Sociale omgang
3 belangrijke vragen over Sociale omgang
Is solitair spel bij kleuters een reden tot zorg? Onderbouw je antwoord met 2 punten
Nee, er is nog heel veel solitair spel bij kleuters. Het kan wel zorgelijk zijn als:
- Kinderen doelloos rondlopen, van afstand blijven kijken zonder zelf te spelen, dit kan wijzen op bijvoorbeeld sociale angst.
- Repetitive motorische acties, zoals blokken tegen elkaar slaat. Dit kan komen omdat een kind impulsief is (= moeite met regulatie van woede en agressie bijvoorbeeld)
- Kinderen doelloos rondlopen, van afstand blijven kijken zonder zelf te spelen, dit kan wijzen op bijvoorbeeld sociale angst.
- Repetitive motorische acties, zoals blokken tegen elkaar slaat. Dit kan komen omdat een kind impulsief is (= moeite met regulatie van woede en agressie bijvoorbeeld)
Beschrijf de ontwikkelingsvolgorde van cognitieve speltheorieen (4 punten)
1. Functioneel spel = eenvoudige, herhaalde bewegingen met of zonder voorwerpen (0-2 jaar). Bijvoorbeeld: een auto op en neer duwen;
2. Doen-alsof spel = alledaagse of denkbeeldige rollen spelen (2-6 jaar). Bijvoorbeeld: boekjes of thuissituatie naspelen; Sociodramatisch spel wordt frequent en ondersteunt de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling.
3. Constructief spel = iets scheppen of construeren (3-6 jaar). Bijvoorbeeld: tekenen of kleien;
4. Spelletjes met regels = regels van het spel begrijpen en volgen (4-6 jaar). Bijvoorbeeld: echt iets maken met klei of korte kaartspelletjes spelen.
2. Doen-alsof spel = alledaagse of denkbeeldige rollen spelen (2-6 jaar). Bijvoorbeeld: boekjes of thuissituatie naspelen; Sociodramatisch spel wordt frequent en ondersteunt de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling.
3. Constructief spel = iets scheppen of construeren (3-6 jaar). Bijvoorbeeld: tekenen of kleien;
4. Spelletjes met regels = regels van het spel begrijpen en volgen (4-6 jaar). Bijvoorbeeld: echt iets maken met klei of korte kaartspelletjes spelen.
Noem 3 factoren die van invloed zijn op de sociale omgang met vrienden. Leg tevens de invloed van directe vs indirecte ouderlijke invloeden uit
- Ouderlijke invloeden = zowel direct als indirect;
- Leeftijdsmix van kinderen;
- Culturele waarden.
Directe ouderlijke invloeden = mogelijkheden te bieden voor contact met leeftijdgenoten, begeleiding en monitoring bieden.
Indirecte ouderlijke invloeden = opvoedstijl, veilige gehechtheid, speelgedrag en het sociale netwerk van de ouders.
- Leeftijdsmix van kinderen;
- Culturele waarden.
Directe ouderlijke invloeden = mogelijkheden te bieden voor contact met leeftijdgenoten, begeleiding en monitoring bieden.
Indirecte ouderlijke invloeden = opvoedstijl, veilige gehechtheid, speelgedrag en het sociale netwerk van de ouders.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
