Belasting- en premieheffing: inleiding

17 belangrijke vragen over Belasting- en premieheffing: inleiding

Noem de motieven voor overheidsingrijpen. Benoem welke hoofddoelstellingen beleidsmakers hebben bij het ingrijpen op de uitkomsten van de markt.

(1) Paternalisme; (2) Onevenredig hoge kostenmotief; (3) Externe effecten; (4) Monopolies; (5) Onverzekerbare risico's (falen verzekeringsmarkt); (6) Inkomenspolitiek. (1) Allocatiefunctie; (2) Stabilisatiefunctie; (3) Verdelingsfunctie.

Benoem de hoofddoelstellingen bij overheidsingrijpen jegens het prijsmechanisme. Kunnen er conflicten bestaan tussen deze doelstellingen?

(1) Allocatiefunctie; (2) Stabilisatiefunctie; (3) Verdelingsfunctie. Ja.

Hoe worden goederen genoemd, zoals bijvoorbeeld leerplichtig onderwijs en deelname aan sociale verzekeringen, waar de overheid uit paternalistisch motief jegens handelt (KKW 21)?

'Bemoeigoederen'
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

OK. Geef de definitie van een belastingen (meervoud). Ik wacht.

Gedwongen bijdragen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de heffende overheid tegenover staat en die krachtens algemene regels wordt geheven.

Is de belastingdruk in Nederland nu hoger of lager dan in 1995? Hoeveel procent?

Lager. 4.

Bestaat er volgens Caminada een materieel verschil tussen belastingen en sociale premies? Hoeveel euro betaalt iedere inwoner van Nederland bij benadering aan belastingen en sociale premies?

Nee. 14.000.

Is de belastingdruk in Nederland hoger of lager dan in de meeste buurlanden? Wat is de hoofddoelstelling van belastingheffing?

Lager. Het vullen van de schatkist.

Noem het anagram voor een goed belastingstelsel. Welke criteria gelden voor een goed belastingstelsel (W3, 12)?

ARM. (1) (beperking van) Administratieve lasten; (2) Rechtvaardige verdeling; (3) Mate van verstoring: beperking van negatieve economische effecten (allocatie).

Sommige heffingen zijn goedkoper te innen en na te leven dan andere. Welke belasting was uitzonderlijk duur om te innen?

Vermogensbelasting.

Benoem de twee verdelingsbeginselen. Wat wordt verstaan onder het laatste? Is dit beginsel afdoende voor de gewenste 'rechtvaardige' inkomensverdeling (KKW 212)?

Draagkracht- en profijtbeginsel. De kosten van de overheid in rekening brengen bij degene die ervan profiteert. Nee.

Een goed belastingstelsel kent een rechtvaardige verdeling. Wat is de inhoud van het draagkrachtbeginsel? Welke inhoud wordt aan draagkracht gegeven om een progressief tarief te rechtvaardigen (KKW 213)?

Iedereen moet naar draagkracht bijdragen aan de belastingheffing. Evenredig genotsoffer.

Welke inkomens profiteren in Nederland het meeste van aftrekposten?

Hogere inkomens.

Er is een toerekentechniek bedacht voor overheidsuitgaven en ontvangsten aan opeenvolgende generaties. Hoe wordt deze techniek genoemd? Welke bevolkingsgroepen hebben het grootste netto profijt van de aanwezigheid van de overheid?

Generational Accounting. Jongeren en ouderen.

Hoe wordt het boxensysteem van de Wet IB ook wel genoemd? Dit in tegenstelling tot de Wet IB 1964, die ... van opzet was?

Analytisch. Synthetisch

Hoe heeft het tarief van de vennootschapsbelasting zich in het afgelopen decennium ontwikkeld? Wat was het tarief in 1995?

In stappen omlaag. 35.

Welke belastingheffing is volgens economen het toppunt van eenvoud en economische efficiëntie? Wat is het (mogelijke) probleem met deze belastingheffing?

Lump-sum tax. Onrechtvaardig.

Hoe wordt de omvang, samenstelling en bekostiging van de collectieve uitgaven genoemd?

Het budgetmechanisme.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo