Elektra - De muziek - Tonaliteit

7 belangrijke vragen over Elektra - De muziek - Tonaliteit

Hoe wordt de tonaliteit in deze opera in de literatuur gekwalificeerd?

Als uiterst complex: in handboeken stuit men regelmatig op de constatering dat Strauss met dit werk 'de grenzen van de tonaliteit' zou hebben overschreden. De opera is tonaal niet gesloten bij begin in d-klein en eindigt in C-groot.

Hoe is de vormbepalende functie van de tonaliteit in Elektra?

Alomtegenwoordig. Niet alleen zijn de afzonderlijke vormbestanddelen in de opera duidelijk van elkaar afgegrensd met behulp van sterk geprofileerde cadensformules, ook de ordening van het werk als geheel wordt bewerkstelligd met behulp van een weldoordacht tonaal grondplan dat scènes, personages en gebeurtenissen op ongebruikelijke wijze met elkaar verbindt.

Wat overheerst in elke scène, behalve in de eerste Elektra-monoloog?

Eén toonsoort, hoewel de term 'toonsoortgebied',  rekening houdend met het verdwijnen van de majeur-mineur-identiteit, wellicht gepaster zou zijn.
Elke scène wordt steeds gemarkeerd door duidelijk cadensformules. Daarin onderscheidt Strauss zich van Wagner, die dergelijk slotformules in zijn muziekdrama's zo veel mogelijk vermeed en zich daarmee in harmonisch opzicht progressiever betoonde dan Strauss.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke term is in strikte zin niet op deze opera van toepassing?

Atonaal, evenmin als de stelling dat de componist voor zijn eigen innovaties zou zijn teruggedeinsd en na Elektra stilistisch bewust een stap terug in de tijd zou hebben gedaan.

Waarom is de term atonaal ook dubieus?

In zoverre deze een bewust streven naar muzikale vernieuwing zou kunnen suggereren, want dat lijkt niet het geval: de harmonische gewaagdheden van deze partituur lijken eerder ingegeven door overwegingen van expressieve aard dan door vernieuwingsdrang: de 'vooruitstrevendheid' van zijn idioom lijkt in zijn opera's geheel afhankelijk van de dramatische situatie.

Strauss stapelt met een zekere nonchalance akkoorden en motieven, maar hoe is de zetting doorgaans?

Homofoon: over het algemeen houdt Strauss vast aan de met die term aangeduide onderverdeling van één melodiestem en begeleidende harmonieën.

Wat zou resumerend als vuistregel kunnen gelden?

Hoe complexer de karakters in kwestie, hoe complexer de muziek; hoe eendimensionale de figuren, hoe eenvoudiger melodiek en harmoniek. De scènes met de karikaturale Aegisthus en de naar liefde en geborgenheid hongerende Chrysothermis respectievelijk in F-groot en Es-groot, zijn in harmonisch en melodisch opzicht aanzienlijk minder doorwrochtrn dan Elektra's monologen en de dialoog tussen Elektra en Klytaemnestra.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo