EXTRA - eindtoets

46 belangrijke vragen over EXTRA - eindtoets

Kenmerken voor de 17e eeuwse Romeinse opera is
A de prominente plaats van koren
B het recitar cantando
C de toepassing van de stile concitato

A, tekstboek H1, par2

Het eerste openbare operatheater ter wereld werd gesticht in
A Florence
B Venetie
C Rome

B Tekstboek H1, par 2

De ritornello's in Monteverdi's Il ritorno d' Ulisse in patria zijn geplaatst
A aan het begin van een scene
B middenin een scene
C voor en na de proloog

B tekstboek H1 par 4.4
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke uitspraak over de verschillen tussen de Italiaanse opera seria en de Franse tragedie lyrique is juist?
A in de opera seria is het instrumentale element minder belangrijk dan in de tragedie lyrique
B de recitatieven in de tragedie lyrique worden vaak gesproken, wat in de opera seria zelden voorkomt
C de tragedie lyrique onderscheidt zich van de opera seria door de relatieve zeldzaamheid van koren

A Tekstboek H2 en 3

Het nieuwe genre dat Lully in samenwerking met de toneelschrijver Moliere en de choreograaf Beauchamps creeerde, staat bekend als
A Comedie lyrique
B comedie-ballet
C ballet-opera

B tekstboek H2, par 1.2

Toen de Anciens een aanval deden op Alceste koos Perrault de zijde van Lully en Quinault. Perrault stelde zich op het standpunt
A dat de opera als geheel nieuw genre niet alleen kon worden beoordeeld naar de maatstaven van de klassieke esthetica
B dat de klassieke esthetica niet van toepassing was op de 17e eeuwse franse cultuur
C dat de opera niet strijdig was met de klassieke esthetica

A tekstboek H2, par 3.1

De lullisten verweten de Ramisten onder andere dat zij
A een simplistische, banale smaak hadden
B te weinig belang hechtten aan de harmonieleer
C muziek te cerebraal benaderden

C tekstboek H2, par 3.4

De belangrijkste onderdelen van de 18e eeuwse opera seria zijn
A de aria's
B de recitatieven
C de ensembles

A tekstboek H3, par 1.2

Het recitativo secco is een recitatief
A met een onbegeleide zangstem
B met een onbegeleide spreekstem
C met een door een of twee instrumenten begeleide zangstem

C tekstboek H3, par 1.1

In de hedendaagse musicologie wordt over het algemeen aangenomen dat het initiatief tot de 18e eeuwse operahervorming is uitgegaan van
A Calzabigi
B Gluck
C zowel Calzabigi als Gluck

A tekstboek H3, par 4, werkboek inl eenheid 3

Kenmerkend voor de hervormingsopera's van Gluck is
A de vermeerdering van het aantal scenes
B de vermindering van het aantal aktes
C het ontbreken van het recitativo secco

C tekstboek H3, par 5.2

Het aandeel van de recitatieven in Le nozze di Figaro is voor een opera buffa
A relatief klein
B relatief groot
C normaal

B Tekstboek H4, par 4.3

In de ensembles van Le nozze di Figaro past Mozart het volgende procede toe:
A hij laat de stemmen verschillende melodieen zingen
B Hij geeft alle stemmen dezelfde melodie
C Hij wisselt de twee bovengenoemde procedes af

C tekstboek H4 par 4.2; werkboek opgave 4.2d inleiding en uitwerking

Welke opvattingen hadden Weber en ETA Hoffmann over het belang van de tekst tov de muziek?
A In tegenstelling tot Hoffmann benadrukte Weber het belang van het libretto
B in tegenstelling tot Weber benadrukte Hoffmann het belang van het libretto
C Zowel Hoffmann als Weber vond het libretto ondergeschikt aan de muziek

B tekstboek H5 par 3

In vergelijking met de latere Mozart-opera's is de karakterisering van de hoofdpersonen in de romantische opera's over het algemeen
A minder clichematig
B meer clichematig
C even clichematig

B tekstboek H5, par 5

In opdracht van de Parijse Opera bewerkte Berlioz Der Freischutz. Wat hield die bewerking in?
A Berlioz verving de gesproken tekst door gezongen recitatieven
B Berlioz schrapte een duet en voegde twee aria's toe
C Berlioz herinstrumenteerde een aantal onderdelen, waaronder de ouverture

A TB H5, par 6

Welke opvatting had de Zwitserse scenograaf Adolphe Appia over Tristan und Isolde?
A hij vond het niet nodig om Wagners toneelaanwijzingen strikt in acht te nemen.
B Bij de enscenering moest volgens Appia primair van het libretto worden uitgegaan
C. Appia wilde de minimale actie op het toneel compenseren door realistische decors.

A TB H6, par 5

I. Wagner deelde de mening van Calderon dat het individu zijn gevoelens ondergeschikt moet maken aan het algemeen belang
II. Wagner werd door het lezen van Schopenhauer gesterkt in zijn lage dunk van de erotiek.
A. I en II zijn juist
B. I en II zijn onjuist
C. I is juist. II is onjuist

B TB H6, par 3.2 en 4

In Tristan und Isolde wordt de eeuwige liefde gesymboliseerd door
A de Nacht
B de Dag
C het Vuur

A TB H6, par 3.3 en 3.5

Het divertissement comique, waaruit later de opera comique is ontstaan bestond oorspronkelijk  uit een combinatie van de volgende elementen:
A zang, instrumentale muziek en dans
B zang, instrumentale muziek en gesproken tekst
C gesproken tekst, instrumentale muziek en dans

C TB H7, par 1.1

De bloeitijd van de opera comique was
A de 1e helft van de 19e eeuw
B de 2e helft van de 19e eeuw
C de eerste decennia van de 20e eeuw

A TB H&, par 1.3

De in de oorspronkelijke versie van Carmen voorkomende melodramatische passages betreffen:
A gesproken tekst met instrumentale begeleiding
B gesproken tekst zonder instrumentale begeleiding
C gezongen tekst zonder instrumentale begeleiding

A TB H7, par 3.3

De Verdi-bariton wordt gekenmerkt door
A een andorgyn karakter
B een lyrische klankkleur
C een schallend geluid in de hoge passages

C WB LEH8 introductie opgave 8.4

Welk bezwaar had Verdi tegen de Parijse opera?
A het grote belang dat aan sensationele toneeleffecten werd gehecht
B de moeizame totstandkoming van de produkties
C de karige honoraria waarmee componisten werden afgescheept

B WB inleiding LEH 8

De Italiaanse operacomponisten uit de 1e helft 19e eeuw bedienden zich bij het structureren van aria's en ensembles vaak van een vierdelig basisschema (bijv. recitatief - aria - recitatief - cabaletta). Conformeerde Verdi zich bij het componeren van Don Carlos aan deze vierdeling?
A meestal wel
B in sommige gevallen wel, al dan niet verhuld
C in het geheel niet

B TB H8, par 3.6

Tussen de Elektra van Sophocles, het gelijknamige toneelstuk van Hofmannsthal en het libretto van de Strauss-opera bestaan grote verschillen. Welke van de beweringen is ONJUIST?
A. In de toneelstukken van Sophocles en Hofmannsthal komen koren voor, in het libretto niet
B. de karakterologische tegenstellingen in het libretto zijn simplistischer dan die in de twee toneelstukken
C. Bij Sophocles blijft Elektra leven, Hofmannsthal laat haar zowel in zijn toneelstuk als in zijn libretto doodgaan.

A TB H9, par 2.2

De orkestbezetting van Strauss Elektra komt overeen met die van Wagners Ring waar het gaat om de
A houtblazers
B koperblazers
C hout- en koperblazers

B TB H9, par 3.2

The Beggar's opera van Gay en Pepusch verwierf grote populariteit
A. bij de hele bevolking
B bij de elite
C bij de lagere klassen

A TB h10, par 2

De instrumentele muziek van Die Dreigroschenoper wordt gekenmerkt door de volgende verhouding tussen strijkers en blazers
A strijkers overheersen blazers
B blazers overheersen strijkers
C Strijkers en blazers zijn in evenwicht

B TB 10, par3.1

I. De muziek van The Beggar's Opera is in tegenstelling tot die van Die Driegroschenoper grotendeels gebaseerd op bestaand materiaal.
II. De sociale satire van The Beggar's Opera richt zich tegen de rijken en de adel, terwijl in Die Dreigroschenoper de bourgeoisie op de korrel wordt genomen.
A I is juist, II is onjuist
B I is onjuist, II is juist
C I en II zijn juist

C TB H 10 par 2 en 3,4

Welke aanduiding is van toepassing op het episch theater?
A. afwezigheid van moraliserende strekking
B. een niet-lineaire vertelstructuur
C. psychologische ontwikkeling van de personages

B TB H10 par 3.3

Welke van de onderstaande opera's heeft een ouverture die thematisch aansluit bij de rest van de opera?
A. The Rake's Progress (stavinsky)
B. Der Freischutz (Weber)
C. Orfeo ed Euridice (Gluck)

B WB LEH 11, opg 11.1b

De opzet van The Rake's Progress doet het meeste denken aan die van een
A. doorgecomponeerde Wagner-opera
B. 18e eeuwse opera buffa
C. 19e eeuwse grand opera

B TB H11, par 2

Welke tegenstelling speelt een belangrijke rol in The Rake's Progress?
A stad-platteland
B arm-rijk
C jong-oud

A TB H11 par 4.1

Welke aanduiding is niet van toepassing op Zimmermans componeerstijl?
A Virtuoos
B Rationeel
C Romantisch

C TB H 12 par 1

Waarin onderscheidt Lenz' Die Soldaten zich van het gelijknamige opera-libretto?
A De voor het libretto gebruikte teksten zijn door Zimmermann grotendeels herschreven.
B In het toneelstuk van Lenz komen geen synchrone scenes voor
C Zimmermann heeft bij de bewerking enkele hoofdpersonen toegevoegd.

B TB H1 par 3,2

Zimmermans concept van de kogelvormige tijd veronderstelt een beleving van de
A Mythische tijd
B meetbare tijd
C Historische tijd

A TB H13 par 4,1

Met welke van onderstaande activiteiten hield een CORAGO zich niet bezig?
A koorrepetities
B enscenering
C schrijven van libretto

C TB H13 par 2,1

I. Tegenwoordig wordt bij de bouw van operatheaters meestal aangeknoopt bij de vorm van het Shakespeariaanse apron-theater
II. In het teatro Olimpico van Palladio werd het toneel omringd door zitplaatsen.
A I is onjuist, II is juist
B I en II zijn onjuist
C I en II zijn juist

B TB H13 par3,2

In de Italiaanse barokopera's vonden de decorwisselingen plaats
A alleen tussen de bedrijven, bij gesloten voordoek
B tussen de bedrijven en de scenes, bij gesloten voordoek
C tussen de bedrijven en de scenes, zonder voordoek

C TB H13 par 3.3

In 1989 heeft de Nederlandse Opera een onderzoek laten doen om vast te stellen hoe het operapubliek van het Amsterdamse Muziektheater is samengesteld. Afgaande op dat onderzoek
A zijn opera's meer in trek bij ouderen dan bij jongeren
B worden opera's meer door mannen dan door vrouwen bezocht.
C bestaat er geen duidelijk verband tussen operabezoek en inkomen.

B TB H14, par 2

De programmering van de Noordamerikaanse operahuizen is in vergelijking met de Europese
A Conventioneler
B avontuurlijker
C even conventioneel/ avontuurlijk

A TB H14 par 2

I Het probleem van de afstemming tussen beeld en geluid is door de vooruitgang van de geluidstechniek nagenoeg verholpen
II Een opera buffa is over het algemeen makkelijker te verfilmen dan een opera seria
A I en II zijn onjuist
B I is onjuist, II is juist
C I is juist, II is onjuist

A TB H 14 par 4

In een concertante uitvoering van opera's wordt
A nooit gebruik gemaakt van theatrale middelen
B altijd gebruik gemaakt van theatrale middelen
C soms gebruik gemaakt van theatrale middelen

C TB H 14 par 6

Voldoet de recensie aan de eisen die Wouter Paap daaraan stelt?
- in welke mate zijn de 3 elementen in de recensie verdeeld?
- welke inhoudelijke onderdelen van de opera worden uitgewerkt
- voor welke lezersgroep is de recensie geschreven

- de recensie voldoet aan de eisen, maar de verdeling van de 3 elementen is niet evenredig. De nadruk ligt op het weergeven van informatie en de opinie van de recensent.
- inhoudelijk gaat de recensie in op de behandeling van de recitatieven

- er wordt veel voorkennis verondersteld, begrippen worden niet uitgelegd.

Wat wordt in de recensie bedoelt met de voortdurende glim- of grimlach in Le Nozze di Figaro?

De glimlach heeft betrekking op de vele komische verwikkelingen in de opera. De grimlach geeft aan dat er aan de vele komische situatie ook heel wat minder vrolijke kanten zitten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo