Samenvatting: Op4 Ng
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OP4 NG
-
1 OP4 NG
Dit is een preview. Er zijn 62 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt een dynamisch onderzoek?
Het verkrijgen van een serie planaire (=statische) afbeeldingen van een orgaan, opgenomen in 1 richting, gedurende een zekere tijd.
Het radiofarmacon beweegt door het orgaan tijdens het onderzoek.
De gammacamera legt de passage van het radiofarmacon vast (hoe loopt het radiofarmacon door het orgaan. -
Hoe werkt de toediening van het radiofarmacon bij een dynamisch onderzoek?
Het radiofarmacon wordt ingespoten wanneer de patiënt onder de gammacamera ligt en dan begint de camera direct met foto's maken. Deze onderzoeken kenmerken zich door tijdsduur maar vooral door de hoeveelheid foto’s die worden gemaakt. -
Welke fasen zijn er bij een 3-fasen botscan?
Fase 1 = perfusiefase
Fase 2 = bloodpool
Fase 3 = skelet -
Wat is het resultaat van een renografie?
- links/rechts verhouding in %
- TAC (peak time en 1/2 peak time) -
Welke dynamische onderzoeken zijn er?
- nieren - sentinel node scintigrafie bij o.a. melanoom
- maagontleding (kan ook statisch)
- meckel’s divertikel
- nasaal mucociliair transport -
Wat zijn de kenmerken van een normaalbeeld bij een 3-fasen skeletscintigrafie?
- homogene en symmetrische uptake
- goede bot weke delen ratio
- nieren zichtbaar
- symmetrische doorbloeding 1ste en 2de fase -
Aan welke kant staat het puntje op de foto?
Rechts -
Waarom gebruik je bij een partiële opname een fijnere matrix?
Betere details -
Waarom laat je de patiënt in de 2de fase veel drinken?
Voor een betere doorstroming -
Wanneer er een deel uit het vat is gespoten zie je een artefact? Wat zijn de gevolgen hiervan?
Je krijgt een minder plaatje omdat er bij de injectieplek meer counts worden geteld, hierdoor wordt het algemene plaatje minder.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden