Inspanningsfysiologie - Spieren
5 belangrijke vragen over Inspanningsfysiologie - Spieren
Wat zijn de kenmerken van het type 1 Spiervezel ( Slow twitch ) ?
- Bevat mitochondriën ( onderdeel van de cel dat ATP aanmaakt )
- Hoge aëroob capaciteit ( Werkt vooral op zuurstof )
- Duurkracht
Wat zijn de kernmerken van spiervezel type 2 ( fast twitch ) ?
- Groter dan type 1
- Lage aëroob capaciteit
- ( Sub ) Maximale kracht
Spiertype 2a & 2b:
- Witte vezels
- Groter dan spiertype 1
- 2a gemid. Aerobe capaciteit
- 2b lage aerobe capaciteit
- (sub) max kracht
bv: sprinter, gewichtheffer
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is Dynamisch, welke 2 soorten heb je en wat betekenen deze?
- Concentrische contractie
* De spier verkort zich tijdens het kracht leveren.
- Excentrische contractie
* De spierlengte neem toe tijdens het kracht leveren
Wat is Statische kracht, welke hebben wij en wat betekent deze?
- Isometrische contractie
* de spier levert kracht zonder dat de lengte veranderd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden