Samenvatting: Opbrengstgericht Onderwijs Ontwerpen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Opbrengstgericht Onderwijs Ontwerpen

• 1 Visie op onderwijs: waarom opbrengstgericht ontwerpen?

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wordt bedoeld met het klassikale leerstof-jaarklassensysteem?

  Bij dit systeem moet een leerkracht ervoor zorgen dat een klas met leerlingen gedurende een jaar een bepaalde hoeveelheid leerstof tot zich neemt. De leerkracht volgt daarbij de methode, die de kerndoelen afdekt. Dit is hetzelfde systeem als 50 jaar geleden.

• Wat zijn de verschillen mbt het klassikale leerstof-jaarklassensysteem tov 50 jaar geleden? (4) Maar in essentie is er nog weinig veranderd.

  • De grootte van de klassen is afgenomen
    
  • Tafels zijn anders gegroepeerd
    
  • Leerlingen moet soms opdrachten uit het boek op de computer maken
    
  • Digitaal schoolbord in de klas
    

• Wat zijn scholen de laatste tijd aan het veranderen wat zelfs een revolutie genoemd wordt?

  Scholen proberen leerlingen zelf een actieve rol in het leerproces te geven, zodat leerlingen leren omdat ze zelf iets willen weten en kunnen. Ze proberen leerdoelen voor leerlingen concreet te maken en te relateren aan de wereld om hen heen. Ook proberen ze de leerlingen meer autonomie te geven en meer uitdagende en betekenisvolle leeractiviteiten voor hen te ontwerpen.

• Waarom vinden deze revolutionaire veranderingen zoals autonomie, betekenisvol etc, plaats? (4)

  1. De veranderende behoeften aan kennis en vaardigheden in de maatschappij
  2. De technologische ontwikkelingen die nieuwe mogelijkheden bieden om te leren
  3. Nieuwe wetenschappelijke inzichten over leren
  4. De steeds groter wordende druk om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen

• Wordt in het curriculum als aandacht besteedt aan 21st century skills?

  Niet expliciet, maar veel leerkrachten vinden deze vaardigheden wel belangrijk en besteden impliciet aandacht hieraan.

• Waarom is het van groot belang dat leerlingen een mentaal model op school leren, en bijbehorende vaardigheden om nieuwe kennis te verwerven?

  Zodat leerlingen zelfstandig verder de wereld kunnen begrijpen, hiervoor moeten ze overzicht en inzicht krijgen in de belangrijkste concepten. Hierdoor wordt de feitenkennis minder een doel opzich.

• Welke vaardigheden vraagt het internet van leerlingen? (6)

  Het selecteren van informatie, het waarderen van informatie, en het interpreteren, verwerken en benutten daarvan. Ook vraagt het internet sociale vaardigheden doordat er meer interactie is tussen gebruikers.

• Wat zijn vier fundamentele kenmerken van het 'levenslang leren'?

  1. De lerende staat centraal: verschuiving van aanbodgericht naar vraaggericht om tegemoet te komen aan alle leerbehoeften
     
  2. Motivatie om te leren: 'leren leren' meta-cognitieve vaardigheden, zodat mensen zelfgestuurd in eigen tempo kunnen leren
  3. Meervoudige doelen van onderwijs: naast kennisontwikkeling, ook persoonlijke ontwikkeling en sociale, economische, en culturele doelen > doelen verschillen per levensfase
  4. Landelijke visie op levenslang leren

  
  > in basisonderwijs basis voor levenslang leren

• Op welke 5 manieren kan ICT de leerprocessen van leerlingen versterken?

  1. Instructie verrijken met allerlei bronnen > bepaalde verwerkingsvormen zoals het maken van werkstuk achterhaald, beter iets waarbij ze de essentie kernachtig kunnen samenvatten zoals mindmap, webpagina, powerpointpresentatie
  2. Leren is tijd- en plaatsonafhankelijk
  3. Gebruiken maken van expertise buiten de school
  4. Educatieve games > directe feedback, adaptief > leerkrachten moeten inzicht hebben in conceptuele structuur achter game
  5. Samenwerken via digitale omgevingen > sociale vaardigheden vergroten

• Welke vijf dingen zijn van belang om leerlingen beter voor te bereiden op de toekomst?

  1. 21st century skills
  2. mentale modellen (conceptuele kennis)
  3. gebruik maken van andersoortige leeractiviteiten die mogelijk gemaakt worden door nieuwe technologieën
  4. gebruik maken van wetenschappelijke kennis over het leren van leerlingen, nog meer vanuit neurowetenschappen
  5. Bij onderwijsontwerpen meer rekening houden met verschillen tussen leerlingen