Samenvatting: Opbouw En Afbraak
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Opbouw en afbraak
-
2 Hoofdstuk 2
-
2.1.1 Wonen op een kortsje
-
Wat zijn de kenmerken van de aardkorst?
De aardkorst is continu in beweging. Is gemiddeld 10 tot 40 kilometer dik. Bestaat uit grond en korst gesteente. Onder oceanen is de aardkorst het dunst. Bij gebergte is de laag het dikst. De aardkorst beweegt met enkele centimeters per jaar. Dat komt omdat de laag eronder een beetje stroperig is. -
2.1.2 Binnen in aarde
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de kenmerken van de aardmantel de laag onder de aardkorst?
Deze laag tussen deaardkorst en de kern van de aarde bestaat uit heetgesteente . De temperatuurvarieert van 100 tot3200 graden. Toch is het teen lang niet overalgesmolten . Diep in de aarde is de druk zo groot dat er een veel hogere temperatuur nodig om tesmelten . -
Wat is de relatie tussen convectiestromen en magma?
Op het magma kan de aardkost een klein beetje bewegen. Die beweging komt door convectiestromen in de aardmantel. Dit is een zeer langzame circulatie van stroperig gesteente die wordt aangedreven door temperatuurverschillen. Het magma wordt diep in de aarde opgewarmd en stroomt onder de aardkost opzij weg. Koelt af en stroomt daarna weer diep de aarde in. -
Wat zijn de kenmerken van de aardkern?
In de binnenste deel van de aarde ligt de aardkern, een grote ijzeren kogel. In de binnenkern is de druk zo groot dat ijzer vast is. Daarom heen ligt de buitenkern die wel vloeibaar is. -
2.1.3 Bewegende platen
-
Wat zijn de verschillende onderdelen van de aardplaten?
Aardplaten zijn losse stukken aardkorst. Deze stukken heten ook wel schollen. Waar de aardplaten aan elkaar grenzen liggen breuklijnen of breuken. Het bewegen van de aardplaten door convectiestromen heet plaattektoniek en dat gaat met enkele centimeters per jaar. -
2.2.2 Stratovulkanen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de kenmerken van een stratovulkaan?
Bij de uitbarsting van een stratovulkaan kunnen lava, stenen en as kilometers hoog de lucht in worden gestoten. Als een wolk met vulkanisch materiaal onder zijn eigen gewicht instort, dendert een lawine van vuur van de hellingen naar beneden. Veel stratovulkanen bevinden zich langs de randen van de Grote Oceaan. Daar duikt de zware oceanische plaat op veel plaatsen de diepte in. -
2.3.1 Dikke en dunne aardkorst
-
Wat is het verschil tussen een oceanische korst en een continentale korst?
De oceanische korst ligt grotendeels onder de oceanen en de continentale korst onder land. Maar dit is niet overal het geval. De Noordzee en Oostzee zijn bijvoorbeeld gewoon deel van de continentale korst. En hotspoteilanden als Hawaii zijn deel van de oceanische korst. Wat is dan het verschil? Oceanische korst heeft een andere samenstelling en een grotere dichtheid dan continentale korst. Oceanische korst is dus ook zwaarder en ligt meestal lager dan de lichtere continentale korst. -
2.4.1 Slijtende bergen
-
Wat zijn de verschillende soorten van verwering?
Temperatuurverschillen zorgen ervoor dat gesteente krimpt en uitzet. Stenen zetten uit bij warmte en krimpen bij kou. Op de duur ontstaan zo barsten in stenen.
water komt in kleine scheurtjes terecht. Als het water bevriest, heeft het meer ruimte nodig. Hierdoor worden de scheurtjes groter.
plantenwortels wringen zich in kleine scheuren van stenen. Als de wortels groeien, worden de scheurtjes groter.
sommige gesteenten lossen op in water. Kalksteen bijvoorbeeld. Wanneer kalksteen tussen lagen andere gesteente zit, kunnen op de plaats van het kalksteen grotten ontstaan. -
2.4.2 Jong en oud
-
Hoe herken je oud en jong gebergten?
Oude gebergten zijn verder verweerd dan jonge gebergten. Jongen gebergten hebben hoge, scherpe pieken en diepe dalen. Oude gebergten herken je aan de lagere, afgevlakte toppen en brede dalen. De scherpe pieken zijn afgesleten. -
Wat voor weg neemt het verweringsmateriaal?
Het is dalen terechtgekomen. In de eerste plaats gebeurt dat door de zwaartekracht: afgebroken rotsen en stukken steen vallen naar beneden. Maar ook water, ijs en wind nemen het materiaal mee. Bij het verplaatsen van verweringsmateriaal treedt erosie op. Dat is het afschuren van het aardoppervlak.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden