Het denken - Vier stadia van cognitieve ontwikkeling - Concreet operationeel stadium

12 belangrijke vragen over Het denken - Vier stadia van cognitieve ontwikkeling - Concreet operationeel stadium

Wat is kenmerkend voor het concreet operationeel stadium?

Representaties zijn dynamisch maar concreet (operationeel denken staat centraal).

Omschrijf hoe dezelfde hoeveelheden bij het conservatieprobleem(Piaget) bij kleuters en kinderen vanaf 6/7 jaar worden beoordeeld.

Kleuters in het preoperationele stadium beoordelen hoeveelheden bij  varianten van het conservatieprobleem als verschillend. Kinderen vanaf  6/7 jaar in het concreet operationele stadium kunnen representaties  mentaal bewerken waardoor zij hoeveelheden gelijk beoordelen.

Welke vaardigheden en beperkingen horen bij het concreet operationeel stadium?

Vaardigheden: mentale operaties (gedachtehandeling) - hierdoor neemt het probleemoplossend vermogen aanzienlijk toe. Twee cruciale kenmerken van het operationele denken zijn reversibiliteit en organisatie. Reversibiliteit wil zeggen dat een uitgevoerde handeling in gedachten weer teruggedraaid kan worden naar de oorspronkelijke uitgangssituatie. Organisatie wil in dit verband zeggen dat meerdere aspecten van een probleem meegenomen worden en gezamenlijk tot een slotconclusie leiden (in tegenstelling tot centratie).
Beperkingen: geen abstractie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een mentale operatie?

Een gedachtehandeling. hierdoor neemt het probleemoplossend vermogen toe.

Conservatie is het inzicht dat de hoeveelheid van een bepaalde stof niet verandert als er iets aan de vorm van de stof verandert.
Welke verklaringen geven kinderen over het algemeen wanneer ze conservatie beheersen?

- reversibiliteit
- compensatie
- identificatie

Waar verwijst het concreet operationele stadium (6/7 tot 11/12 jaar) naar?

informatie heeft betrekking op realistische concreet voorstelbare situaties.

op de basisschool worden rekenprincipes uitgelegd a.d.h.v. concrete voorbeelden zoals appels, knikkers, munten en taartpunten.

Welke verklaring kunnen kinderen in het concreet operationeel stadium geven ten aanzien van het conservatieprobleem?

Reversibiliteit - 'je kunt hier weer een bal van rollen, dan is hij weer hetzelfde als die' (omkeerbaarheid van de handeling)
Compensatie - 'deze staaf klein is wel langer, maar ook dunner' (het probleem van meerdere kanten bekijken)
Identificatie - 'ik heb er niets bijgedaan en niets afgehaald, dus het moet nog hetzelfde zijn' (identiteitsprincipe)

Noem 2 cruciale kenmerken van het operationeel denken en leg uit

- reversibiliteit: een uitgevoerde handeling kan in gedachte weer terug gedraaid worden naar de uitgangspositie (tot staaf gerolde kleibal weer terug naar bal)

-Organisatie: meerdere aspecten van een probleem worden meegenomen en gezamenlijk tot een slotconclusie geleid. Treintjes, langste afstand: route, vertrektijd etc worden meegenomen in conclusie.

Wat is het onderscheid tussen het concreet operationeel en het formele stadium

Het onderscheid zit hem in het feit dat in een concreet stadium de informatie bij een kind betrekking heeft op realistische (concrete) situaties. In het formele stadium neemt de abstractiegraad toe (denk aan negatieve getallen in de wiskunde)

Wat zijn twee cruciale kenmerken van het operationele denken?

1. Reversibiliteit: een uitgevoerde handeling in gedachten weer teruggedraaid kan worden naar de oorspronkelijke uitgangssituatie.
2. Organisatie: meerdere aspecten van een probleem meegenomen worden en gezamenlijk tot een slotconclusie leidt.

Kinderen van 7 of 8 laten zich niet meer misleiden. Middels het conservatie experiment zijn er drie soorten verklaringen die worden gegeven. Welke ?

  1. Reversibiliteit. Omkeerbaarheid van de handeling (Je kunt van de klei staaf weer een bal rollen)
  2. Compensatie. Van meerdere kanten probleem bekijken.(Klei staaf is wel langer maar ook dunner) Dit is een vorm van 'organisatie';een probleem van twee kanten bekijken.
  3. Identificatie. Identiteitsprincipe (Ik heb er niet bij gedaan en niets afgehaald, dus moet het hetzelfde zijn)

Een kenmerk van operationeel denken is organisatie. wat betekent organisatie in dit verband?

meerdere aspecten van een probleem worden meegenomen en leiden gezamenlijk tot een conclusie.

Om te beoordelen welke treintje het snelst is, bij het afleggen van een traject wordt gekeken naar verschillende aspecten (vertrektijd, vertrekplaats en eindpunt)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo