Startpagina / Samenvattingen / ontwikkelingspsychologie / baby-kinderen-ontwikkeling

De fysieke ontwikkeling van de babytijd - De motorische ontwikkeling

Q: De mijlpalen in de ontwikkeling zijn gebaseerd op normen. Een vd meest gebruikte technieken om vast te stellen hoe kinderen presteren ten opzichte vd norm is de BSID-II. Wat zijn normen en wat is BSID-II?

Normen = het gemiddelde functioneren van een grote steekproef van kinderen van een bepaalde leeftijd. BSID-II = Bayley Scales of Infant Development = Een meetinstrument dat ontworpen is om de algemene mentale en motorische ontwikkeling van jonge kinderen vast te stellen. Duurt tussen de 25 en 60 min. Een aanvulling op de Apgar-score. Houdt in gedachten dat normen gemiddelden zijn en dat er variatie is in de volgorde waarin kinderen zich verschillende gedragsvormen eigen maken.

Q: 5.2.1 Wat is de Neopiagetiaanse Dynamische Systeemtheorie?

Dynamische systeemtheorie = Ontwikkeling van cognitie als zelforganiserend proces Tijdens die ontwikkeling is er zowel complexiteit als orde Uit de interactie tussen kind en omgeving ontstaan gedragspatronen ( = attractoren ) Principes : Interactie tussen systeem (kind) en context (= kinderen ontwikkelen niet in vacuüm) Iterativiteit (= ontwikkeling vindt stapsgewijs plaats door herhaalde interactie met omgeving) Intra-individuele variabiliteit (= door omgevingsinteractie en iterativiteit ontstaat er variabiliteit in prestaties op taken) Gekoppelde tijdschalen (= ontwikkeling op korte termijn beïnvloed ontwikkeling op lang termijn, maar ook andersom)

Q: 5.2.2 Welke mijlpalen in de motorische ontwikkeling kennen kinderen van 0 tot 33 mnd?

Omrollen (3,2 mnd) rammelaar vastpakken (3,5 mnd) zitten zonder ondersteuning (6 mnd) staan met houvast (7,5 mnd) pincetgreep (8,5 mnd) goed zelfstandig staan (11,5 mnd) los lopen (12,5 mnd) toren bouwen van 2 blokken (14,5 mnd) stokjes in gaatjes plaatsen (16 mnd) traplopen (16,5 mnd) springen op de plaats (24 mnd) cirkel natekenen (33 mnd)

Q: 5.2.4 Tot welke stoornissen kan ernstige ondervoeding in de babytijd leiden?

Marasme = Ondervoeding in het eerste levensjaar kan leiden tot marasme. Ziekte waarbij kinderen stoppen met groeien. Wordt veroorzaakt door een ernstig tekort aan proteïne en caloriën. Het lichaam raakt uitgemergeld wat uiteindelijk de dood tot gevolg heeft. Kwashiorkor = Ziekte waarbij de maag, de ledematen en het gezicht van een kind water vasthouden en opzwellen.

11 belangrijke vragen over De fysieke ontwikkeling van de babytijd - De motorische ontwikkeling

Waarom kunnen baby's niet soepel bewegen?
Leg uit!

- De vorm en de verhoudingen van pasgeboren baby's lenen zich niet voor soepele bewegingen
- Het hoofd is zo groot en zwaar
- De ledematen zijn kort in verhouding tot de rest van het lichaam
- Hte lichaam bestaat voornamelijk uit vet, met een beperkte hoeveelheid spieren. Met als resultaat dat ze weinig kracht bezitten.

5.2.4 Vanaf wanneer krijgt een baby vaste voeding?

Vanaf 4/5 mnd kan met vaste voeding begonnen worden, maar bij borstvoeding kun je wachten tot 6 mnd. Na die tijd krijgen baby’s behoefte aan meer caloriën en aan bijv. ijzer.

Welke gedragspatronen moet een pasgeboren baby met elkaar in harmonie brengen?

In de eerste dagen van zijn leven wordt het gedrag van een baby bepaald door het ritme van zijn lichaam: eten, slapen, plassen en poepen. Deze basale activiteiten worden aangestuurd door verschillende lichaamssystemen. Het kost enige moeite om de individuele systemen te integreren. Sterker nog: het is een vd belangrijkste missies van een pasgeboren baby om harmonie te brengen in zijn afzonderlijke gedragspatronen zodat hij bijvoorbeeld een nacht door kan slapen.

Waarin verschilt actieve slaap bij baby's van REM-slaap bij volwassenen?

De periode van actieve slaap bij een baby lijkt op REM-slaap maar is niet identiek aan REM-slaap:

REM bij volwassene 20%
Actieve slaap bij baby 50%
Hersengolven kwalitatief anders dan bij REM. Pas bij 3/4 mnd gaan de golfpatronen meer lijken op die van dromende volwassenen.

Waarom verdwijnen bepaalde reflexen na een aantal maanden?

Onderzoekers die zich richten op de evolutionaire verklaringen voor ontwikkeling schrijven het geleidelijk verdwijnen van reflexen toe aan het feit dat baby's steeds meer controle krijgen over hun gedrag; ze zijn beter in staat om hun spieren te beheersen. Bovendien vormen reflexen wellicht de basis voor toekomstige, complexere gedragspatronen. Als deze gedragspatronen eenmaal goed zijn aangeleerd vervangen ze de eerdere reflexen.

De mijlpalen in de ontwikkeling zijn gebaseerd op normen. Een vd meest gebruikte technieken om vast te stellen hoe kinderen presteren ten opzichte vd norm is de BSID-II. Wat zijn normen en wat is BSID-II?

Normen =
het gemiddelde functioneren van een grote steekproef van kinderen van een bepaalde leeftijd.

BSID-II =
Bayley Scales of Infant Development =

Een meetinstrument dat ontworpen is om de algemene mentale en motorische ontwikkeling van jonge kinderen vast te stellen.
Duurt tussen de 25 en 60 min.
Een aanvulling op de Apgar-score.
Houdt in gedachten dat normen gemiddelden zijn en dat er variatie is in de volgorde waarin kinderen zich verschillende gedragsvormen eigen maken.

Zowel met borstvoeding als met flesvoeding krijgen baby’s voldoende voeding binnen. Waarom is borstvoeding toch beter?

voedings- en afweerstoffen die nodig zijn voor groei, ontwikkeling en gezondheid.
endorfine-aanmaak bij de moeder.
minder kans op eierstokkanker en borstkanker voor de menopauze.
krimpen vd baarmoeder.

5.2.1 Wat is de Neopiagetiaanse Dynamische Systeemtheorie?

Dynamische systeemtheorie =

Ontwikkeling van cognitie als zelforganiserend proces
Tijdens die ontwikkeling is er zowel complexiteit als orde
Uit de interactie tussen kind en omgeving ontstaan gedragspatronen (= attractoren)

Principes:

Interactie tussen systeem (kind) en context (= kinderen ontwikkelen niet in vacuüm)
Iterativiteit (= ontwikkeling vindt stapsgewijs plaats door herhaalde interactie met omgeving)
Intra-individuele variabiliteit (= door omgevingsinteractie en iterativiteit ontstaat er variabiliteit in prestaties op taken)
Gekoppelde tijdschalen (= ontwikkeling op korte termijn beïnvloed ontwikkeling op lang termijn, maar ook andersom)

5.2.2 Welke mijlpalen in de motorische ontwikkeling kennen kinderen van 0 tot 33 mnd?

Omrollen (3,2 mnd)
rammelaar vastpakken (3,5 mnd)
zitten zonder ondersteuning (6 mnd)
staan met houvast (7,5 mnd)
pincetgreep (8,5 mnd)
goed zelfstandig staan (11,5 mnd)
los lopen (12,5 mnd)
toren bouwen van 2 blokken (14,5 mnd)
stokjes in gaatjes plaatsen (16 mnd)
traplopen (16,5 mnd)
springen op de plaats (24 mnd)
cirkel natekenen (33 mnd)

5.2.4 Tot welke stoornissen kan ernstige ondervoeding in de babytijd leiden?

Marasme =

Ondervoeding in het eerste levensjaar kan leiden tot marasme.
Ziekte waarbij kinderen stoppen met groeien.
Wordt veroorzaakt door een ernstig tekort aan proteïne en caloriën.
Het lichaam raakt uitgemergeld wat uiteindelijk de dood tot gevolg heeft.

Kwashiorkor =
Ziekte waarbij de maag, de ledematen en het gezicht van een kind water vasthouden en opzwellen.

Vaste voedingsmiddelen moeten geleidelijk en een voor een in de voeding van de baby worden geintroduceerd.
Hoe voert men dit meestal in?

- Graanproducten
- gevolgd door gepureerd groente en/of fruit
- gevolgd door andere voedingsmiddelen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

ontwikkelingspsychologie | 9781783654611 | robert s feldman

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan De fysieke ontwikkeling van de babytijd - De motorische ontwikkeling

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding