn gedaan naar de effecten van inclusieve educatie, maar deze hebben vooral gefocust op kinderen met hevige speciale educatieve behoeftes. Minder onderzoek is gedaan naar het effect van inclusie op kinderen met milde tot gemiddelde speciale behoeftes, terwijl dit de grootste groep is en als eerste wordt toegevoegd. Het huidige artikel geeft een review van recente literatuur over de academische en socioemotionele effecten van inclusie van kinderen met milde tot gemiddelde speciale educatieve behoeftes op zowel reguliere studenten als de studenten met speciale behoeftes.

Welke twee typen argumenten kunnen worden gemaakt voor inclusief onderwijs

  1. Socio-political
  2. Empirical

Wat zijn de postieve en negatieve effecten van de academische prestatie?

1) Voordelen: kinderen met SEN kunnen betere resultaten behalen, omdat ze kunnen leren van meer vaardige studenten. Ook zouden ze gemotiveerder raken, vanwege een grotere focus op academische prestatie en vooruitgang in reguliere educatie.

2) Nadelen: aan de andere kant kunnen kinderen minder gemotiveerd en zelfverzekerd raken wanneer ze zichzelf vergelijken met leeftijdsgenoten, omdat ze waarschijnlijk minder goed zullen presteren. Daarbij is er minder kennis over het opleiden van kinderen met SEN in reguliere scholen, wat een negatief effect kan hebben op de kwaliteit van hun educatie en hun prestatie

Wat zijn de conclusies over de academische prestatie?

De meeste studies naar academische uitkomsten van inclusieve educatie zijn descriptief en onderzoeken kinderen met milde tot gemiddelde leerbeperkingen, milde mentale beperking, milde tot gemiddelde gedragsmoeilijkheden, en milde psychosociale problemen. De meerderheid van deze studies vond positieve of neutrale resultaten, en maar weinig studies vonden negatieve effecten. Dit suggereert dat studenten met SEN beter presteren in inclusieve settings dan in non-inclusieve settings

Wat waren limitaties over de academische prestatie?

 Sommige studies gebruikten geen controlegroep in speciale educatie, waardoor het onduidelijk is of de effecten van inclusieve educatie positiever zijn dan de effecten van speciale educatie.
 Er zijn grote verschillen in de manier waarop inclusie was ontworpen. Sommige studies onderzochten het effect van volledige inclusie, terwijl anderen inclusie programma’s onderzochten waarin kinderen enkel worden toegevoegd in sommige lessen op een dag. Belangrijk is dat hier rekening mee wordt gehouden.

Wat zijn de voordelen en nadelen over de socio-emotionele effecten?

1) Voordelen: speciaal onderwijs kan leiden tot lager zelfvertrouwen van kinderen met SEN. Zo kunnen ze zich afgewezen voelen, doordat ze naar speciale scholen gaan. Daarnaast moeten kinderen vaak grotere afstanden reizen naar speciale scholen, wat een negatief effect kan hebben op hun sociale contacten in hun eigen buurt. Het integreren van deze kinderen in reguliere scholen zou leiden tot meer mogelijkheden voor contact met lokale kinderen, wat positief is voor hun sociale ontwikkeling.
2) Nadelen: kinderen met SEN in inclusieve scholen zullen zichzelf vaker vergelijken met kinderen zonder SEN, wat hun zelfvertrouwen kan verlagen.

Wat zijn mogelijke verklaringen voor de gemengde resultaten?

Het kan zijn dat het aantal interacties met kinderen zonder SEN toeneemt door inclusieve educatie, maar dat studenten met SEN nog steeds een minder positieve sociale positie hebben dan hun leeftijdsgenoten zonder speciale behoeftes.  Geen van de beschreven studies heeft direct gekeken naar contacten in de buurt, terwijl inclusief onderwijs een positief effect zou kunnen hebben op deze contacten.

Wat zijn de voor en nadelen van de academische prestatie van andere kinderen?

1) Voordelen: er is meer adaptieve educatie in inclusieve klassen, wat een voordelig effect kan hebben op alle kinderen. De extra leraren of assistenten in inclusieve scholen kunnen daarnaast een positief effect hebben op de andere kinderen.
2) Nadelen: kinderen met speciale behoeftes kunnen meer aandacht vereisen van de leraar, wat een negatief effect kan hebben op de prestatie van de andere kinderen. Ook kan het algemeen standaard van educatie in de klas worden verlaagd, en andere kinderen kunnen afgeleid raken door de kinderen met speciale behoeftes.

Wat zijn de voor en nadelen van de sociale effecten van andere kinderen?

1) Voordelen: kinderen worden meer bewust en minder bang voor verschillen tussen mensen. Ze zouden minder vooroordelen tegen en meer vriendschappen met kinderen met SEN ontwikkelen. 2) Nadelen: kinderen zonder speciale behoeftes kunnen onwenselijk gedrag kopiëren van kinderen met speciale behoeftes.

Welke kanttekeningen moet worden gemaakt?

 In de meeste studies is het onduidelijk of het algemene beeld van de kinderen over mensen met SEN verbetert, of dat het positieve beeld alleen betrekking heeft op hun klasgenoten met speciale behoeftes.
 Kinderen zonder speciale behoeftes in inclusieve klassen zijn positiever over kinderen met SEN, maar ze zijn nog steeds minder positief over hen dan over hun klasgenoten zonder speciale behoeftes.

Waar gaat het artikel van Szumski over?

Het huidige artikel onderzoekt in welke mate studenten zonder SEN academisch meer of minder bereiken wanneer ze leskrijgen met klasgenoten met SEN. Twee doelen:
1) Het bieden van een gemiddelde effect size die de richting en sterkte beschrijft van het effect van de aanwezigheid van studenten met SEN op de schoolprestatie van hun leeftijdsgenoten zonder SEN. 2) Het onderzoeken van de mogelijke impact van theoretische factoren die dit effect zouden kunnen modereren.

Waar ging het artikel van de Boer over?

Het huidige artikel focust op acceptatie door leeftijdsgenoten en vriendschappen van studenten met beperkingen in algemeen onderwijs. Er is echter weinig kennis over verschillende variabelen die mogelijk relateren aan deze uitkomst van inclusief onderwijs. Deze studie onderzocht welke child-, peer-, en classroom-related variables gerelateerd zijn aan acceptatie en vriendschappen van kinderen met beperking. Hierbij werd vooral gefocust op variabelen die kunnen worden veranderd door toekomstige interventies, zoals het gedrag van kinderen met beperkingen, houdingen van leeftijdsgenoten, en assistentie van leraren.

Wat was het effect of gender?

jongens en meisjes bleken nauwelijks studenten met beperkingen van het andere geslacht te nomineren als vriend. Dit betekent dat de klas uit twee netwerken bestaat: een voor jongens en een voor meiden. Gebaseerd op deze uitkomst werden verdere analyses voor jongens en meisjes met beperkingen apart uitgevoerd.

Wat was de peer acceptance of boys with dissabilities?

 Child-related variables (type beperking, leeftijd, en gedrag in de klas): de resultaten suggereren geen relatie tussen acceptatie door leeftijdsgenoten van jongens met beperkingen en hun individuele eigenschappen.
 Individual attitudes en mean class attitude: er bleek geen relatie tussen de individuele houding van jongens en de acceptatie van jongens met beperkingen. Jongens met beperkingen werden daarentegen meer geaccepteerd in klassen waar de gemiddelde klas houding van jongens hoger is.
 Teacher assistance: assistentie van leraren was negatief gerelateerd aan de acceptatie van jongens met beperkingen. Dat is, jongens met beperkingen worden minder geaccepteerd in klassen met assistentie van leraren.

Wat was de vriendschappen van meisjes?

De uitkomsten van deze analyses lieten zien dat geen enkele variabele een significant effect toonde. Om deze reden werd verder geen aandacht gegeven aan deze uitkomst.

Wat was de discussie over vriendschappen?

Wat betreft vriendschappen bleek alleen assistentie door leraren significant en negatief gerelateerd, terwijl geen van de kind-gerelateerde factoren gerelateerd bleek. Belangrijk in het verkrijgen van vriendschappen zijn gelijkenissen tussen kinderen. Moeilijkheden in sociaal gedrag en het type beperking zouden eventueel de verschillen benadrukken tussen kinderen met en zonder beperkingen. Hierdoor worden moeilijker vriendschappen gesloten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo