De afwezige regisseur - De barokke acteertraditie in de opera - Acteren in de opera seria

14 belangrijke vragen over De afwezige regisseur - De barokke acteertraditie in de opera - Acteren in de opera seria

Welk inzicht was heel wezenlijk voor een optimale vertolking van een opera?

Het inzicht dat er naast een zangtechniek en zangexpressie ook een acteertechniek en - expressie ontwikkeld moesten worden. Het was het reusachtige probleem van de uitvoerder, dat hij een artistieke vorm moest zien te vinden voor de verhouding van zang en spel.

De operatraditie manifesteerde zich voornamelijk op het gebied van de zang en slechts in 2e instantie op het terrein van het acteren. Hoe werd de verhouding door castraten aangepakt?

Castraten waren gemaakt om te zingen. Toch ontstond het inzicht dat voor een optimale vertolking van een opera naast een zangtechniek en -expressie ook een acteertechniek en -expressie ontwikkeld moest worden. In de 1e bloeifase van de opera pakte de acteur/zanger dit op eigen kracht aan.

Waaraan is de speltraditie in de opera ontleend?

Aan de acteertechniek en -stijl van de zeventiende-eeuwse tragedie, een stijl die voornamelijk in Frankrijk werd ontwikkeld om de stukken van Corneille, Racine en andere tragedieschrijvers te spelen. Deze bleek ook geschikt voor de opera seria.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was typisch voor de acteertechniek van de opera seria?

Een zeer strikte codering van de done's en not done's, zowel op het niveau van de mise-en-scene, het samenspel als de rolopbouw.

De spelcodes die we nu samenvatten als de Traditie, waren algemeen aanvaard in alle spreek- en operatheaters in Europa. Hoe was de speelstijl conform de dramaturgie van de tragedie en opera seria?

De fictionele gebeurtenissen werden niet getoond, maar verteld, de speelstijl van de Traditie was niet tonend, maar vertellend, niet empathisch maar presenterend. Wat de toeschouwer zag, was een acteur die middels gebaar en mimiek een personage presenteerde.

De Traditie heeft t.a.v de mise-en scene 3 hoofdkernmerken. Wat hield de code van plaats en beweging in?

Door codes ten aanzien van plaats en beweging van de personages. Het zich verplaatsen volgens kromme lijnen werd dwangmatig geprefereerd boven het rechtstreeks lopen van A naar B. De acteurs moesten altijd met hun gezicht naar het publiek staan.

Wat hield de code van de hierarchie van de plaatsing van personages in?

De hiërarchie van de plaatsing van personages refereerde sterk aan de maatschappelijke enquete  buiten het theater. Van de scene af gezien, was rechts dominant over links, De hierarchisch meerdere stond altijd rechts van zijn mindere. Bij 3 personages op de scene bewoog de hoogste in rand zich in het midden en stond hij dieper op het toneel.

Het samenspel tussen personages was onderhevig aan even strenge codes als de mise-en-scene. Wat was het meest verbijsterende verschil met de twintigste eeuwse acteurspraktijk?

Dat het eigenlijke samenspel zich enkel bediende van ogen en handen. Er was oogcontact tussen de spelers, en de handen reikten naar elkaar. Maar het gezicht en het lichaam van de acteurs/ personages die samenspeelde, bleven constant gericht naar het publiek.

Wat hield de code van het spreken van de personages in?

Wie sprak of zong, bevond zich iets meer naar voren op het podium, wie zweeg ging iets naar achter. En tijdens dialogen nam de hiërarchisch mindere wat afstand van de meerdere. Een zekere afstand tussen de personages was trouwens altijd verkieslijk.

De meest strikte codering toonde de Traditie echter op het niveau van de rolopbouw met name in het gebruik van gestiek en mimiek. Wat was het meest spectaculaire aspect?

De eenduidige band tussen gevoelens en de expressie ervan in de lichaamstaal. Gevoelens als angst, schaamte, woede en blijdschap werden met een gestandaardiseerde reeks van gestieken en mimieken ten tonele gebracht.

Wat was een frappant verschil met de huidige acteerpraktijk?

Dat het veld van de beweging zich zo goed als geheel beperkte tot het gebied tussen hoofd en middenrif. In de Traditie zag men niemand op de grond liggen, werden geen zoenen uitgewisseld, zag men niemand een gat in de lucht springen of ijlings van het toneel rennen.

Welke soorten gebaren bestonden er in de Traditie?

Expressieve gebaren, illustratieve gebaren (duidden woorden aan, die in de tekst gezegd werden) en retorische gebaren. Die laatste dienden om de tekst te structureren. De meeste bewegingen werden gestuurd vanuit de rechterarm en het rechterbeen. de linkerkant werd als ondersteuning of tegenkracht gebruikt of als drager van het kwaad.

Wat was een belangrijk uitgangspunt bij de opera seria?

Van het naspelen van de dagelijkse handelingen en houdingen was geen sprake: de barokkunst geloofde in de wet van de cultuur die de natuur vorm moest geven. Dit gold zeker op het toneel.

De Traditie kende 3 hoofdkenmerken tav de mise-en-scene, welke?

1. plaats en beweging van personages
2. de hierarchie van de plaatsing van de personages tot elkaar
3. het spreken van de personages

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo