De kindercoach als 'vertaler - Overdracht en tegenoverdracht; taal uit het verleden
3 belangrijke vragen over De kindercoach als 'vertaler - Overdracht en tegenoverdracht; taal uit het verleden
FC 2 make Het proces van overdracht
blz 299
*CONTROL: Wat is overdracht?
Als een bepaald patroon uit een belangrijke relatie die je in het verleden hebt gehad, zich herhaalt in het heden. Cliënt heeft een (negatieve) ervaring met iemand en ziet dat terug in een hulpverlener. Wanneer een kind hetzelfde patroon herhaalt in het contact met jou als kindercoach, spreken we van overdracht.
Positieve overdracht: Cliënt krijgt gevoelens van diepe genegenheid, bewondering of wordt verliefd op de coach.
Negatieve overdracht: Cliënt krijgt een hekel aan de coach, ergert zich, komt in opstand of wil stoppen met het coachingstraject.
*CONTROL: Welke signalen kunnen wijzen op (tegen)overdracht?
-Er ontstaat weerstand, een welles-nietes discussie, onenigheid, frustratie etc.
-De coach heeft het gevoel dat de cliënt de leiding heeft in het gesprek.
-De coach heeft het gevoel dat zij de cliënt moet overhalen om ‘mee te doen’ met de sessie.
(Tegen)overdracht herkennen? ‘Als het je raakt, is het van jou.’
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden