Het begin van het leven - De interactie tussen erfelijkheid en omgeving - Psychische stoornissen: de rol van genen en omgeving

5 belangrijke vragen over Het begin van het leven - De interactie tussen erfelijkheid en omgeving - Psychische stoornissen: de rol van genen en omgeving

Welke rol hebben genen bij psychische stoornissen?

schizofrenie wordt sterk door genen beïnvloed, de kans bij een eeneiige tweeling is 50%. Ook depressiviteit, alcoholisme, autisme en ADHD hebben een genetische component

Wat kun je zeggen over schizofrenie mbt de genetische band?
Geef % voor eeneiige tweeling.
Geef % voor kinde van een broer/zus van iemand met schizofrenie.

- Hoe nauwer de genetische band tussen iemand met schizofrenie en een ander familielid, des te groter is de kans dat de andere persoon ook schizofrenie zal ontwikkelen.
- Een lid van een monozygotische tweeling loopt bijvoorbeeld een risico van bijna 50% om schizofrenie te ontwikkelen
- Het kind van een broer of zus van iemand met schizofrenie heeft minder dan 5% kans om schizofrenie te krijgen.

Welk fundamenteel principe ligt ten grondslag aan de relatie tussen erfelijkheid en omgeving?

Onze genetische achtergrond fungeert vaak als voorbereiding op een toekomstig ontwikkelingspatroon.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer manifestren sommige eigenschapen zich?
Geef een voorbeeld.

- Pas als de invloed van ouders en andere socialisatiefactoren afneemt.
- Geadopteerde kinderen bezitten vroeg in hun leven bijvoorbeeld vaak eigenschappen die relatief veel lijken op de eigenschappen van hun adoptieouders. Maar als ze ouder worden en de invloed van hun ouders afneemt, beginnen genetische beinvloede eigenschappen zich te manifesteren, omdat genetische factoren dan een grotere rol gaan spelen.

Wat is het risico op het ontwikkelen van schizofrenie?
%
Figuur 3-10, blz. 77

Algemeen - 1%
Partners - 2%
Dochters/zonen van tantes/ooms - 2%
Ooms/tantes - 2%
Dochters/zonen van broers/zussen - 4%
Kleinkinderen - 5%
Halfbroers of - zussen - 6%
Kinderen - 13%
Broers of zussen - 9%
Kinderen met 1 ouder met schizofrenie - 17%
Dizygotische tweelingen - 17%
Ouders - 6%
Monozygotische tweelingen - 48%

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo