Implementing File Systems - File-System Implementation

10 belangrijke vragen over Implementing File Systems - File-System Implementation

Voor de implementatie van een filesysteem worden verschillende on-disk en in-memory structuren gebruikt. Welke vier on-disk structuren worden onderscheiden?

  • Een boot control block (per volume). Bevat informatie voor het booten van het besturingssysteem vanaf het betreffende volume.
  • Een volume control block (per volume). Bevat informatie over het betreffende volume, zoals het aantal blokken.
  • Een directorystructuur (per filesysteem).
  • Een file-control block (FCB, per file). Bevat informatie over de file.

Voor de implementatie van een filesysteem worden verschillende on-disk en in-memory structuren gebruikt. De in-memorydata worden bij het mounten van een filesysteem in het geheugen geladen. Welke vijf in-memory structuren worden onderscheiden?

  • Een mount table. Bevat informatie over de mounted volumes.
  • Een directorystructuurcache. Bevat informatie over recentelijk geopende directory's.
  • Een system-wide open-file table. Bevat de FCB's van alle geopende files.
  • Een per-process open-file table. Bevat onder meer een verwijzing naar de FCB van de file.
  • Buffers, voor het lezen van en schrijven naar disk van blokken uit het filesysteem.

Beschrijf de stappen voor het creëren van een file.

  • Het logical file system creëert een file-control block (FCB);
  • Het logical file system leest de betreffende directory in het geheugen en voegt de nieuwe filenaam en het FCB aan de directory toe;
  • Het logical file system schrijft de directory terug naar disk;
  • De file-organization module vertaalt de directory-I/O naar diskbloknummers;
  • De file-organization module stuurt de diskbloknummers door naar het basic file system en het I/O control system.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beschrijf de stappen voor het openen van een file.

  • Het logical file system ontvangt een open() system call;
  • De open() system call controleert in de system-wide open-file table of de file reeds geopend is;
  • Zo niet, dan wordt de file opgezocht in de directorystructuur en wordt het FCB van de file aan de system-wide open-file table toegevoegd;
  • In de per-process open-file table wordt een entry voor de file gecreëerd, met een verwijzing naar de file in de system-wide open-file table.

Welke acties moeten uitgevoerd worden bij het sluiten van een file?

  • De entry voor de file in de per-process open-file table wordt verwijderd;
  • In de system-wide open-file table wordt de counter voor de file verlaagd;
  • Als de counter 0 is dan worden de gewijzigde metadata naar de directorystructuur gekopieerd en wordt de entry voor de file in de system-wide open-file table verwijderd.

Raw disk is schijfruimte die niet gebruikt wordt voor een filesysteem. Voor welke vier doeleinden wordt raw disk gebruikt?

  • Swap space
  • Data uit een database
  • Informatie voor RAID
  • Configuratie-informatie voor RAID

Hoe verloopt het laden van een filesysteem bij het opstarten van een computer?

Als een computer wordt opgestart wordt eerst de bootloader in het geheugen geladen. Deze zorgt ervoor dat de rootpartitie wordt geladen. De rootpartitie bevat de kernel van het besturingssysteem. Afhankelijk van het besturingssysteem worden de overige filesystemen automatisch of handmatig geladen. Daartoe controleert het besturingssysteem eerst of het filesysteem een geldig formaat heeft. Als het filesysteem geldig is wordt het geladen en opgenomen in de mount table van het besturingssysteem.

Om binnen een systeem verschillende filesystemen op dezelfde manier te kunnen benaderen, kan een virtual file system (VFS) worden toegepast. Het virtual file systen heeft een gelaagde structuur van drie lagen: file-system interface, virtual file system (VFS)-layer en local/remote file system. Welke twee functies heeft de VFS-laag?

  • Scheiding van generieke filesysteemoperaties en implementatiedetails;
  • Unieke representatie van files binnen een netwerk, via de zogenaamde vnode-structuur.

Op welke momenten worden achtergrondgeheugens aan een computersysteem verankerd (file-system mounting)?

Achtergrondgeheugens worden aan een computersysteem verankerd bij het opstarten van het systeem (de harde schijven) en bij het in stations plaatsen van nieuwe diskettes, schijven of cd-roms.

Wat gebeurt er bij file-system mounting?

Bij het verankeren van een filesysteem test het systeem of de structuur op schijf, diskette of cd-rom leesbaar is, past het vervolgens de structuur zodanig aan dat de nieuwe eenheid een deel van het systeem wordt (mounting) en plaatst vervolgens de directorystructuur in het geheugen of de cache.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo