Operaregie - De oer-regiseur: de corago - Een erfgenaam van de corago

6 belangrijke vragen over Operaregie - De oer-regiseur: de corago - Een erfgenaam van de corago

Wat is in de zeventiende en achttiende eeuw de dominante productiewijze in heel Europa?

Het aan elkaar puzzelen van de producten van de zich autonoom ontwikkelende beroepsgroepen door de impresario.

De scheiding tussen het artistiek en het organisatorische was ver doorgevoerd, evenals de scheiding tussen de verschillende artistieke onderdelen van een productie. Toch bleef er ergens diep in de coulissen van de zeventiende- en achttiende-eeuwse operaproductie een kloon van de corago bestaan. Wie was dat?

Het was iemand die het repetitie- en voorstellingsproces in goede banen leidde en ook enige overkoepelende ensceneringstaken vervulde: de toneelmeester.

Hoe heette de toneelmeester in het Italië van de zeventiende en achttiende eeuw?

'Direttore', 'maestro delle scene' of 'direttore delle scene, machine e balli'. De toneelmeester zorgde ervoor dat de machinerieën geolied werkten, dat de rekwisieten aanwezig waren, dat het licht scheen en dat de operasterren op tijd op het toneel kwamen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was de voornaamste artistieke taak van de toneelmeester?

De bewegingen van het koor en de figuranten bepalen en de gevechtsscenes coördineren. Grote artistieke inventiviteit in deze was niet nodig, hoogst waarschijnlijk zelfs niet wenselijk.
De vaardigheid om artistiek en technische zaken op elkaar af te stemmen, was een derderangs vaardigheid geworden en werd ook slechts in die mate gewaardeerd.

Wat was een relatief belangrijke uitzondering op de over Europa verspreide Italiaanse productiepraktijk?

De situatie in Frankrijk. Daar kwam het nieuwe muziektheatergenre tot bloei in de zeer strikte hiërarchische context van het hof in Versailles en onder de strenge leiding van de artistiek-organisatorische alleskunner Jean-Baptiste Lully, die alle onderdelen van de muziektheaterfeesten van zijn oordeel afhankelijk maakte.

Wat bleef in navolging van Lully in Frankrijk in de zeventiende en achttiende eeuw bestaan?

Een centraliserende artistiek-organisatorische functie, genaamd 'le régisseur'. De grote Franse theaters kenden bij een operaproduktie drie soorten regisseurs. Geen van de Franse regisseurs in de zeventiende en achttiende eeuw speelde een rol als  die van de corago of als die van Lully. Ook in Frankrijk bestond de operapraktijk dankzij de kunde van de verschillende medewerkers en niet dankzij een centrale artistieke impuls.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo