Persoonlijkheidsstoornissen - Middelen-gerelateerde aandoeningen
4 belangrijke vragen over Persoonlijkheidsstoornissen - Middelen-gerelateerde aandoeningen
Overal in de adolescentie en vroege volwassenheid vinden kritische veranderingen plaats in de hersenstructuur en -functie, en in hersengedragsrelaties. In dit perspectief is het belangrijk om te onderzoeken in welke hersenstructuren en -functies dergelijke veranderingen plaatsvinden, vooral als die structuren de sleutel zijn tot het begrijpen van zelfregulering en het nemen van risico's in de adolescentie. Welk hersendeel speelt een rol, waar kunnen veranderingen in beloninggerelateerde circuits toe leiden?
- Veranderingen in beloninggerelateerde neurale circuits in de adolescentie worden geassocieerd met een verhoogde gevoeligheid voor beloningen en stimulerende motivatie, waargenomen wanneer adolescenten op zoek gaan naar ervaringen in achtervolging of beloning of positieve versterking. Met een minder volwassen executief controlesysteem hebben adolescenten meer kans om zich bezig te houden met risicovol of impulsief beloningsgedrag.
Wat is het verschil tussen middelengebruik, experimenteel gebruik, sociaal gebruik en misbruik?
- Experimenteel middelengebruik= houdt in dat een drug één of enkele keren wordt geprobeerd, vaak in verband met nieuwsgierigheid of invloed van medestudenten.
- Sociaal middelengebruik = komt voor tijdens sociale evenementen met leeftijdgenoten.
- Misbruik = wordt gedefinieerd als overmatig gebruik van of afhankelijkheid van een verslavende stof.
Er zijn enkele opmerkelijke individuele verschillen in het verloop van het gebruik naar het misbruik. Wat is tolerantie, fysieke afhankelijk, onttrekkingsverschijnselen en psychologische afhankelijkheid?
- Fysieke afhankelijkheid = gaat gepaard met gevoeligheid voor ontwenningsverschijnselen en treedt alleen op in combinatie met tolerantie.
- Onttrekkingsverschijnselen = zijn schadelijke fysieke en psychische effecten die warden veroorzaakt door vermindering of stopzetting van de inname van de stof.
- Psychologische afhankelijkheid = gaat gepaard met een behoefte of drang tot gebruik ondanks de kans op aanzienlijke negatieve gevolgen en gaat niet altijd gepaard met ontwenningsverschijnselen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Alcoholgebruik is wijdverbreid onder jongeren. Zwaar drinken en binge drinking (meer dan vijf drankjes in twee uur) is ook gevarieerd onder jongens en meisjes, waarbij jongens meer geneigd zijn om binge drinking toe te passen. Waar wordt frequent alcoholgebruik en frequent wietgebruik mee in verband gebracht?
- Frequent gebruik wiet = Het gebruik ervan wordt geassocieerd met zowel korte als lange termijn fysieke beperkingen. Er zijn een aantal andere veelgebruikte illegale stoffen die kunnen leiden tot een diagnose van een stof-gerelateerde aandoening, zoals inhalatiemiddelen, cocaïne, methamphetamine, hallucinogenen, heroïne en voorgeschreven geneesmiddelen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden