Moraliteit - cognitieve theorie Piaget en Kohlburg

8 belangrijke vragen over Moraliteit - cognitieve theorie Piaget en Kohlburg

Wat veronderstelt de cognitieve ontwikkelingsbenadering als het gaat om moraliteit? Leg tevens uit waardoor het niet wordt ontwikkeld, of er wel of geen intrinsieke motivatie is en of het aangeleerd is of niet.

De cognitieve ontwikkelingsbenadering veronderstelt dat individuen in plaats van bestaande regels en verwachtingen te internaliseren, zich moreel ontwikkelen door constructie (=actief nadenken over situaties waarin sociale conflicten ontstaan en het bereiken van nieuwe morele inzichten). Dus niet door versterking en modelling. Er is geen intrinsieke motivatie, gedrag is aangeleerd.

Bij de cognitieve ontwikkelingsbenadering van Piaget, Kohlberg en Gibbs ligt de nadruk op cognitie. Wat was hun denkbeeld over moraliteit? Noem 3 punten





- Kinderen actieve denkers over goed en kwaad —> nadruk ligt op denken niet op handelen;
- Oordelen en rechtvaardigingen;
- Zelf geconstrueerd.

Leg uit wat Piaget's morele ontwikkeling inhoud en noem de twee vormen (leg ook uit welke leeftijd hierbij hoort; leg niet uit wat er verder bijhoort)





Piaget heeft met behulp van observaties bij knikkerspel (door te kijken naar het begrip van kinderen met betrekking tot regels) en het voorleggen van situaties (waarbij de kinderen moesten beoordelen welk kind stout was). Dit onderzoek heeft hij gedaan bij Zwitserse kinderen tussen de 5 en 13 jaar. Aan de hand van de uitkomsten identificeerde twee brede fasen: heteronome moraliteit en autonome moraliteit.

2 vormen:
- heteronome moraliteit: 5 tot 10 jaar
- autonome moraliteit: 10 jaar en ouder
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Piaget's verstelde dat er twee vormen zijn van moraliteit: heteronome en autonome moraliteit. Wat houdt heteronome autoriteit in? Noem tevens twee factoren die het morele begrip van kinderen beperken. Waar worden de oordelen van overtredingen op gebaseerd in dit stadium?

Heteronome moraliteit (5-10 jaar) = kinderen in dit eerste stadium zien regels die door autoriteiten (God, ouders en leraren) zijn uitgesproken, als een permanent en onveranderlijk en vereist strikte gehoorzaamheid.  Oordeel over overtredingen worden gebaseerd op uitkomsten, niet op intenties.


Volgens Piaget beperken twee factoren het morele begrip van kinderen:
- Cognitieve onvolwassenheid = met name een beperkt vermogen om andere perspectieven en realisme (=de neiging om mentale fenomenen, inclusief regels, als vaste externe kenmerken van de werkelijkheid te beschouwen) voor te stellen.
- De kracht van volwassenen om erop aan te dringen dat kinderen zich hieraan houden.

Piaget's verstelde dat er twee vormen zijn van moraliteit: heteronome en autonome moraliteit. Wat houdt autonome moraliteit in? Waar worden oordelen over overtredingen op gebaseerd?

Autonome moraliteit (10 jaar en ouder) = in deze tweede fase beschouwen kinderen regels niet langer als vaststaand, maar als flexibele, sociaal overeengekomen principes die kunnen worden aangepast aan de wil van de meerderheid.
Oordelen over overtredingen worden gebaseerd op zowel uitkomsten als intenties.
- Ideale wedekerigheid = “Behandel anderen zoals je wilt dat anderen jou behandelen”. Dit helpt jongeren beseffen dat regels herzien kunnen worden.

Wat is de motor van de morele ontwikkeling volgens Piaget? Wat gaan kinderen hierdoor realiseren? En wat ontwikkelen ze hierdoor?

Kinderen maken de overgang van fase 1 naar fase 2 door cognitieve ontwikkeling, minder controle van volwassenen en interactie met leeftijdsgenoten.

De interactie met leeftijdsgenoten ziet Piaget als de motor van de morele ontwikkeling. Meningsverschillen met leeftijdsgenoten zijn van belang voor de morele ontwikkeling. Hierdoor gaan kinderen realiseren dat de perspectieven van mensen op een morele actie kunnen verschillen en dat intenties, en niet consequenties, als basis dienen voor het beoordelen van gedrag. Geleidelijk ontwikkelen ze een bezorgdheid voor het welzijn van anderen zoals zij ook voor zichzelf doen. Hierdoor ontwikkelen ze ideale wederkerigheid.

Wat houdt het preconventionele niveau in van Kohlberg (gebaseerd op Piaget's theorie). Beschrijf tevens de twee fasen

Het preconventionele niveau = op dit niveau wordt moraliteit extern bepaald. De regels volgen uit eigenbelang.

De twee fasen zijn:
1) Heteronome moraliteit = kinderen accepteren de regels van gezagsdragers en beoordelen acties op hun consequenties. Gedrag dat resulteert in straf wordt als slecht beschouwd (vermijden straf), gedrag dat leidt tot beloningen als goed. Het gaat hierbij om het zelf. Kinderen letten hierbij niet op intenties.
2) Individualistische instrumentele moraliteit  = kinderen in dit stadium zien juiste actie als voortvloeiend uit eigenbelang en begrijpen concrete wederkerigheid als gelijke uitwisseling van gunsten: “Je doet dit voor mij, en ik doe dat ook voor jou.”

Wat is het verband tussen moraliteit en gedrag? Leg uit en noem 3 punten

De volwassenheid van moreel redeneren is slechts bescheiden gerelateerd aan moreel gedrag. Morele actie wordt ook beïnvloed door de emoties, het temperament van het individu, de geschiedenis van moreel relevante ervaringen en intuïties en morele identiteit.

- Kohlberg: in hogere stadia meer gedrag conform eigen oordeel = verband met delinquentie.
- Correspondentie oordeel-gedrag hangt mee af van = belang moraliteit voor zelfbeeld (morele identiteit).
- Sterke morele identiteit = gedrag meer conform moreel oordeel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo