Ontwikkelingspsychologische theorieën - De psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Sigmund Freud (1856-1939)

13 belangrijke vragen over Ontwikkelingspsychologische theorieën - De psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Sigmund Freud (1856-1939)

De psychoseksuele ontwikkelingstheorie van sigmund freud houdt in...

Freud zag een mens als een vat vol driften hij noemde dat het Es, Es heeft een belangrijk doel en dat is zijn driften zo spoedig mogelijk te bevredigen.

Al spoedig ervaart het jonge kind dat je je driften maar beter kunt beteugelen. Het Ich vormt het realistische element in de persoonlijkheid het probeert driftimpulsen uit te stellen.

De innerlijke rechter wordt door Freud het Uber ich genoemd super ego. we kunnen dit vergelijken met het geweten of onze morele standaard

De psychosociale ontwikkelingstheorie van Freud benoemt 3 aspecten van de persoonlijkheid. Welke 3?

Es (Id)
Ich (Ego)
Uber-Ich (superego)

Uit welke drie elementen bestaat de psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Freud en wat betekenen deze elementen?

Es: seksuele driften van de mens. het es heeft als doel deze driften zo spoedig mogelijk te bevredigen. (bij een pasgeboren kind word alle gedrag door het es bepaald.)


Ich: probeert de driftimpulsen uit te stellen of om te zetten in gedrag dat wel door de omgeving word geaccepteerd

Uberich: de innerlijke rechter die ons ingeeft wat goed of fout is. schuld en schaamtegevoelens zijn uitingen van het uber-ich.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het doel van de seksuele drift Ich?

Ich(ego: Driften onder bedwang houden. Driftimpulsen uit stellen, of omzetten in gedrag dat door de omgeving geaccepteerd wordt. 

Freuds eerste aspect van de persoonlijkheid ES (Id)?

Een vat van (seksuele) impulsen dat bij de geboorte de enige drijfveer van het individu is. Centraal staat het lustprincipe.

Bij een baby worden alle driften door het Es bepaald.
Later blijft het Es en de behoefte om de driften te bevredigen bestaan.

Freuds tweede aspect van de persoonlijkheid, Ich (ego)?

Gaandeweg gevormd door het realiteitsprincipe.
probeert
driften in te tomen
en rekening te houden met de eisen van de omgeving.

Bemiddelaar tussen Es en Uber-Ich

Freuds derde aspect van de persoonlijkheid, het Uber-ich (superego)?

Innerlijke rechter die ingeeft wat goed en fout is. vergelijkbaar met ons geweten of morele standaard. Schuld en schaamte zij uitingen van het uber-ich.

Wat zijn kenmerken van de anale fase?

in deze fase is de ergozone de anus. het kind geniet van de controle over de sluitspier. in deze fase komt het ich ook in actie. het kind gehoorzaamt en word zindelijk. 

Wanneer ontstaat het Ego(ich)?

wanneer het kind merkt dat het straf krijgt omdat het zijn driften niet onder controle weet te houden.

Meestal v ouders, maar kunnen ook anderen zijn.
Straf kan ook afkeuring zijn.

In de fallische zone hebben ze het over castratieangst , oedipus complex. electracomplex en penisnijd. vertel hoe dit in verband staat met deze zone?

kinderen voelen zich op deze leeftijd sterk aangetrokken tot de ouder van het andere geslacht en zien zij de ouder van hetzelfde geslacht als hun rivaal die hen jaloers en vijandig maakt. bij jongens noemen we dit castratieangst.   dit innerlijke conflict word ook wel het oedipus complex genoemd.  het electracomplex vloeit voort uit het gemis van een penis. meisjes zouden jaloers zijn op hun vader die wel een penis heeft. dit noemen ze penisnijd.

Tijdens de anale fase komt het Ich in actie volgens Freud. Leg uit.

Belangen van het kind botsen met die van de ouder; zij willen dat het kind zindelijk wordt.

Het ich komt in actie: het kind gehoorzaamt en wordt zindelijk.

Tijdens de fallische fase komt het Uber-ich (superego) volgens Freud in ontwikkeling. Leg uit.


Het identificatieproces vindt plaats.
Morele waarden van de ouder worden door het kind eigen gemaakt. 

Het innerlijk conflict bij kinderen is in deze fase het oedipus- en electracomplex.

(gewetensprincipe, wordt geleid door de innerlijke rechter)

Tijdens de fallische fase (3-6 jaar) vindt het identificatieproces plaats en is er sprake van een innerlijk conflict bij kinderen. Leg uit.

Het innerlijke conflict bij de jongens is het oedipuscomplex (castratieangst. vrees dat de vader hun penis (lustobject) zal afnemen. omdat de vader hun rivaal is.

Bij meisjes is dit het Electracomplex. (penisnijd). Meisjes missen een penis en zijn jaloers op de vader.

Uiteindelijk zullen jongens zich identificeren met hun vader en meisjes met hun moeder.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo