Aandacht, geheugen en metacognitie
13 belangrijke vragen over Aandacht, geheugen en metacognitie
Een vorm van aandacht is gerichte aandacht. Wat houdt dit in?
Een vorm van aandacht is selectieve aandacht. Wat houdt dit in en wanneer ontwikkelt dit zich?
Een vorm van aandacht is volgehouden aandacht. Wat houdt dit in?
Wanneer groeit deze aanhoudt het sterkst?
Waar is het belangrijk voor?
Waar komt de ontwikkeling van aanhoudende aandacht door? Noem 3 punten
- Dit groeit sterk tussen 2 en 3,5 jaar, maar nog verder tot een jaar of 10.
- Het is belangrijk voor: dingen ontdekken, problemen oplossen, schools leren, sociale interacties en samenwerken.
Ontwikkeling van aanhoudende aandacht komt door:
- Snelle groei van de prefrontale cortex
- Het vermogen om steeds complexere speldoelen te genereren (kinderen moeten zich concentreren om de doelen te bereiken)
- Ondersteuning/stimulering van volwassenen (= scaffolding).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Een vorm van aandacht is verschuivende aandacht. Wat houdt dit in? Noem ook 2 dingen waardoor het makkelijk wordt.
- Door ontwikkeling van inhibitie en aandachtsstrategieën vanaf 5 jaar steeds makkelijker. Bijvoorbeeld: kleuters die een figuur met kleur (blauwe en rode vrachtwagens) moeten sorteren. Wordt eerst gevraagd om op type vrachtwagen te sorteren en vervolgens om op kleur te sorteren, jonge kinderen kunnen niet van taak switchen dus zullen weer op type vrachtwagen gaan sorteren.
Naar mate volgehouden aandacht toeneemt worden kinderen steeds beter in... (vul 2x aan)
- Schuivende aandacht
Volgehouden, selectieve en verschuivende aandacht zijn afhankelijk van 2 dingen. Noem deze 2 en leg bij een van deze punten de 4 fasen uit:
- Aandachtsstrategieën = ontwikkeling van aandachtsstrategieën vindt meestal plaats in vier fasen:
(1) productietekort: falen om de strategie te produceren (preschoolers)
(2) controletekort = falen om de strategie effectief uit te voeren (jonge schoolkinderen);
(3) gebruikstekort = consequent gebruik van strategieën, maar met weinig of geen verbetering in prestatie (vanaf 6/7 jaar);
(4) effectief strategiegebruik = verbetering te zien in prestatie (vanaf het midden van de basisschool).
Er zijn drie strategieen om dingen te onthouden. Noem deze drie en leg uit:
- Organization = organiseren van stukjes informatie, bijvoorbeeld: alle steden in dezelfde provincie groeperen.
- Elaboration = uitwerking, het creëren van een relatie, of gedeelde betekenis tussen twee of meer stukjes informatie die niet tot dezelfde categorie behoren. Bijvoorbeeld: de woorden vis en pijp onthouden —> de vis rookt een pijp.
Er zijn drie strategieen om dingen terug te halen. Noem deze drie en leg uit:
- Recall = oproepen, het genereren van een mentale weergave van een afwezige stimulus. Het gebeurd vaak via categorieën.
- Reconstruction = reconstrueren van informatie, een kind vertelt vaak de kern, nieuwe informatie toevoegen. Zo maak je efficiente kenmerken die je kunt terughalen uit je geheugen. Veel teruggeroepen informatie kan onnauwkeurig zijn.
Een vorm van geheugen is het Semantisch geheugen. Wat houdt dit in?
Een vorm van geheugen is het Episodisch geheugen. Wat houdt dit in? Noem tevens twee soorten episodisch geheugen:
Twee soorten episodisch geheugen:
- Scripts = algemene beschrijvingen van wat er gebeurt en wanneer het zich in een bepaalde situatie voordoet, hiermee kan worden voorspelt wat er zou kunnen gebeuren bij toekomstige soortgelijke gelegenheden.
- Autobiografisch geheugen = geheugen voor belangrijke eenmalige gebeurtenisen die kinderen integreren in hun persoonlijke levensverhalen.
Wat is een factor die de nauwkeurigheid van ooggetuigenverslagen beinvloeden, een vorm van geheugen die bij schoolgaande kinderen sterker is dan bij kinderen die nog niet naar school gaan?
Wat houdt cognitieve zelfregulatie in en hoe ontwikkelt het zich?
- Het ontwikkeld zich geleidelijk —> omdat het monitoren en controleren van taakresultaten zeer veeleisend is en vereist een constante evaluatie van inspanning en voortgang. Het verbetert met volwassen instructie in effectief strategiegebruik en voorspelt academisch succes.
Leg uit hoe de metacognitie zich ontwikkelt. Noem 3 leeftijdsfasen:
- 6-7 jaar = begrip van mentale inferences, sources of knowledge en manier waarop mensen leren (aandacht, inspanning).
- 10 jaar = certanity of knowledge, begrip voor verschillen tussen denken en weten. Begrip van de onderlinge samenwerking van cognitieve processen (leren en geheugen).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden