Samenvatting: Op Niveau | 9789006104325 | Ruud Kraaijeveld
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Op niveau | 9789006104325 | Ruud Kraaijeveld ... [et al.].
-
1 blok 1
Dit is een preview. Er zijn 63 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke twee delen bestaat gramatica?
1. zinsontleding 2. woordsoortbenoeming.
-
Wat is de bedoeling van de maker bij fictie?
- vermaak
- plezier
- ontroeren
- aan het denken zetten
-
Wat is de doelstelling van non-fictie?
- informatie geven
- iets leren
- een mening geven over iets uit de werkelijkheid
-
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
Door de tijd te veranderen
-
Hoe kun je het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de zin zoeken?
Door de volgende stappen:
1) Doe de tijd- of de getalproef en schrijf de persoonvorm op.
2) zoek de andere werkwoordsvormen op en schrijf deze achter de persoonsvorm.
-
1.1 Lees Vaardig
Dit is een preview. Er zijn 54 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe beperk je het aantal zoek treffers?
Door het zoekwoord tussen aanhalings tekens te zetten -
wat heeft een wederkerend voornaamwoord altijd bij zich?
een wederkerend voornaamwoord. -
hoe kan je het schrijfdoel of tekstdoel het best bepalen?
Een slimme manier om het schrijfdoel of tekstdoel te bepalen is om eerst de hoofdgedachte vast te stellen. -
wanneer heeft het werkwoord een figuurlijke betekenis.
als het met een vast voorwerp is verbonden. je hebt dan zowel bij het wwg en het vzv een figuurlijke betekenis. -
wanneer is een voegwoord een nevenschikkend voegwoord?
als het een nevenschikkend voegwoord is dan kun je het weghalen zonder dat beide zinnen los grammaticaal incorrect zijn.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden