Gedragscategorieën - Elf categorie:en

11 belangrijke vragen over Gedragscategorieën - Elf categorie:en

125 In welke drie groepen zijn de elf gedragscategorieën onderverdeeld?

* egoaspecten (1-3) => individueel
* fysiologische aspecten (4-7) => individueel
* sociale aspecten (8-11) => (vergt observatie van het opvoedproces (in contact met de ander))

125 In welke situaties wordt de zelfstandigheid of afhankelijkheid van het kind geobserveerd?

* bij motorische vaardigheden
* spel
* het maken van schoolwerk
* het plannen van activiteiten

125 Wat zijn kenmerken van onzekerheid?

* terugtrekking
* niet uit zijn woorden komen
* transpireren
* beven
* erop slaan
* de boel overschreeuwen (een grote mond)
* 'verbale' diarree: alles over zichzelf uitkramen wijst op een primitieve persoonlijkheid
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

126 Wat zijn kenmerken van zelfvertrouwen?

* innerlijke rust
* evenwicht
* durven openstellen voor anderen
* illusief worden in creatief spel

126 Wat speelt een rol bij soepelheid en starheid?

* intelligentie => de soepelheid waarmee iemand zich aan nieuwe situaties weet aan te passen
* soepelheid is gebonden aan het organisch evenwicht van een persoon => het verdwijnen ervan kan duiden op iets wat fout gaat in het leven van de persoon
* het milieu => doorlopend onder druk staan kan star reageren uitlokken

127 Welke twee typen concentratie kennen we?

* gespreide of waaiervormige: groepsleiders en leraren die ogen in de rug hebben (soepelheid)
* sterk op één punt gericht, het 'kokerbewustzijn': de verstrooide geleerde (stroefheid)

128 Welke vormen van vitaal gedrag kennen we?

* hyperactief gedrag agv cerebraal disfunctioneren gekenmerkt door ongerichtheid
* jongeren met een persoonlijkheidsstoornis die een geringe vitaliteit laten zien gepaard aan neerslachtigheid
* zo lang mogelijk op hoog vitaal niveau presteren, tot aan uitputting, er ontbreekt een fysiologische controle op een effectieve spreiding van de energie. Na afloop vervallen ze uitgeput in negatief gedrag dat in korte tijd kan escaleren (dysvitaal)

131 Wat zegt iets over de sociale cognitie van het kind?

* Als een kind in een groepje alleen bij andere kinderen speelt of ook met hen.
* Als dat bij het ouder worden overgaat van bij naar met
* als een kind weet in het spelen wat in een groep aan de gang is of gebruikelijk is
* als een kind anticipeert (aanvoelend kan inschatten wat een ander gaat doen of wat een groep verwacht)
* is er sprake van spontaan, soepel, krenterig of moeizaam sociaal presteren?

133 Wat is van belang bij behoefte aan contact?

Of er verschillen zijn in het sociale gedrag in de verschillende leefsituaties: thuis of in de leefgroep, op school, bij vrienden, grootouders, kennissen

133 Wat is belangrijk bij het contact met volwassenen?

Te observeren wat de invloed is van andere participanten in het opvoedproces

135 Wat kan worden vastgesteld na langdurige en zorgvuldige observatie?

* Welke items in het gedrag van kinderen en/of jongeren belangrijk zijn om te observeren.
* Men moet dan niet teveel gedragingen per niveau observeren (hooguit negen)
* Er moet een versie worden samengesteld die bruikbaar, valide en betrouwbaar is en door andere mensen na ons gebruikt kunnen worden => veilig stellen dat scores onderling vergelijkbaar zijn

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo