Chromosomale afwijkingen - Syndroom van Down
4 belangrijke vragen over Chromosomale afwijkingen - Syndroom van Down
Het syndroom van Down is de belangrijkste trisomie, trisomie 21. Dit komt voor bij 1 op de 1000 baby's. Waar is in de meeste gevallen het syndroom van Down het gevolg van?
In ongeveer 5% van de gevallen is het extra chromosoom onderdeel van een Robertsoniaanse translocatie. Chromosoom 14 en 21 zijn hierbij belangrijk. Bij 1-2% van de kinderen treedt mosaïcisme op. Kinderen met deze vorm van Down zijn vaak minder aangedaan. Wat betekent Robertsoniaanse translocatie en mosaïcisme?
Mosaïcisme = een deel van de cellen bezitten wel de afwijking en een deel niet.
De diagnose syndroom van Down wordt bij de geboorte vastgesteld. Wat zijn uiterlijke kenmerken van het syndroom van Down?
- Afgeplatte neus
- Hypoplasie: bovenkaak, wangen en oogkassen zijn minder gegroeid
- Schuin omhooglopende palpebrale fissuren
- Epicanthusplooi
- Grote tong
- Korte nek
- Korte en brede handen
- Doorlopende handlijnen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke andere medische aandoeningen gaan gepaard met het syndroom van Down?
- Bij ongeveer 10% gastro-intestinale afwijkingen
- Hypothyreoïdie
- Leukemie (15-20 x hoger risico)
- Gehoorproblemen
- Mentale retardatie
- Verhoogd risico op ontwikkelen cataract
- Meer ruimte tussen de 1e en 2e cercicale wervel
- Ziekte van Alzheimer
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden