Variantieanalyse - Effectmaten bij ANOVA
3 belangrijke vragen over Variantieanalyse - Effectmaten bij ANOVA
Welke 2 effectmaten worden gebruikt om de grootte van het effect te meten van een experimentele manipulatie?
R-kwadraat en de omega-kwadraat. Zie afbeelding.
Hoe ziet de formule eruit voor de R-kwadraat om de grootte van het effect van een experimentele manipulatie te meten?
R-kwadraat=SSm/SSt
Ssm staat hier voor de sum of squares van het effect in het model (de variantie tussen de groepen ).
SSt staat voor de totale variatie (sum of squares).
R-kwadraat wordt bij ANOVA meestal aangeduid met eta-kwadraat (een soort lange N-kwadraat).
Ssm staat hier voor de sum of squares van het effect in het model (de variantie tussen de groepen ).
SSt staat voor de totale variatie (sum of squares).
R-kwadraat wordt bij ANOVA meestal aangeduid met eta-kwadraat (een soort lange N-kwadraat).
Wat is de grove vuistregel van omega-kwadraat (w-kwadraat) over welke waarden als zwak, middelmatig en sterk gezien worden?
Soms worden de waarden 0.01, 0.06 en 0.14 voor omega-kwadraat gezien als respectievelijk zwak, middelmatig en sterk effect. Dit is echter een heel grove vuistregel, want een effectgrootte moet altijd geïnterpreteerd worden in de context van het desbetreffende vakgebied.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
