Gehechtheid en hechtingsstoornissen - Indelingen van gehechtheid en hechtingsstoornissen

8 belangrijke vragen over Gehechtheid en hechtingsstoornissen - Indelingen van gehechtheid en hechtingsstoornissen

Kenmerken van veilige gehechtheid

Kind laat zich makkelijk troosten bij terugkeer van verzorgen en gaan vrij snel weer verder spelen en exploreren.

Kenmerkend voor onveilige hechting; vermijdend

Gaan actief op onderzoek uit maar reageren niet op terugkerende opvoeder. Ze houden zich groot en denken dat ze het zelf moeten opknappen.

Welke twee soorten verschillende hechtingsstoornissen zijn er en hoe zien die eruit?

Reactieve of geremde hechtingsstoornis
- gebrek aan sociale of emotionele reacties naar anderen
- beperkt in positieve gevoelens
- periodes van onverklaarbare geïrriteerdheid, verdriet of angst in niet-bedreigende interacties met volwassenen opvoeders

Willekeurig sociale of ontremde hechtingsstoornis
- niet selectief in hechting: klampen
- geen reserve bij het benaderen van vreemden
- openlijk familiar gedrag waarbij fysieke en/of cultureel bepaalde grenzen overschreden worden
- het kind checkt in een onbekende omgeving niet of de opvoeder nog aanwezig is
- het kind gaat gemakkelijk mee met onbekenden
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de kenmerken van Willekeurig sociale of ontremde hechtingsstoornis?

Kinderen zijn kritiekloos en klampen zich aan willekeurige persoon vast. Kan zelfs voorkomen ingeval van veilige gehechtheidsrelaties.
Als 2 onderstaande criteria gelden:
- geen reserve bij benaderen van vreemden
- sprake van openlijk familiair gedrag waarbij fysieke en culturele grenzen worden overschreden
- kind check in een onbekende omgeving niet of de verzorger nog in de buurt is
- kind gaat gemakkelijk mee met onbekende volwassene

Op welke andere stoornissen lijken de gehechtheidsstoornissen?

1. Vermijdende of restrictieve voedselinnamestoornis
2. ASS
3. Verstandelijke handicap
4. ADHD
5. PTSS
6. Gedragsstoornissen
7. Stemmings- en angststoornissen

Welke twee stoornissen gaan vaak gepaard met een gehechtheidsstoornis?

Het gaat vooral om gedragsproblemen, maar het kan ook samengaan met PTSS.

In welke situaties komen gehechtheidsstoornissen vaak voor?

In kindertehuizen.
Bij mishandelde en of misbruikte kinderen

Verschil tussen jongens en meisjes bij hechting

Jongens en meisjes hebben dezelfde kans op hechtingsstoornissen maar het effect ervan is wel verschillend.
Meisjes hebben tijdens de adolescentie een grotere kans om buitengesloten te worden.
Bij jongens is er een groter risico op gedragsproblemen en agressie.
Meisjes hebben vaak een veiligere relatie met leidsters van de kinderopvang dan jongens.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo