Werken op twee sporen - Hulpverleningsvormen, emancipering en disciplinering
10 belangrijke vragen over Werken op twee sporen - Hulpverleningsvormen, emancipering en disciplinering
In het schema dat geïnspireerd is op het schematisch overzicht van de verantwoordelijkheidsdimensies van Van den Berg. Worden zes categorieën cliënten onderscheiden, gebaseerd op de mate van (on)vrijwilligheid in de beginsituatie. Wat is een nadeel van het schema? Maar waarom is het toch handig?
het maakt zichtbaar dat de methodische benadering van de werker veel constanten kent. Bij meer drang en dwang in het contact => meer disciplinerende elementen in de benadering en zal het maatschappelijk belang uitdrukkelijker benoemd worden.
Welke hulpverleningsvorm en methodische vaardigheden past het best bij de vierde categorie cliënten?
Bemoeizorg, outreaching casework, assertieve hulpverlening|
- selectie van vaardigheden uit: spiegelen, samenvatten, reflecteren, begrip tonen, invoelen (empathie uitdrukken), veiligheid bieden, vertrouwen geven, cliënt eigen spoor laten volgen, structuur bieden, gezamenlijk vaststellen van probleem, doelen, werkwijze, participatie en activering van cliënten staan voorop,essentieel is het werken met directieven (taken, opdrachten)
- inventariseren en toetsen van signalen, zelf naar cliënten toe gaan en contact maken, nut bewijzen, adequaat reageren op reactance en strategische zelfpresentatie, onderhandelen over herkennen en erkennen van problemen
Welke hulpverleningsvorm en methodische vaardigheden past het best bij de vijfde categorie cliënten?
- selectie van vaardigheden uit blokken 1 t/m 4
- werken binnen een voorwaardelijk kader (voorwaarden vaak door derden vastgesteld), werken met een contract, grenzen stellen, confronteren met consequenties van het niet-nakomen van het contract, werken met belonen en straffen.
Voorwaarden zijn doorgaans duidelijk omschreven vormen van actieve participatie in een hulpverleningsproces dat de causale problemen aanpakt
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke hulpverleningsvorm en methodische vaardigheden past het best bij de zesde categorie cliënten?
- selectie van vaardigheden uit de blokken 1 t/m 5
- contact maken binnen het wettelijk kader, werken met rolverduidelijking en prosocial benadering
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de eerste categorie cliënten?
- werker kiest voor het non-directieve model, deze keuze wordt niet altijd expliciet met de cliënt besproken
- Ook non-directieve werkers hebben sturende invloed via hun selectieve verbale en non-verbale reactie
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de tweede categorie cliënten?
- cliënten krijgen een duidelijke structuur aangeboden waarbij zo snel mogelijk wordt vastgesteld waaraan gewerkt zal worden, op welke manier en met welke doelen.
- Alle sturende en/of disciplinerende aspecten (aandrang tot participeren in de probleembenoeming en het stellen van doelen, werken met taken of opdrachten) worden met de cliënt besproken
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de derde categorie cliënten?
- disciplinerende zit in de aandrang van de werker om gedachten en gevoelens van de cliënt over het gestuurd zijn te (laten) expliciteren en vervolgens te exploreren welk belang de cliënt zelf heeft bij deelname aan het hulpverleningsproces
- drang blijft aanwezig in het 'over de schouder' meekijken van de aanbrenger
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de vierde categorie cliënten?
- sturende zit primair in het gegeven dat signalen uit de omgeving over het uiten de boot vallen van de cliënt voor de werker aanleiding is om contact te leggen
- stappen in het proces worden zo mogelijk gezamenlijk genomen
- afhankelijk van de mate van overlast of gevaar zullen de disciplinerende aspecten meer of minder bepalend zijn
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de vijfde categorie cliënten?
- gestelde voorwaarden sturen bijvoorbeeld in de richting van het aanleren van vaardigheden op het gebied van budgetteren, als gezin onderhandelen over uitgaven in plaats van de gebruikelijke ieder-wat-wilsbenadering, etc
- sturing is gericht op empowerment, maar het toezicht op het nakomen van de voorwaarden is een disciplinerend aspect
Bij alle zes de categorieën is een zekere mate van sturing (en disciplinering) vanuit de werker. Waar zit het sturende in bij de zesde categorie cliënten?
- door rechterlijke uitspraak zijn handelingsmogelijkheden cliënt beperkt
- hulpverlening wordt gestuurd door de opdracht om gedrag te veranderen. Als beloning kan opheffing van de maatregel volgen.
- hulpverlening kan gericht zijn op voorkomen recidive: gehouden aan gedwongen kader: disciplinerend aspect
- sturend is de controle van de opdrachtgever op het nakomen van de opdracht
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden