Ontwikkeling en Psychopathologie - P&T: Inleiding

6 belangrijke vragen over Ontwikkeling en Psychopathologie - P&T: Inleiding

Het definiëren van een aandoening is soms moeilijk door verschillen in leeftijd, geslacht en cultuur; het meten van de mogelijke aanwezigheid van een aandoening is nog moeilijker. Het schatten van het aantal stoornissen bestaat uit drie verschillende processen

- Het identificeren van kinderen met klinisch significant leed en disfunctioneren.
-  Het berekenen van niveaus van algemene en specifieke psychopathologie en stoornissen in
verband met verschillende aandoeningen.
-  Het bijhouden van de veranderende trends in de identificatie en diagnose van specifieke categorieën van aandoeningen.

Frequenties en verspreidingspatronen van aandoeningen bij baby's, kinderen en adolescenten kunnen worden ingeschat met uiteenlopende methoden en binnen uiteenlopende groepen. Dit is de focus van de ontwikkelingsepidemiologie. Licht het verschil toe tussen prevalentie en incidentie

- Prevalentie: het aandeel van de bevolking met een bepaalde aandoening (alle huidige gevallen van een aandoening).
- Incidentie: heeft betrekking op de snelheid waarmee nieuwe gevallen zich voordoen (d.w.z. alle nieuwe gevallen van een aandoening in een bepaalde periode).

Als we het hebben over de prevalentie in Nederland van 4-17 jaar, wat is dan de prevalentie? Hoeveel van de kinderen met problemen krijgt begeleiding? Welke stoornissen komen er vaak voor?

- Prevalentie van psychologische problemen in de leeftijd van 4-17 jaar is 18%
- Van de kinderen met problemen krijgt 20% formele begeleiding en 35% ondersteuning via informele dienstverlening (docent etc.)
- Vaak: ADHD, antisociaal gedrag, eetstoornissen, substantieel misbruik
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Ondanks het feit dat psychopathologische problemen veel voorkomen, is de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg onderhevig aan een aantal problemen. Licht drie mogelijke problemen toe

- Structureel = bijv. Lange wachtlijsten, hoge persoonlijke kosten, beperkingen toegankelijk openbaar vervoer etc.
- Percepties van psychologische problemen = bijv. ontkenning van stoornis, overtuigingen die problemen oplossen in de loop van de tijd
- Percepties van geestelijke gezondheid en het welzijn van kinderen = bijv. Gebrek aan vertrouwen in het systeem, eerdere negatieve ervaringen)

Wat is stigma? En wat is hierbij openbaar, persoonlijk en zelfstigma?

Stigma = bestaat uit stereotypen, vooroordelen en discriminatie, inclusief klasse- en peer-discriminerend gedrag
- Openbaar stigma = stigma van de algemene bevolking
- Persoonlijk stigma = het eigen stigma van het individu over anderen
- Zelfstigma = ook wel geïnternaliseerd stigma; stigma waarnemen, accepteren en toepassen op het zelf.

De negatieve impact van psychische stoornissen is het grootst als problemen lange tijd onbehandeld blijven. Ongeveer 20% van de kinderen met ernstige of chronische aandoeningen..... (x3)

Ongeveer 20% van de kinderen met ernstige of chronische aandoeningen:
- Zullen levenslange moeilijkheden ervaren
- Zullen minder snel school afmaken
- Hebben meer sociale problemen en psychiatrische stoornissen
----> 80% van de kinderen met problemen is te behandelen!

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo