Zelfconcept en identiteit - Van zelfbesef naar zelfkennis
15 belangrijke vragen over Zelfconcept en identiteit - Van zelfbesef naar zelfkennis
Wat is het zelfbeeld of het zelfconcept?
Waar richt de zelfbeschrijving van een peuter en kleuter zich op?
uiterlijke kenmerken (ik heb sproeten),
voorkeuren (ik houd van drop) en
bezittingen (ik heb een fiets)
activiteiten (ik ga fietsen)
pre-operationele fase (statisch denken).
Wanneer krijgen baby's enige vorm van zelfbesef.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Omschrijf de ontwikkeling van zelfbesef bij kinderen:
- Zelf als veroorzaker: baby's kunnen gefascineerd raken door hun bewegende handen. wanneer besef doordringt --> zelf bewegingen laten gebeuren --> zien ze dat deel uitmaakt van hun eigen lichaam.
- Visuele herkenning: herkenning van eigen spiegelbeeld.
Vanaf 18 maanden kinderen zichzelf op foto's herkennen
- De rol van taal: kind begint te beseffen dat voornaam bij hem hoort.
Begin identiteitsgevoel.
- Zelfbeschrijving: 2,5 jaar weten of ze jongen of meisje zijn.
Zelfbeschrijving richt zich op hier en nu.
Omschrijf de zelfbeschrijving van de adolescent (12-18 jaar).
attitudes en karaktereigenschappen.
besef dat het eigen ik niet volledig te doorgronden is en afhankelijk van situaties en op uiteenlopende wijze naar buiten kan treden.
formeel operationeel stadium (Piaget)
Abstractievermogen en hypothetisch denken speelt hier een belangrijke rol.
vanaf hoeveel maanden gaan kinderen zichzelf herkennen in de spiegel en op foto's. Wat is hier de bepalende factor.
Omschrijf de zelfbeschrijving van de peuter en kleuter.
De aanwezigheid van zelfbesef en de geleidelijke invulling van de zelfkennis zien we het scherpst weerspiegeld in de taal. Geef voorbeelden en benoem de fase die daar bij hoort.
Een driejarige gaat het woord 'ïk' gebruiken en kan zijn naam noemen op de vraag 'hoe heet jij. De koppigheidsfase. Streven naar autonomie.
9. de vijf ontwikkelingsfasen (tot volwassenheid) volgens ERIK
2 autonomie vs schaamte en twijfel 1-4 jaar wilskracht
3 initiatief vs schuld 4-6 jaar doelgerichtheid
4 vlijt vs minderwaardigheid 6-12 jaar competentie
5 identiteit vs identiteitsverwarring 12- 19 loyaliteit
Tijdens welke leeftijdsfase komen psychologische zelfbeschrijvingen voor die verwijzen naar het eigen karakter.
Tussen het 7e en en het 11e jaar benadrukken kinderen hun eigen vaardigheden in vergelijking met die van anderen. ( 'ik kan het beste rekenen van de klas'), caterorieen waartoe ze behoren ( 'ik ben bij de scouts') en beschrijven zichzelf als 'leuk'of 'aardig' zonder veel relativering. Concreet operationeel stadium.
De tweede stap (van de in totaal 6 stappen) om tot een zo volledig mogelijk zelfconcept te komen is "waarneming van de ruimte"
Wat wordt hiermee bedoeld?
(baby's hebben een sterk egocentrisch waarnemen)
De derde stap (van de in totaal 6 stappen) om tot een zo volledig mogelijk zelfconcept te komen is "zelf als veroorzaker"
Wat wordt hiermee bedoeld?
De vierde stap (van de in totaal 6 stappen) om tot een zo volledig mogelijk zelfconcept te komen is "visuele zelfherkenning"
Wat wordt hiermee bedoeld?
(vanaf 18 mnd).
Experiment rouge stip op de neus, kijken in de spiegel, stip aanwijzen.
cognitieve ontw is bepalende factor)
De vijfde stap (van de in totaal 6 stappen) om tot een zo volledig mogelijk zelfconcept te komen is "de rol van de taal"
Wat wordt hiermee bedoeld?
(3 jaar, koppigheidsfase/negativisme oftewel streven naar autonomie)
De zesde stap (van de in totaal 6 stappen) om tot een zo volledig mogelijk zelfconcept te komen is "zelfbeschrijving"
Wat wordt hiermee bedoeld?
Van het besef een kind te zijn (peuter) naar een complete beschrijving van zichzelf in verschillende situaties (adolescent)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden