Samenvatting: Openbare Financiën 2023

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Openbare Financiën 2023

• 1 Openbare Financiën 2023

• 1.1 THEMA 2

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Allocatie - kan niet worden overgelaten aan de markt in de volgende scenario's

  - Indien markten niet werken [collectieve goederen]
  - indien markten niet goed weken [in geval van onvolledige concurrentie en het meest extreme geval wegens een monopolie]
  - Andere overwegingen waardoor overheidsingrijpen noodzakelijk is (bijvoorbeeld het op de markt brengen van medicijnen, kan niet worden overgelaten aan de markt, burgers kunnen moeilijk zelfstandig beslissen welke medicijnen goed weken).

• Overheidsingrijpen bij individuele goederen (marktwerking)

  1. Externe effecten;
  2. Paternalisme; de overheid schat voor burgers in welke middelen en goederen gewenst zijn
  3. Hoge kosten uitsluiting;
  4. Schaalvoordelen; sommige producten kunnen alleen op grote schaal worden aangeboden. Overheid kan ingrijpen door middel van regulatie of dood middel van het zelf aanbieden van een goed of dienst.
  5. Onverzekerbare risico's; acceptatieplicht
  6. Inkomenspolitieke overwegingen: minimumloon instellen.

• Motieven van overheid om in te grijpen in het onderwijs

  - Externe effecten: een positief extern effect.
  - Paternalisme: Overheid wil het volgen van onderwijs aanmoedigen. Leerplicht.
  - Verdelingsmotief: overheid wil bredere toegankelijkheid van onderwijs. Aanvullende beurs bij het huidige leenstelsel voor mensen met een laag inkomen. 

• Belangrijkste hervormingen op de woningmarkt - overheidsfalen

  - Koop: hypotheekrenteaftrek tarief wordt afgebouwd. Tarief verlaagd naar 37,5% in 2023. Alleen voor mensen met een inkomen van een hoogste schift verandert dit. De mensen met een laag inkomen kunnen de hypotheeklening met maximaal 100% van de aankoopwaarde van de woning. Zorgt ervoor dat mensen niet meer kunnen lenen waardoor zij ook niet meer kunnen aftrekken dan louter de rente op hun woning.
  - Huur: Meer woningen nodig zijn. Deel van de extra huurwoningen zal naar de vrije sector gaan. Huurstijging doorvoeren voor mensen die meer verdienen. Om zo schreef wonen op te lossen.

• 1.3 THEMA 3

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Doelstellingen macro-economisch beleid

  1. Duurzame economisch groei: het gaat hierbij om groei die niet ten koste gaat van het milieu.
     
  2. Volledig werkgelegenheid en een lage werkloosheid;
  3. Stabiel prijspeil en een lage inflatie: zaak van ECB. Onafhankelijk van de nationale overheden. Inflatie onder de 2% te gaan houden. Ook geen deflatie. 
     

• 1.4 THEMA 4

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Overheid 4 motieven om burgers sociale bescherming te bieden:

  1. Het garanderen van een bestaansminimum - armoedebestrijding;
     
  2. Bescherming tegen inkomensverlies door werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid door tekortkoming van de verzekeringsmarkt te corrigeren (marktfalen);
  3. Paternalisme;
  4. Verlaging van de uitvoeringskosten van de sociale bescherming.

• Waar worden de kosten van de sociale inkomensverzekering deels mee betaald

  Meer dan de helft via premieheffing omgeslagen over verplicht verzekerden en hun werkgevers.

• Tekorten bij de sociale fondsen worden aangezuiverd via...

  Rijksbedragen

• 1.5 THEMA 5

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Kiezen van doelstelling voor het structurele en het feitelijke saldo van de begroting moet politici ten minste vier aspecten meewegen

  1. Lenen voor (renderende) investeringen;
     
  2. Bijsturen van de conjunctuur;
  3. Gevolgen voor latere generaties;
  4. Invloed van uitzonderlijke gebeurtenissen

• Invoering van een basisinkomen, waarvan mensen minimaal kunnen rondkomen, doet..

  De belastingdruk sterk stijgen, vermindert het arbeidsaanbod en leidt tot het nodeloos rondpompen van geld.